Georg Friedrich Händel (1685-1759) - Componist

Georg Friedrich Händel (1685-1759) - Componist Georg Friedrich Händel werd geboren in de Duitse stad Halle an der Saale en kwam al op zeer jonge leeftijd in aanraking met de muziek. Ondanks het feit dat zijn vader er alles aan deed om zijn muzikale ambities de kop in te drukken, kreeg hij al vanaf jonge leeftijd muziekles en wist al snel naam te maken in zijn geboortestad. Na diverse omzwervingen ontving Georg een uitnodiging om naar Italië te komen waar hij veel werken in opdracht componeerde. Na een kort bezoek aan Hannover besloot Georg zijn Duitse nationaliteit te verruilen voor het Engelse staatsburgerschap en ging in Londen een grote toekomst tegemoet. Na jaren van ongekend succes begon het tij te keren toen zijn gezondheid begon te verslechteren en hij stopte definitief met componeren toen hij volledig blind werd na een mislukte operatie. Ondanks de problemen met zijn gezondheid kwam het overlijden van Georg Friedrich Händel op de leeftijd van 74 jaar toch nog volledig onverwachts.

Inhoud


Jeugd en opleiding

Georg Händel werd geboren in de Duitse stad Halle an der Saale en kwam via zijn leraar op school in aanraking met muziek. Ondanks het feit dat Georg zeer getalenteerd bleek te zijn, was zijn vader fel tegen zijn voornemen om muzikant te worden en zag liever dat hij een studie rechten ging volgen. Onder druk van zijn werkgever besloot vader Georg zijn zoon uiteindelijk toch te voorzien van een muziekleraar maar zou niet meer meemaken hoe succesvol zijn zoon zou worden aangezien hij onverwachts overleed.

Familie Händel

Halverwege de zeventiende eeuw woonde er in de Duitse stad Hall an der Saale een man genaamd Georg Händel (1622-1697). Georg was een afstammeling van een zeer welgestelde familie waarvan de leden hun vermogen hadden verdiend als ambachtslieden en in navolging van zijn grootouders volgde Georg een opleiding tot barbier. Na het voltooien van zijn opleiding wist hij zich in de loop der jaren op te werken tot persoonlijk kamerdienaar én lijfarts van hertog Johann Adolf I (1649-1679) en trad rond twintigjarige leeftijd in het huwelijk met Anna Kathe (1611-1682) waarvan niet duidelijk was waar hij haar had ontmoet. Het huwelijk tussen Georg en Anna werd al spoedig bezegeld met de komst van hun eerste kind, een dochter genaamd Dorothea Elisabeth (geboortedatum onbekend - 1690) waarna in de loop der jaren nog vijf kinderen volgden; Christoph (geboortedatum onbekend - 1648), Gottfried (1645-1682), Anna Barbara (1646-1680), Karl (1649-1713) en Sophia Rosina (1652-1728).

Tweede huwelijk

De familie Handel kenden een vrij zorgeloos bestaan tot Halle an der Saale in 1682 werd getroffen door een zware pestepidemie. Net als vele andere inwoners van de stad werd ook Anna getroffen door de vreselijke ziekte en overleed na een kort, maar hevig, ziekbed. Georg bleef vervolgens achter met zes jonge kinderen maar hertrouwde al snel na het overlijden van zijn eerste vrouw met een dame genaamd Dorothea Elisabeth Taust (1651-1730). Dorothea nam na hun huwelijk niet alleen de zorg over Georgs zes kinderen op zich maar schonk hem in de loop van hun huwelijk zelf ook nog drie kinderen; Georg Friedrich (1685-1759), Dorothea Sophia (1687-1720) en Johanna Christiana (1690-1709), wat het totaal aantal kinderen op negen bracht.

Het geboortehuis van Georg in Halle an der Saale / Bron: Tamas Szalai, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Het geboortehuis van Georg in Halle an der Saale / Bron: Tamas Szalai, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
Muzikaal talent
Vermoedelijk kwam Georg via één van zijn leraren op het plaatselijk gymnasium in aanraking met de muziek waarna hij al snel liet blijken over een enorm muzikaal talent te beschikken. Helaas was zijn vader weinig gelukkig met het voornemen van zijn zoon carrière te maken in de muziek aangezien hij van mening was dat daar geen brood in viel te verdienen. Om de muzikale ambities van zijn zoon te ontmoedigen verbood hij de familie om muziekinstrumenten mee naar huis te brengen en verstopte de instrumenten die ze al in huis hadden zorgvuldig. Op de kleine Georg had deze muzikale onthouding alleen maar een averechts effect aangezien en hij vond dan ook al snel een klein spinet op zolder dat hij in het holst van de nacht bespeelde als de rest van de familie sliep. Om onbekende en onduidelijke redenen kreeg Georg op achtjarige leeftijd de kans om voor de werkgever van zijn vader te spelen - hertog Johan Adolf I -, welke na de uitvoering zo onder de indruk van het spel van Georg was dat hij zijn vader op het hart drukte de jongen een muzikale opleiding te laten volgen. Om vader Georg te overtuigen bood hij aan de opleiding te bekostigen waarna hij overstag ging en op zoek ging naar een muziekleraar voor zijn zoon.

