Moeder Teresa, Moderne Heilige

Moeder Teresa is de non die in de sloppen van Calcutta, India, zich inzette voor de armsten der armen. Zij vestigde een nieuwe orde binnen de Rooms Katholieke Kerk en haar manier van werken kreeg ingang in vele landen in de rest van de wereld. Deze kleine vrouw uit Skopje is inmiddels heilig verklaard.

Een roeping

Moeder Teresa werd geboren als Agnes Gonxha Bojaxhiu op 27 augustus 1910 in Skopje, het tegenwoordige Macedonië. Haar vader was van Albaanse komaf. Op dat moment maakte Skopje nog deel uit van het Ottomaanse Rijk. Haar ouders waren Rooms-Katholiek en Moeder Teresa ging naar een katholieke school. Toen ze negen was overleed haar vader, maar haar moeder zette zich volledig in voor haar gezin. Rond haar twaalde kreeg Moeder Teresa het gevoel of de roeping dat ze zich in moest zetten voor de armen. Later werd dat gevoel gerichter, ze raakte geïnteresseerd in de verhalen over Joegoslavische Jesuïten die in India werkten.

Calcutta, India

Op haar achtiende ging moeder Teresa naar Ierland om zich daar aan te sluiten bij de Zusters van Loretto, die in een missie hadden in Calcutta. Ze leerde Engels en kreeg een nieuwe naam: Zuster Mary Teresa, vernoemd naar de heilige Thérese van Lisieux. Moeder Teresa werd opgeleid in Ierland en vertrok vervolgens naar India. Daar ging ze aanvankelijk les geven aan de St.Mary School for Girls. In 1931 legde ze haar eerste geloften af en in 1937 werden die gevolgd door haar laatste geloften: ze zou voor altijd een bruid van Jezus zijn. Vanaf dat moment werd ze Moeder Teresa genoemd. In 1944 werd ze directrice van de school waar ze les gaf. In 1946 voelde ze ‘een roeping binnen een roeping’, zoals ze het zelf noemde, om buiten het kloosterleven om met armen te werken. Twee jaar later kreeg ze toestemming om zich los te maken van de Zusters van Loretto en nieuw werk te beginnen onder de aartsbisschop van Calcutta. Op 17 augustus 1948 droeg ze voor het eerst de witte sari met de blauwe bies, waar haar orde later om bekend zou staan.

Orde van de Missionarissen van de Naasteliefde

Moeder Teresa volgde een intensieve medische training en begon vervolgens met het opzetten voor scholing voor de allerarmste kinderen in de slums. Al snel kreeg ze financiële steun en had ze vrijwilligers die haar holpen. In 7 oktober 1950 kreeg haar Orde van de Missionarissen van de Naasteliefde een officiële status in het Aartsbisdom Calcutta. De leden legde de gewone geloften van kuisheid, armoede en gehoorzaamheid af, maar daarnaast was er nog een vierde gelofte, om hulp te geven aan de allerarmsten. Moeder Teresa maakte handig gebruik van de publiciteit die ze kreeg. Ze ging zich ook inzetten voor leperalijders en zette een weeshuis op. Haar orde was zo’n succes dat ze ook naar andere landen ging om daar nieuwe afdelingen van haar orde te stichten. In 1979 had ze meer dan 200 projecten lopen in 25 verschillende landen. In dat jaar kreeg ze ook de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt. In 1986 wist ze zelfs Fidel Castro over te halen om een missie op Cuba te vestigen. Ook in andere afgesloten gebieden zoals de Sovjet-Unie en haar eigen Albanië werden missies gevestigd.

Liefde

Iedereen was het er over eens dat Moeder Teresa zelf de reden voor het grote succes van haar orde was. Ze deed haar werk zonder te kijken naar achterliggende politieke of culturele redenen voor armoede. Ze gaf hulp zonder daar ook maar iets voor te verwachten of veranderingen te eisen. Wat Moeder Teresa betreft was het geven van hulp een werk van liefde. Wanneer de aandacht op haar persoon werd gevestigd leidde ze die altijd richting haar werk en richting God. In de jaren tachtig en negentig ging haar gezondheid achteruit en had ze problemen met haar hart. In 1997 werd dan ook besloten dat iemand de leiding over de orde moest overnemen en de keuze viel op Zuster Nirmala. Moeder Teresa stond haar echter nog wel met advies ter zijde. Op 5 september 1997 overleed ze op 87-jarige leeftijd. In de hele wereld rouwden mensen om haar.

Zalig

Tijdens haar leven vielen Moeder Teresa tal van prijzen ten deel. Maar na haar dood kreeg ze de grootste erkenning die er mogelijk is voor een lid van de Katholieke Kerk. Paus Johannes Paulus ll zette het mechanisme voor haar heilig-verklaring in werking. Normaal gebeurd dit pas minimaal twee jaar na de dood van iemand, maar voor Moeder Teresa werd een uitzondering gemaakt. Op 20 december 2002 werd ze zalig verklaard, de eerste stap op weg naar heiligheid.