Bert Nienhuis (1873-1960)
Bert Nienhuis heeft als kunstenaar en docent een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de Nederlandse keramiek in de twintigste eeuw. Zijn liefde voor het vak en zijn uitgesproken mening hebben vele kunstenaars beïnvloed.Bert Nienhuis werd geboren in 1873 in Groningen. Na lessen te hebben gevolgd aan de Tekenacademie in Groningen, ging hij naar Amsterdam waar hij een opleiding aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid ging volgen. In 1895 werd hij ontwerper en schilder bij De Distel, een plateelfabriek die in datzelfde jaar was opgericht door J.M. Lob. In 1896 begon Nienhuis een eigen tegelbakkerij in Watergraafsmeer, ‘De Lotus’. Nadat dit bedrijfje in 1901 werd samengevoegd met De Distel, kreeg hij de leiding over de decoratieve afdeling. In deze tijd gaf hij ook les aan de Kunstnijverheidsschool in Haarlem.
Hagen Duitsland
In Hagen had de Duitse avant-gardist karl-Erns Osthaus een kunstenaarskolonie opgericht waar ondermeer Henri van de Velde, Peter Behrens, Johan Thorn Prikker en Frans Zwollo werkzaam waren. In 1909 haalde Osthaus de Nederlandse architect J.L.M. Lauweriks naar Duitsland die in 1911, als directeur van het Handfertigkeitsseminar, op zijn beurt Bert Nienhuis overhaalde om keramiekdocent te worden. Hiervoor werd een nieuwe keramiekafdeling opgericht. Naast lesgeven begon Nienhuis hier met het vervaardigen van handgeknede vormen, waarmee de basis werd gelegd voor zijn verdere carrière. Hij zou hier ongeveer 6 jaar blijven en keerde in 1917 terug naar Nederland.De Quellinusschool
Tussen 1917 en 1937 gaf Nienhuis les aan de Quellinusschool in Amsterdam, waar in 1917 een aparte keramiekafdeling was ingericht. Een citaat uit het jaarverslag van 1917-1918: “De Ceramiekklasse heeft tot doel om door gecombineerde opleiding in technische- en artistieke richting, goed ontwikkelde vakbeoefenaars te vormen, die na drie of vier jaren studie de grondslagen van het vak volledig beheerschen en deze –al naar het talent van den leerling- in technische of artistieke richting kunnen uitbouwen”. In feite was deze keramiekklas de eerste officiële keramiekopleiding in Nederland.De Quellinusschool werd in 1924 –na samenvoeging met ondermeer de Rijksschool voor Kunstnijverheid en de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijzers- hernoemd naar Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs Amsterdam. In 1960 ging de naam over in de Rietveldacademie, als eerbetoon aan de architect die het nieuwe gebouw had ontworpen.