Muzikale opleiding

Vader Georg vond de plaatselijke organist van de stad - Friedrich Zachau (1663-1712) - bereid om zijn zoon les te geven waarna kleine Georgs muzikale opleiding officieel aanving. Zijn leraar Zachau had al snel door wat een enorm talent zijn leerling had en bracht hem dan ook in aanraking met een groot aantal verschillende soorten muziek. Met Zachau besteedde Georg veel tijd aan het bespelen van het klavecimbel, de viool en het orgel maar ontwikkelde ook een buitengewone interesse voor de hobo, wat Georgs vele werken op dit gebied verklaarde. In de loop der jaren verving Georg zijn leraar Zachau met enige regelmaat tijdens het begeleiden van de diensten in de plaatselijke kerk waarbij al snel bleek dat Georg beter was dan zijn leraar. Na het overlijden van zijn vader besloot Georg zich alsnog in te schrijven aan de Universiteit van Halle voor een studie, maar studeerde voor zover bekend geen rechten - zoals zijn vader graag had gezien.

Van Halle naar Hamburg

Kort na zijn inschrijving aan de Universiteit kreeg Georg in maart 1702 de aanbieding om de organist van de Calvinistische kathedraal - de Domkirche - in Halle te vervangen. Zijn werk daar bestond uit het componeren van muziek ter begeleiding van de wekelijkse zang en samen met zijn leraar Zachau lukte het Georg om wekelijks iets nieuws ten gehore te brengen. Via zijn opleiding keerde Georg ook componist en multi-instrumentalist Georg Philipp Telemann (1681-1767) kennen met wie hij samen de werken van Johann Kuhnau (1660-1722) bestudeerde - de voorganger van J.S. Bach (1685-1750) in de Thomaskirche. In maart 1703 kwam er een einde aan Georgs 'baan' als organist waarna hij vermoedelijk een bezoek bracht aan Berlijn al was dit niet geheel duidelijk. Vervolgens reisde Georg door naar Hamburg waar hij nog hetzelfde jaar een baan accepteerde als violist en klavecimbelist in het orkest van de Hamburgse 'Oper am Gänsemarkt'. In 1705 bracht Georg met het Hamburgse orkest zijn eerste twee opera's 'Almira' (HWV 1) en 'Nero' (HWV 2) op de planken waarna drie jaar later 'Florindo' (HWV 3) en 'Daphne' (HWV 4) volgden.

Italiaans succes

Gedurende zijn tijd in Hamburg maakte Georg kennis met vele invloedrijke personen waarna een uitnodiging om naar de Italiaanse stad Florence te komen volgde. Gedurende de vier jaar dat hij in Italië verbleef componeerde hij voornamelijk werk in opdracht en wist bekendheid te verwerven met diverse Italiaanse opera's. Na een bezoek aan Florence, Rome, Napels en Venetië ging Georg op zoek naar een baan die hij vond in Engeland.

Uitnodiging

In de jaren in Hamburg had Georg diverse invloedrijke vrienden leren kennen zoals operaproducent Reinhard Keiser (1674-1739), componist Johann Mattheson (1681-1764) en kapelmeester Christoph Graupner (1683-1760). Vermoedelijk leerde hij in Hamburg ook de Toscaanse groothertog Gian Gastone de' Medici (1671-1737) kennen die een grote interesse had in de opera en hem uitnodigde om naar Italië te komen. Over de uitnodiging van Gian bestond enige onduidelijkheid aangezien zijn broer Ferdinando de' Medici, Grand Prinz van Toscane (1663-1713) ook een groot liefhebber en supporter was van de klassieke muziek en ook de persoon kon zijn geweest die de uitnodiging aan Georg had verstuurd. Wie van de broers hem dan ook uitnodigde feit was dat Georg het aanbod accepteerde en in 1706 naar Italië vertrok. Via de broers De' Medici leerde Georg de Italiaanse instrumentenmaker én uitvinder van de piano forte - Bartolomeo Cristofori (1655-1731) - kennen die Georg vervolgens meerdere malen vroeg om zijn nieuwe instrumenten te testen en te beoordelen.

De woning van de broers De' Medici in Italië / Bron: Niccolo Rigacci, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)De woning van de broers De' Medici in Italië / Bron: Niccolo Rigacci, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
Rome
Met de broers De' Medici als beschermheren wist Georg al snel naam te maken in Toscane wat leidde tot een uitnodiging voor het inwijden van het nieuwe orgel van de Pauselijke Aartsbasiliek van Sint-Jan van Lateranen te Rome. Naar aanleiding van de inwijding reisde Georg naar Rome en voltooide daar kort na aankomst zijn oratorium ''Il trionfo del tempo e del disinganno' (HWV 46a). Het oratorium werd vervolgens door de Italiaanse viool- en compositieleraar Arcangelo Corelli (1653-1713) ten gehore gebracht tijdens de wekelijkse academische bijeenkomst voor musici georganiseerd door de Italiaanse markies Francesco Maria Ruspoli (1672-1713), waarna de markies zo onder de indruk was van het werk dat hij Georg vroeg om langs te komen. Tijdens het bezoek vroeg de markies Georg om een aantal werken voor hem te componeren die zo in de smaak vielen dat Georg in de loop der jaren meer dan vijftig persoonlijke werken voor de markies schreef.

