Herman de Coninck: biografie van een dichter
Een van Vlaanderens bekendste en meest gelezen dichters was de in 1997 overleden Herman de Coninck. Hij schreef erg leesbare gedichten, met toch de nodige diepgang. Naast dichter was hij ook opiniemaker, voordrager, redacteur en even zelfs leraar aan de universiteit. Ook jaren na zijn dood blijft hij een van de meest leesbare dichters, waarvan de biografie leest als een van zijn eigen gedichten - vol levensvreugde, liefde ... en een spectaculair einde.
Inhoudsopgave
De jonge jaren: Herman de Conincks zware jeugd
Herman de Coninck werd geboren op 21 februari 1944 te Mechelen. De relatie met zijn ouders verliep, zacht uitgedrukt, moeilijk. Zijn vader was een pedofiel en zijn moeder was een zeer harde vrouw. Deze elementen komen ook vaak terug in zijn gedichten, zoals in een gedicht in de bundel
Schoolslag waarin hij schrijft: “Pas jaren later, ik ben twintig, mag ik weten, ik moest begrijpen dat ’t hem moeilijk viel, nou ja, dat hij niet homoseksueel was, of toch maar een klein beetje: pedofiel.” Ook zijn moeder moest het ontgelden. In het boek
Met een klank van hobo vertelt hij, in een gedicht, dat zijn moeder acht dagen na de dood van zijn vader aan zijn tante een doodsprentje geeft met daarin een rekening voor wat ze haar nog verontschuldigd was. In zijn gedichten rekent hij dan ook af met zijn verleden.
Nadat hij zijn humaniora heeft doorlopen gaat hij in 1962 germanistiek studeren aan de Katholieke Universiteit in Leuven. Daar schrijft hij voor de eerste keer voor publiek: hij wordt redacteur van de studentenkrant Universitas. In ’66 wordt hij docent Letteren en Wijsbegeerte aan diezelfde universiteit en in 1969 debuteerde hij als dichter, met de bundel
De lenige liefde.
In 1970 begint hij aan zijn dertienjarige carrière bij het weekblad
Humo. Daar neemt hij samen met zijn vriend Piet Piryns tal van interviews af. In 1984 maakt hij zijn eigen tijdschrift: het
Nieuw Wereldtijdschrift, de opvolger van het
Nieuw Vlaams tijdschrift. Dit tijdschrift steunde volledig op Herman de Coninck. Het was zijn kind en hij legde het dan ook stevig in de watten. Hij had er zelfs een eigen uitdrukking voor: “Ik moet dringend het NWT bij elkaar panikeren." Dat zal hij tot aan zijn dood blijven doen. Tussendoor trouwt hij drie keer, de schrijfster Kristien Hemmerechts is waarschijnlijk de bekendste van zijn vrouwen.
Zijn overlijden in Portugal: een schok in literair Vlaanderen en Nederland
Over de onverwachte dood van Herman de Coninck schreef Kristien Hemmerechts het volgende: "Twee postume cultuurprijzen is te veel van het goede, zelfs voor iemand die op zo’n spectaculaire wijze het land met zijn dood heeft doen opschrikken. Want geef toe, weinigen zullen het hem nadoen: doodvallen in de stad van Pessoa, onderweg naar een literair congres, in de armen van een gevierde dichteres, met een pléiade van dichters en schrijvers bij de hand die een vers aan je zullen opdragen, en dat alles net op tijd voor het middagjournaal.” Herman de Coninck stierf aan een hartaanval op 22 mei 1997, in Lissabon.
De schrijver Jeroen Brouwers, goede vriend van de overleden dichter, schreef na de begrafenis in Antwerpen: "Iedereen wierp een takje gipskruid op de slanke kist met zijn magere lichaam, neergelaten in een kuil, zo diep dat ik ervan schrok, mijn adem ervan stokte en ik van die gapende rechthoek in het gras wilde terugdeinzen. Geen zeeën bier, geen sloffen sigaretten vermochten hier nog soelaas te bieden. Ik maakte een buiging voor hem en voor onze gemeenschappelijke herinneringen, die nu verder, zolang ik nog overeind blijf, alleen nog maar mijn herinneringen zullen zijn." De Coninck stond inderdaad dan ook bekend als kettingroker en stevig drinker. Zijn overlijden aan een hartstilstand kwam toch nog als een schok.
Stijl en inhoud van zijn gedichten
Herman de Coninck was wellicht de bekendste dichter van het neorealisme. Deze stroming ontstond als reactie op de Vijftigers, waarvan Hugo Claus de bekendste dichter is. De Coninck zelf omschrijft het neorealisme als volgt: “Het Vlaams nieuw-realisme was daarbij (met de Vijftigers) vergeleken een compromis. Een beetje romantisch en esthetisch, beetje maatschappijkritiek, beetje Raveel, pils en voetbalvelden.”
Volgens de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren is het neorealisme “een onmiddellijke presentatie van de werkelijkheid door het aan de realiteit ontleende materiaal onbewerkt en geïsoleerd te presenteren. Daarbij dient mooi of lelijk geen enkele rol te spelen, maar wel intensivering van het waargenomene.” Het neorealisme beeldt dus enkel de werkelijkheid uit, die op zich al interessant genoeg moet zijn. Zijn gedichten zijn meestal licht van toon en simpel van opzet. In zijn bundel met reisverhalen
De cowboybroek van Maria Magdalena (naast poëzie schreef de Coninck ook af en toe proza) kraakte hij genadeloos de Amerikaanse poëzie af, waarbij gedichten van meerdere bladzijden schering en inslag zijn. Een gedicht was voor De Coninck kort en krachtig, het roept meer op dan er geschreven staat.
Herman de Coninck: een spitse dichter met een mening
Herman de Coninck hield geen blad voor de mond. Zo is er een anekdote waarin iemand zijn abonnement op het Nieuw Wereldtijdschrift opzegde:
“Hij kon ook oprecht verdrietig zijn als een abonnee afhaakte. Die berispte hij dan per kerende post. "Geachte ex-abonnee, ik wil een beroep doen op uw plichtsgevoel. (...) Een anekdote. Toen het NWT pas was ontstaan, gingen wij de boer op om het blad te promoten, nadien gelegenheid tot debat. Tijdens zo'n nadien- debat zei een student uit de zaal dat het toch jammer was dat het Nieuw Vlaams Tijdschrift, waarvan wij de functie pretendeerden over te nemen, verdwenen was.
Was u op dat blad geabonneerd? vroeg Paul de Wispelaere.
Nee, zei de student.
Dan bent u er de oorzaak van dat het verdwenen is, zei Paul.
(...)
Kortom, ik vind dat u zich op het NWT moet blijven abonneren, zoals ikzelf jaarlijks geld overmaak aan Amnesty International of Artsen zonder Grenzen. Voor het goede doel. Voor de betere literatuur."