Herinneringen van een schoolmeester - W.G. van de Hulst
In “Herinneringen van een schoolmeester” beschrijft Willem Gerrit van de Hulst zijn leven vanaf zijn vroegste herinneringen tot aan zijn pensionering als hoofdonderwijzer. We kennen W.G. van de Hulst vooral als kinderboekenschrijver. Zijn kenmerkende eigen schrijfstijl is ook in deze autobiografie terug te vinden.
Man van eenvoud
In het levensverhaal van W.G. van de Hulst leren we de schrijver kennen aan de hand van de grote en kleine gebeurtenissen die worden beschreven. Van de Hulst was een man van eenvoud, een gelovig man, die het geluk zag en vond in kleine dingen.
Maar ook een geboren schoolmeester, die met tact en inlevingsvermogen veel meer wist te bereiken dan de doorsnee meester met lijfstraf.
Daar hield Van de Hulst zich verre van en dat had hij ook niet nodig.
Zijn eigen ervaringen en jeugdherinneringen maakten, dat hij zich uitermate goed kon inleven in de belevingswereld van het kind.
Levenstaak
Hij verkoos de school waar de armsten van de armsten, het uitschot van de samenleving naar toe ging ( klei afgravers, stenenbakkers), boven een school voor de kinderen van de burgerij. Hij zag hierin voor zich een taak weggelegd.
Kenmerkende schrijfstijl
De aparte stijl van schrijven die zo kenmerkend is voor de kinderboeken van Van de Hulst is ook duidelijk in zijn autobiografisch werk te herkennen. Denk daarbij aan de eenvoud, de herkenbare situaties, het gebruik van korte zinnetjes, veel herhalingen, zinnetjes die niet af zijn, alsof het spreektaal is en het veelvuldig gebruik van stippellijntjes en gedachtestrepen om de eventuele voorlezer te helpen.
Jeugd
Willem Gerrit van de Hulst kwam in 1879 in Utrecht ter wereld, als oudste zoon van steenhouwer Willem Gerrit van de Hulst en zijn vrouw Johanna Anthonia de Jager.
Hij groeide op met nog een jongere broer. Daarvoor had het gezin twee dochters op jonge leeftijd verloren. Meer leed bleef het gezin niet bespaard.
Toen zijn vader overleed -hij was pas 7 jaar- moest Willem naar de Nederlandse Hervormde Diaconieschool. Hier gingen vooral kinderen uit arme, sociaal zwakke gezinnen naar toe. Het was door het hoofd van deze school, dat Willem niet in de voetsporen van zijn vader trad, maar koos voor het vak van onderwijzer.
In het onderwijs
Zijn eerste baan in het onderwijs was eveneens aan een Diaconieschool. Na het vervullen van zijn dienstplicht, kreeg hij een baan aan een andere school, maar hier voelde hij zich totaal niet op zijn plaats. Uiteindelijk kon hij terug naar zijn “oude” school, waar hij in 1913 hoofdonderwijzer werd.
De kinderen die zijn school bezochten genoten vaak niet meer algemeen onderwijs dan bij hem op school, een uitzondering daargelaten die nog de huishoudschool of het nijverheidsonderwijs volgde.
In zijn lessen stond het kind centraal. Dat moest worden opgevoed in vrijheid en verantwoordelijkheid. In dat opzicht volgde hij Jan Ligthart.
Persoonlijk leven
Toen hun moeder in 1905 overleed bleven Willem en zijn broer Hendrikus Christoffel die boekbinder was, samen met een huishoudster, nog anderhalf jaar in hun geboortehuis wonen.
Twee jaar later trouwde Willem Gerrit met Johanna Cornelia van Arkel. Ze verhuisden naar de Croesestraat. Twee dochters werden er geboren (Josina en Josian Willy). Korte tijd later overleed zijn vrouw.
Willem en zijn kinderen trokken tijdelijk in bij zijn schoonmoeder.