Kardinaal Ottoboni

Naast de opdrachten voor de markies maakten ook de Italiaanse edelen graag gebruik van de diensten van Georg en hij had zijn handen vol aan het voltooien van alle opdrachten. Hij wist zich met zijn harde werk in de kijker te spelen van de puissant rijke kardinaal Pietro Ottoboni (1667-1740) die aanbood om Georgs beschermheer te worden, een aanbod dat Georg meteen accepteerde. Door het inkomen dat Georg kreeg van de kardinaal kon hij het op het gebied van zijn werk iets rustiger aan doen en de vrije tijd die hij daar voor terug kreeg besteedde hij graag met contacten leggen in één van de vele Italiaanse salons. Tijdens één van deze bezoeken maakte Georg kennis met componist Allesandro Scarlatti (1660-1725) en zijn zoon Domenico (1685-1757), die bij zijn vader in opleiding was. Georg en Domenico bleken elkaar al snel als rivalen te beschouwen waarna Allesandro voorstelde een wedstrijd improviseren op het orgel te houden, die Georg glansrijk won. Na de 'wedstrijd' was de kou tussen Georg en Domenico uit de lucht en werd het tweetal in de loop der jaren goede vrienden.

Tour

In 1708 kreeg Georg de opdracht om een serenade te componeren ter ere van het huwelijk van hertog van Alvito en reisde naar Napels. Daar aangekomen voltooide hij zijn 'Aci, Galatea e Pilifemo' (HWV 72) die zeer goed werd ontvangen waarna Georg doorreisde naar Venetië om een bezoek te brengen aan kardinaal en librettist Vincenzo Grimani (1652 of 1655 - 1710). Tijdens zijn bezoek vond het jaarlijkse Venetiaans Carnaval plaats en geïnspireerd door het feest componeerde Georg zijn opera 'Agrippina' (HWV 6) waarbij het libretto was geschreven door zijn vriend Grimani. De première van 'Agrippina' op 26 december 1709 in het San Giovanni Griso Stomo theater te Venetië was zo'n enorm succes dat de opera in totaal zevenentwintig keer werd opgevoerd, een ongeëvenaard aantal uitvoeringen voor die tijd.

Verblijf in Londen

Door bemiddeling van een goede vriend kon Georg aan de slag als kapelmeester aan het hof van Hannover en reisde in de lente van 1710 naar de Duitse residentie van de koninklijke familie. Als snel na aankomst maakte hij een zeer succesvolle reis naar Londen waarna hij nog geen jaar besloot voor de tweede keer een bezoek te brengen aan de Engelse hoofdstad. Aangezien hij in Engeland het ene na het andere succes boekte besloot hij zijn Duitse nationaliteit te verruilen voor het Engelse staatsburgerschap en werd gevraagd om de persoonlijke muziekleraar van de Engelse Princess Royal te worden.

Kapelmeester

Aan Georgs reis door Italië kwam een einde toen hij door bemiddeling van zijn vriend Ernst August II van Brunswijk-Lüneburg (1629-1698) een baan kreeg aangeboden als kapelmeester aan het hof van de Engelse keizer van Hannover George I (1660-1727). In de lente van 1710 keerde Georg terug op Duitse bodem om tegen het einde van het jaar voor het eerst een reis te maken naar de Engelse hoofdstad Londen. Aangezien George I troonopvolger was van Groot-Brittannië en Ierland was hij met grote regelmaat te vinden in Londen waarbij Georg twee keer met hem mee reisde. Na aankomst in december 1710 wist Georg in recordtempo zijn opera 'Rinaldo' (HVW 7A en 7B) te voltooien en deze - met hulp van George I - ook al snel in het theater te brengen. Op 24 februari 1711 vond de première van 'Rinaldo' plaats in het Queens Theatre te Londen en was een daverend succes. Mede door het succes van zijn opera keerde Georg veel later terug naar Hannover dan hij aanvankelijk had gepland.

