Jaap Dommisse (1929-1984)
Binnen de Nederlandse keramiek van de twintigste eeuw, heeft het werk van Jaap Dommisse een geheel eigen gezicht. De (meestal) gedecoreerde stukken, sterk geïnspireerd op de kunst van de COBRA-beweging, zijn vaak zeer overtuigend en fantasievol.
Jaap Dommisse werd geboren in 1929 in Herwijnen. Hij studeerde aan de Kunstacademie in Arnhem en volgde een opleiding tot edelsmid in Schoonhoven. In 1952 kwam hij in contact met Jan van Stolk (die aanvankelijk een atelier in Nijmegen had en vanaf 1953 in Oosterbeek), bij wie hij tot 1959 zou werken en het vak zou leren. Uit deze periode zijn veel werkstukken bekend die door Van Stolk gedraaid werden en door Dommisse van een decor werden voorzien.
Eigen atelier
In 1959 begon Dommisse voor zichzelf, aan de Utrechtseweg in Oosterbeek. Hij had echter veel te stellen met zijn gezondheid. Naast een erfelijke aandoening (Achondroplasie, een vorm van dwerggroei), leed hij aan een chronische longaandoening. Mede om die reden ging hij in 1971 naar Vlissingen waar hij tot 1973 woonde en werkte. Na zijn terugkeer naar Oosterbeek, heeft hij –op doktersadvies- geen werk meer gemaakt.
De serieproductie
Het werk van Dommisse heeft een zeer eigen karakter. Vrijwel al het seriewerk van Dommisse is gedecoreerd op een even fantasierijke als abstracte manier. De vorm van het object is hierbij volledig ondergeschikt, of –in zijn eigen woorden- ‘kapotgemaakt’. Zoals hijzelf in een interview in 1970 zei: “Het zal wel een vorm van agressiviteit zijn, maar zolang ik die hier nog in kwijt kan…”. Zijn omvangrijke seriematige productie bestaat dan ook uit een zeer beperkt aantal modellen. Vazen, kommetjes, dekselpotten en opvallend veel schotels en wandborden. Dommisse maakte gedurende zijn hele carrière gebruik van mangaanklei en sinterengobes. Het werk werd slechts eenmaal gebakken, op zeer hoge temperatuur waardoor het dichtsinterde en de zo typerende ruwe oppervlaktestructuur kreeg. De stukken zijn vrijwel altijd gesigneerd en voorzien van een nummer, dat betrekking heeft op het gebruikte glazuur.
Unica’s
Jaap Dommisse kon redelijk rondkomen door de verkoop van zijn serieproductie, al ging dit laatste hem aanvankelijk moeilijk af. Hij was niet commercieel ingesteld en had ook een vrij negatieve kijk op het keramistenvak. In het eerder genoemde interview uit 1970 stelt hij dat keramisten in een randgebied werken en hun vak een aflopende zaak is. “Gebruiksvoorwerpen maken is zinloos: ze zijn goedkoper, praktischer en blijvender als ze in plastic zijn uitgevoerd.” De echte vreugde haalde Jaap Dommisse dan ook uit het maken van unica-stukken. Veelal mensfiguren, ‘robotachtige’ wezens en muurreliëfs. Het stuk op onderstaande foto (afkomstig uit COSA, 1970) heet ‘Wachter’ en werd door de gemeente Oosterbeek aangekocht om de kunstenaar te ondersteunen tijdens een ziekteperiode.
Tot slot
Jaap Dommisse heeft een zeer unieke bijdrage geleverd aan de Nederlandse keramiek van de twintigste eeuw. Zijn werk is dan ook zeer gewild bij een groeiende groep verzamelaars en liefhebbers.
© 2010 - 2024 Robbum, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Jan van Stolk (1920-1997)Jan van Stolk heeft een lange carrière als keramist gehad. Zijn werk is zeer herkenbaar en heeft veel navolging gehad bi…
Dirk Hubers (1913-2003)Dirk Hubers heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Nederlandse keramiek van de twintigste eeuw. Zi…
Jaap Ravelli (1916-2011)De keramiek van Jaap Ravelli behoort zonder twijfel tot de meest herkenbare in de Nederlandse keramiekgeschiedenis van d…
Robert Capa, oorlogsfotograafRobert Capa is een van de meest bekende oorlogsjournalisten van de 20e eeuw geweest. in zijn carriere die liep van het m…
Bert Nienhuis (1873-1960)Bert Nienhuis heeft als kunstenaar en docent een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Nederlandse keramiek…