Tijdens de mobilisatie in 1914-1915 ontmoette Willem zijn tweede vrouw Jeanette Maan, dochter van een gereformeerd predikant in Vreeland. In 1916 trouwden zij. Het gezin werd uitgebreid met vier kinderen: Willem Gerrit, Hendrik Christoffel, Jean en Maria Nelly.
Maatschappelijke functies en beëindiging onderwijscarrière
Maatschappelijk gezien had Van de Hulst weinig nevenfuncties. Wel was hij lid van deChristelijke Auteurs Kring waar ook bijvoorbeeld Anne de Vries lid van was. Vanaf 1916 had hij geen eigen klas meer, maar was ambulant hoofd en gaf o.a. les in “aardrijkskunde van het Heilige Land”.
Op 60 jarige leeftijd trok hij zich terug uit het onderwijs.
De schrijver W.G. van de Hulst
Willem Gerrit had zijn hele leven een passie voor lezen. Daarnaast bleek tijdens zijn onderwijscarrière, dat hij enorm boeiend kon vertellen. Hij was een meester in het creëren van een bepaalde sfeer en het tot leven brengen van personages. Dat hij zijn verhalen op papier ging zetten kwam vooral omdat er naar zijn mening nog maar zo weinig leuke kinderboeken waren.
Zijn eerste boek, “Willem Wycherts”, een historische jeugdroman, schreef hij in 1908 onder het pseudoniem Jan van de Croese.
De naam leidde hij af van de al genoemde Croesestraat, waar hij destijds woonde.
Zijn inspiratie haalde Van de Hulst met name uit zijn Christelijke achtergrond en het gebied waar hij leefde en werkte. Met zijn boeken droeg hij een boodschap uit, maar het verhaal was evengoed belangrijk. Daarnaast waren ook Frederik van Eeden en Herman de Man voorbeelden voor hem.
Het leidde tot een succesvol oeuvre van bijna honderd boeken. De prachtige illustraties van zijn zoon Willem Gerrit, en van Tjeerd Bottema, J.H. Isings en Sierk Schröder mogen daarbij ook wel even worden vermeld. Naast kinderboeken waaronder een serie van 21 boekjes “Voor onze kleinen”, schreef hij ook over pedagogische onderwerpen. Hij benadrukte bijvoorbeeld hoe belangrijk voorlezen is voor kinderen.
Zijn lievelingsboek was “Peerke en z’n kameraden”.
Toen ons land in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers bezet was, was het een verboden boek. In het verhaal komt namelijk duidelijk naar voren hoe de opa van Peerke de Duitsers haat, voor wat ze zijn familie hebben aangedaan in de oorlog van 1914-1918..
Beroemde tijdgenoten
Van de Hulst had beroemde tijdgenoten zoals Nynke van Hichtum, Joh. C. Kieviet en Chris van Abcoude, maar kende ze niet. Ze hoorden niet tot zijn protestants-christelijke milieu.
Lintjes
In 1937werd Van de Hulst benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau en op zijn tachtigste werd hij Officier in de Orde van Oranje Nassau. Zijn oude school werd naar hem genoemd. Ondanks dit alles bleef hij een bescheiden man. In 1963 overleed hij in Utrecht..
Bekende boeken o.a.:
- Willem Wicherts 1907
- Ouwe Bram 1909
- Jaap Holm en z’n vrienden 1910
- Peerke en zijn kameraden 1919
- Van Bob en Bep en Brammetje 1921
- Allemaal katjes 1922
- Het huisje in de sneeuw 1924
- Van drie domme zusjes 1925
- Bruun de beer 1927
- Het wegje in het koren 1929
- Rozemarijntje cyclus 1933
- In de Soete Suykerbol 1936-1948 (Van de Hulst sr. schreef tekstjes bij de tekeningen van zijn zoon Van de Hulst jr)
- Herinneringen van een schoolmeester 1949
- De boom groeide Twee honderd jaar Ned. Herv. Gem. Scholen Utrecht 1748-1948 uit 1948
- Het klompje dat op het water dreef 1948