Koning George I van Groot-Brittannië / Bron: Godfrey Kneller, Wikimedia Commons (Publiek domein)Koning George I van Groot-Brittannië / Bron: Godfrey Kneller, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Londen
In 1712 reisde Georg voor de tweede keer naar Engeland waarbij hij in eerste instantie onderdak vond bij ene meneer Andrews, woonachtig te Barnes. Zijn verblijf bij meneer Andrews was echter van korte duur aangezien de pas achttien jaar oude én steenrijke graaf van Burlington - Richard Boyle (1695-1753) - besloot zich over de componist te ontfermen en aanbood zijn beschermheer te worden. Georg bedacht zich geen moment, accepteerde het aanbod van de graaf en verhuisde naar diens residentie welke was gelegen in Londen. Na zijn verhuizing stortte Georg zich op het componeren van zijn (Italiaanse) opera 'Amadigi di Gaulla' (HWV 11) die vervolgens op 25 mei 1715 in het Londense Kings Theatre in première ging. Naar aanleiding van zijn succes besloot Georg in Engeland te blijven en verruilde zijn Duitse nationaliteit voor het Engelse staatsburgerschap. Gezien zijn goede banden met - inmiddels - koning George I van Groot-Brittannië kreeg hij in 1717 het verzoek een muziekstuk te componeren ter begeleiding van het boottochtje van de koning over de Theems. Het door Georg gecomponeerde 'Water Music' (HWV 348, 349 en 350) werd één van zijn bekendste werken ooit en trok op de middag van de uitvoering zeer veel belangstellenden.

Royal Academy of Music

In 1719 werd Georg benaderd door Royal Academy of Music met het verzoek de bekende castraatzanger 'Il Senesino' - Francesco Bernardi (1686-1758) - te bezoeken in Dresden om hem, namens de Academy, een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden. Georg verbleef uiteindelijk enkele maanden in Dresden waarbij hij onder andere de opera 'Teofane' van zijn collega Antonio Lotti (1665 of 1667 - 1740) bezocht en speelde voor de keurvorst van Saksen, Frederik August (1670-1733). De reis van Georg bleek bij terugkeer op meerdere punten succesvol te zijn geweest aangezien hij de gelegenheid had gekregen naamsbekendheid op te bouwen in Dresden én de bekende castraatzanger een jaar later in Londen arriveerde om voor de Royal Academy aan de slag te gaan. Na terugkomst in Londen stortte Georg zich weer volledig op zijn werk en componeerde niet alleen vele werken in opdracht, maar schreef daarnaast ook nog composities voor zichzelf én voor het hof in Hannover.

Koninklijke leraar

In 1723 werd Georg gedwongen om het rustiger aan te doen aangezien hij de enorme hoeveelheid werk simpelweg niet langer meer aan kon. Hij besloot te verhuizen naar een comfortabele woning, gelegen in de chique Londense wijk Mayfair, stopte met het componeren van werken die voornamelijk in de privésfeer ten gehore werden gebracht en vroeg zijn jeugdvriend componist Johann Christoph Schmidt (1664-1728) om hulp. Door deze maatregelen was Georg in staat om zijn (bekendste) opera 'Giulio Cesare' (HWV 17) te componeren, het religieuze motet 'Silete Venti' (HWV 242) te publiceren en bracht in de tussentijd ook nog zijn opera 'Rodelinda' (HWV 19) op de planken. In 1727 leek het tij te keren toen de Royal Academy of Music failliet ging en de vraag naar Italiaanse opera's in hoog tempo afnam. Gelukkig werd Georg gevraagd om de Engelse Princes Royal, Anna van Hannover (1709-1759), muziekles te geven waardoor hij weer van een inkomen was voorzien.

Veranderingen

Georg maakte een korte tour door Engeland om meer ervaring op te doen met het Engelstalige operagenre en behaalde zijn eerste succes met een tweetal liederen dat in de opera van een andere componist ten gehore werd gebracht. Zijn eerste eigen Engelstalige werk volgde vervolgens in 1732 en werd een daverend succes. Na jaren van ongekend succes betekende de opkomst van 'The opera of the Nobility' de ondergang van Georg op het gebied van zijn Engelstalige werken.

Tour

Om gewend te raken aan het Engelse operagenre besloot Georg eerst een tweetal liederen te componeren getiteld: 'The faithful Maid' en 'Twas when the seas were roaring' (HVW 228-19), die beide ten gehore werden gebracht in de 'The Beggar's opera' van John Gay (1685-1732). Aangemoedigd door de positieve reacties op zijn liederen besloot Georg door te gaan met het schrijven van Engelse composities en deze in de theaters in en om Londen ten gehore te brengen. Tijdens één van zijn 'reizen' maakte hij kennis met componist Wilhelm Friedemann Bach (1710-1784), één van de zoons van de bekende componist Johann Sebastian Bach (1685-1750). Na enige tijd met elkaar over muziek te hebben gepraat nodigde Wilhelm Georg uit om hem aan zijn vader voor te stellen maar om onduidelijke redenen wees Georg de uitnodiging af. Hierna reisde hij verder waarbij hij onder andere een bezoek bracht aan zijn ernstige zieke moeder in zijn geboorteplaats Halle an der Saale.

De Engelse Princes Royal Anna van Hannover / Bron: Bernard Accama, Wikimedia Commons (Publiek domein)De Engelse Princes Royal Anna van Hannover / Bron: Bernard Accama, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Engelstalig succes
Zijn eerste Engelstalige werk dat hij op de planken bracht was aanvankelijk een stuk dat hij ter ere van de verjaardag van prinses Anna van Hannover had gecomponeerd. Zijn oratorium 'Esther' (HWV 50a) werd in 1731 binnen koninklijke kringen opgevoerd waarna prinses Anna zo enthousiast was over het werk dat ze Georg aanmoedigde om het stuk ook daadwerkelijk in het theater op te voeren. Georg besloot gehoor te geven aan het verzoek van de prinses en 'Esther' beleefde op 1 mei 1732 haar première in het Kings Theatre te Londen. Prinses Anna bleek het na de uitvoering bij het rechte eind te hebben gehad aangezien het stuk een daverend succes was. Helaas steeg de roem Georg na dit werk enigszins naar zijn hoofd aangezien hij besloot de prijzen voor de kaarten van zijn volgende uitvoerig - het oratorium 'Deborah' (HWV 51) - te verdubbelen. De abonnementshouders van het theater waren hier zo boos over dat ze tijdens de première van het stuk massaal zonder kaartje naar binnen drongen waarna Georg zijn verlies erkende en besloot zijn werk alsnog ten gehore te brengen.

The Opera of the Nobility

Vanaf het jaar 1733 kreeg Georg steeds meer problemen bij het produceren van zijn opera's toen een groep notabelen onder leiding van de prins of Wales - Frederick Lewis (1707-1751) - een operagezelschap oprichtte onder de naam 'The opera of the Nobility'. De opera of the Nobility ging al snel na oprichting de concurrentie met Georg aan door vele artiesten die bij hem onder contract stonden weg te kopen waardoor Georg na verloop van tijd een groot tekort aan goede zangers, zangeressen en muzikanten had. Georg had hierdoor zijn handen vol om voldoende mensen te vinden die in staat waren zijn werken te spelen en weigerde om deze reden dan ook om naar de Universiteit van Oxford te reizen om een eredoctoraat in ontvangst te nemen. Na jaren van ongekend succes kreeg Georg steeds meer kritiek te verduren waarbij met name het feit dat hij dat hij steeds meer buitenlandse artiesten voor zijn producties aantrok de goedkeuring van de vele Engelse theaterdirecteuren niet kon wegdragen. Na bijna bovenmenselijke inspanningen lukte het Georg om op 27 mei 1733 zijn nieuwste opera 'Orlando' (HWV 31) op de planken te krijgen, maar het werk werd - in tegenstelling tot zijn voorgaande werken - een grote flop.

Laatste jaren

Georg gooide in de laatste jaren van zijn leven het roer volledig om en componeerde nog diverse werken die met wisselend succes werden ontvangen. Gedurende zijn reis naar de Hollandse stad Haarlem kreeg Georg een ongeluk dat zijn zwakke gezondheid geen goed deed en hij werd tot overmaat van ramp ook nog blind aan één oog. In het jaar van zijn overlijden was Georg - in ogenschijnlijk goede gezondheid - nog eregast geweest tijdens de uitvoering van zijn eigen 'Messiah' maar overleed enkele dagen later op de leeftijd van vierenzeventig jaar.

Covent Garden

Naar aanleiding van het enorme succes van 'The opera of the Nobility' werd Georg gedwongen het roer om te gooien en besloot een geheel nieuw avontuur aan te gaan. Hij solliciteerde naar de functie van componist bij het Royal Opera House gelegen in de Engelse wijk Covent Garden en werd meteen aangenomen. Kort nadat hij in dienst was getreden, verbaasde Georg vriend en vijand door in zeer korte tijd de ode Alexanders Feast' (HWV 75) en de twee opera's 'Ariodante' (HWV 33) en 'Alccina' (HVW 34) op de planken te brengen in het Royal Opera House waarbij alle drie de werken zeer goed werden ontvangen. Mede door deze drie werken werd de flop van zijn vorige opera 'Orlando' al weer snel vergeten en Georg had heel muziekminnend Engeland laten zien nog wel degelijk een uitstekend componist te zijn.

Een gravure van The Royal Opera House uit 1804 / Bron: E. Pugh / James Fittler, Wikimedia Commons (Publiek domein)Een gravure van The Royal Opera House uit 1804 / Bron: E. Pugh / James Fittler, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Beroerte
Georg had het enorm naar zijn zin in Covent Garden en niets leek zijn terugkeer nog in de weg te staan tot hij in 1737 volledig onverwachts werd getroffen door een beroerte. Aangezien zijn herstel zeer langzaam en moeilijk verliep kregen zowel zijn werkgever als hijzelf twijfels of hij ooit nog op zijn oude niveau zou kunnen presteren en het vooruitzicht niet meer te kunnen componeren maakte dat Georg depressief werd. Na drie jaar lang te hebben aangemodderd besloot Georg in 1740 enkele maanden rust te nemen en reisde naar een kuuroord gelegen in de Duitse stad Aken. Gedurende zijn verblijf daar bracht hij veel tijd door in de thermale baden en verraste tevens de andere aanwezigen regelmatig door een stuk op het orgel te spelen. Na enkele maanden in Aken kwam Georg tot de conclusie dat hij zich iets beter voelde maar nog verre van hersteld was en besloot weer terug te keren naar Engeland.

Teleurstelling

Na veel pijn en moeite wist Georg in 1741 zijn opera 'Deidamia' (HWV 42) op de planken te brengen maar het werk werd geen succes omdat het door de bezoekers als 'achterhaald' werd bestempeld. Georg was een barokcomponist in hart en nieren maar tegen de tijd dat hij zijn werk voltooide, werd de barokperiode in de muziek langzaam verdrongen door het classicisme, een nieuwe stijl waar Georg moeilijk mee uit de voeten kon. Gezien zijn depressie en slechte gezondheid kon Georg de teleurstelling van het floppen van zijn opera maar moeilijk verkroppen waarna hij zijn heil zocht in te veel drank en voedsel. Hij kwam in korte tijd zeer veel aan waarna er tot overmaat van ramp ook nog spotprenten verschenen van de afglijdende componist.

Ongeluk

In het jaar 1750 besloot George voor een laatste maal zijn geboorteland Duitsland te bezoeken waarna hij doorreisde naar Haarlem, vermoedelijk om het orgel van de plaatselijke Grote Kerk te bespelen. Helaas kreeg Georg tussen de Hollandse steden Den Haag en Haarlem een ongeluk met zijn koets waardoor hij gedwongen werd zijn verdere reis af te breken. Na thuiskomst was hij enige tijd niet in staat om te componeren waardoor hij besloot zijn - eerder aangelegde - kunstcollectie verder uit te breiden. Hij kocht diverse werken aan waaronder een tweetal werken van de Hollandse schilders Rembrandt van Rijn (1606-1669) en Salomon van Ruysdael (Tussen 1600 en 1603 - 1670) die hij gedurende zijn reis door Holland had gezien. Na hersteld te zijn van zijn ongeluk begon hij met het componeren van zijn oratorium 'Jeptha' (HWV 70) maar werd gedurende het schrijven aan het werk blind aan zijn linkeroog. Na de voltooiing van 'Jeptha' liet Georg zich opereren aan staar maar helaas was de operatie alles behalve succesvol aangezien hij in het jaar 1753 volledig blind werd.

Overlijden

Nadat hij volledig blind was geworden besloot hij officieel te stoppen met zijn werk als componist en trad in de jaren die volgde alleen nog maar op als organist en/of dirigent. Op 6 april 1759 was Georg de eregast tijdens de traditionele laatste uitvoering van het seizoen in het Royal Opera House waarbij de leden zijn oratorium 'Messiah' (HWV 56) ten gehore brachten. Ondanks dat Georg er tijdens de uitvoering redelijk goed had uitgezien, overleed hij enkele dagen later, geheel tegen ieders verwachting in, op Stille Zaterdag (de zaterdag voor Pasen). Op 20 april 1759 werd het stoffelijk overschot van Georg - onder grote publiekelijke belangstelling - bijgezet in de West Minster Abbey te Londen. Aangezien Georg niet was getrouwd en geen nageslacht had verwerkt, verdeelde hij zijn vermogen onder enkele familieleden, zijn bediend personeel, een bevriende weduwe en zijn lijfarts. Zijn orgel liet hij na aan theaterdirecteur John Rich (1691 of 1692 - 1761) en zijn originele partituur van zijn oratorium 'Messiah' schonk hij aan een liefdadigheidsinstelling.

Het oeuvre van Georg Händel

Waar Georg een genie bleek te zijn op het gebied van de muziek was hij een ramp op het gebied van zijn administratie waardoor het na zijn dood moeilijk was vast te stellen hoeveel werken hij exact had geschreven. Zijn bekendheid verwierf hij door de vele opera's die hij componeerde waarbij er een duidelijk verschil was tussen de thema's in zijn Italiaanstalige en Engelstalige werken. Naast zijn opera's werden ook de vele oratoriums en cantates van zijn hand zeer populair en worden vandaag de dag dan ook nog geregeld ten gehore gebracht.

Verzameling

Helaas ging George gedurende zijn leven niet erg zorgzaam met zijn werken om waardoor er zowel tijdens zijn leven als na zijn dood diverse werken volledig of gedeeltelijk verloren gingen. Het totale oeuvre van de componist was hierom moeilijk vast te stellen tot de Engelse componist, organist en koorzanger Samuel Arnold (1740-1802) besloot de werken van Händel te catalogiseren. Een eerste uitgave van Arnolds catalogus volgde in 1789 maar helaas was hij niet in staat zijn werk te voltooien door een ernstige val van de trap. Vervolgens was het de in 1834 opgerichte Englisch Händel Society die besloot Arnolds werk over te nemen maar helaas kregen zij de financiering voor de publicatie van hun werk niet rond. Hierna besloot de Duitse musicoloog Friedrich Chrysander (1826-1901) er zijn levenswerk van te maken om de werken van Händel te bundelen en stelde in de jaren 1856 tot en met 1894 zijn zogenaamde 'Gesammtausgave' samen. Het werk van Chrysander bestond in totaal uit 93 delen inclusief zes supplementen en werd in 1955 opnieuw uitgebracht onder de naam 'Hallische Händel Ausgabe'. Vervolgens was het Bernd Baselt (1934-1993) die de 'Händel Ausgabe' zijn oorspronkelijke vorm gaf en publiceerde onder de naam 'Händel-Werke-Verzeichnis' simpelweg afgekort tot 'HWV'.

Handtekening van Georg Friedrich Händel / Bron: Connormah, George F. Handel, Wikimedia Commons (Publiek domein)Handtekening van Georg Friedrich Händel / Bron: Connormah, George F. Handel, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Oeuvre
Uit de verzameling werken die werd gebundeld in de 'HVW' bleek al snel dat Georg een zeer veelzijdig componiste was die vrijwel geen genre schuwde. Zo componeerde hij naast vele opera's ook nog rond de 29 oratoriums, meer dan 120 cantates, duetten en trio's, ongeveer 20 aria's en liederen en veel verschillende stukken kamermuziek. Opvallend was dat Georg ook diverse werken componeerde voor zogenaamde organische orgels, oftewel klokkenspelen. Gezien zijn opleiding bij Zachau was Georg een barokcomponist bij uitstek die met name in de latere jaren van zijn leven moeite had met het maken van de overgang van de barok naar het classicisme. Georgs werken werden gekenmerkt door een veelal magere en ietwat sobere bezetting die kenmerkend was voor de barok maar werd daarnaast omlijst door veel pracht en praal in de begeleidingen. Mede hierdoor werden de werken van Händel als zeer levendig en over het algemeen ook als opgewekt beschouwd.

Opera's

Zijn bekendheid bij het grote publiek verwierf Georg met zijn opera's waarvan hij er in zijn leven totaal 42 componeerde. Gezien de enorme vraag naar Italiaanse opera's in zijn beginjaren als componist maakte Georg in eerste instantie furore met dit genre maar werd na het faillissement van de Royal Academy of Music gedwongen de overstap naar Engelstalige opera's te maken. Bij het componeren van zijn opera's baseerde Georg zijn werken in eerste instantie op oude Venetiaanse volksverhalen maar maakte bij zijn Engelstalige werken de overstap naar veelal mythologische onderwerpen. Ook componeerde hij zijn werken altijd volgens het vaste patroon van een zogenaamd 'dramma per musica' (letterlijk vertaald drama op muziek) en begon hij het merendeel van zijn opera's door het opvoeren van een ouverture. Het verhaal werd vervolgens verteld door middel van de zogenaamde recitatieven (de gezongen delen van de opera), aria's of acceompagnato's (een zangsolo met lichte begeleiding en ondersteuning van een aantal instrumenten).

Oratorium

Naast zijn opera's stond Georg ook bekend om de vele oratoriums die hij componeerde waarbij het oratorium zich onderscheidde van een opera door geen gebruik te maken van decors of kostuums. In tegenstelling tot een opera was het bij het componeren van een oratorium nog meer van belang het publiek te boeien door een goed verhaal en gevarieerde muziek waar Georg een meester in was aangezien hij met name in zijn oratoriums graag experimenteerde. Van de vele oratoriums die hij schreef was er vrijwel geen één hetzelfde. Zo waren zijn werken Saul' (HWV 53) en 'Israel in Egypt' (HWV 54) uiterst sober in tegenstelling tot zijn 'L'Allegro, il Penseroso ed il Moderato' (HWV 55) wat juist uiterst modern en 'licht' aanvoelde. Met het werk 'Semele' (HWV 58) wist Georg op negatieve wijze de aandacht op zich te vestigen aangezien in het stuk een driehoekshouding centraal stond. Een onderwerp waar het publiek in die tijd duidelijk nog aan toe was.

Georg oratorium 'Hercules' (HWV 60) werd gezien als een compositorisch hoogtepunt door de 'waanzinsaria' 'Where shall I fly' die was verwerkt in het derde bedrijf van het stuk. Bij het componeren van de aria had Georg werkelijk alle compositorische regels aan zijn laars gelapt waardoor het werk al kwaliteit zo hoogstaand werd gezien dat geen enkele componist uit zijn tijd het werk kon evenaren. Nog voor hij aan zijn laatste reis naar Duitsland begon bracht hij zijn oratorium 'Theadora' (HWV 68) in 1750 in het theater waarbij Georg het aanwezige publiek verraste door de zaal zo in te delen dat ze de ruimte kregen om te dansen tijdens de uitvoering. Het bekendste werk op het gebied van zijn oratoriums was zijn 'Messiah' (HWV 56) waarvan het verhaal was gebaseerd op enkele teksten uit het Oude Testament. Het werk bleek na de première zo'n enorm succes dat het de dames werd verboden de uitvoeringen te bezoeken in een hoepelrok aangezien deze te veel ruimte in namen.

Cantates

Vanaf negenjarige leeftijd begon Georg met het componeren van cantates maar van zijn vele Duitstalige werken ging het merendeel in de loop der jaren verloren. Het merendeel van zijn Italiaanse cantates componeerde hij in opdracht van zijn vele Italiaanse opdrachtgevers en deze werken werden dan ook met name tijdens privégelegenheden ten gehore gebracht. Bij het componeren van cantates voor eigen gebruik had Georg had een voorliefde voor het componeren van werken voor sopranen. Bij het uitbrengen van zijn Spaanstalige cantate 'Nò se emenderá jamas' (HWV 40) wist hij alle aandacht op zich te vestigen door de zanger te laten begeleiden door een gitaar, een toen nog vrijwel onbekend instrument in Engeland. Uiteindelijk wist George het componeren van cantates naar een geheel nieuw level te brengen toen hij het zogenaamde 'basso continuo' in zijn werken introduceerde.

Basso continuo

Het basso continuo - simpelweg continuo - was een manier van begeleiden die met name in de periode van de barokmuziek veel werd gebruikt en omvatte het geïmproviseerde versierende en aanvullende spel dat samen met de baslijn de basis van een harmonie vormde. Bij het componeren van een continuo werkte Georg de baslijn volledig uit waarbij hij de harmonieën aanduidde door middel van het plaatsen van cijfers onder de bas-noten. De overige instrumenten kregen in het stuk een vrije rol toebedeeld waarbij de 'becijferde bas(noten)' de leidraad van het muziekstuk vormde. Door de baslijn in het stuk door verschillende instrumenten te laten vertolken - bijvoorbeeld door de cello in het eerste deel en door een luit in het tweede deel - waren Georgs werken altijd vernieuwd, afwisselend en verfrissend.
© 2017 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Familie van PruisenDuitsland was tot ver in de 19de eeuw een lappendeken van staatjes, die geregeerd werden door koningen, prinsen of herto…
Wie is Georg Listing?Wie is Georg Listing?Georg Listing is de bassist van de Duitse rockband Tokio Hotel. Hij is het oudste lid van de band. Hij werd op 31 maart…
Renaissancecomponist John BullRenaissancecomponist John BullDe renaissance was een interessante periode in de geschiedenis, gekenmerkt door een hernieuwde belangstelling voor kunst…
De invloed van Friedrich FröbelDe invloed van Friedrich FröbelFriedrich Wilhelm August Fröbel (Thüringen, 1782-1852) was een Duitse opvoedkundige. Hij wordt gezien als een van de gro…

Europese jongeren in Syrië: waarom vertrekken ze naar Syrië?Europese jongeren in Syrië: waarom vertrekken ze naar Syrië?Mensen denken vaak dat jongeren die naar Syrië vertrekken jongeren zijn uit gebroken gezinnen, dat het probleemjongeren…
Frédéric François Chopin (1810-1849) - ComponistFrédéric François Chopin (1810-1849) - ComponistFrédéric Chopin werd geboren in een klein dorpje in Polen waarna hij op jonge leeftijd verhuisde naar Warschau. Via zijn…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Balthasar Denner, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Georg_Friedrich_H%C3%A4ndel
  • https://www.geni.com/people/Georg-H%C3%A4ndel/6000000015720669595
  • https://www.geni.com/people/Anna-Kathe/6000000015720801419
  • https://www.geni.com/people/Sophia-Rosina-H%C3%A4ndel/6000000015720619903
  • https://www.geni.com/people/Gottfried-H%C3%A4ndel/6000000015720630883
  • https://www.geni.com/people/Anna-Barbara-H%C3%A4ndel/6000000015720779538
  • https://www.geni.com/people/Dorothea-Elisabet-H%C3%A4ndel/6000000015720863096
  • https://www.geni.com/people/Christoph-Handel/6000000000754054270
  • https://www.geni.com/people/Dorothea-Elisabeth-H%C3%A4ndel/6000000015720863289
  • https://www.geni.com/people/Dorothea-Handel/6000000000754054250
  • https://www.geni.com/people/Johanna-Handel/6000000000754054241
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Gian_Gastone_de%27_Medici
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Ferdinando_de%27_Medici
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/H%C3%A4ndel-Werke-Verzeichnis
  • https://en.wikipedia.org/wiki/H%C3%A4ndel-Werke-Verzeichnis
  • Afbeelding bron 1: Tamas Szalai, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • Afbeelding bron 2: Niccolo Rigacci, Wikimedia Commons (CC BY-2.5)
  • Afbeelding bron 3: Godfrey Kneller, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 4: Bernard Accama, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 5: E. Pugh / James Fittler, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 6: Connormah, George F. Handel, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Biografie
Bronnen en referenties: 22
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.