'Out of the Box' denken in tijden van culturele kaalslag

In hoeverre kan fysieke en visuele vernieuwing van cultuurinstellingen uitkomst bieden in het huidige cultureel klimaat?

BTW-verhoging

Geïrriteerd door de btw-verhoging voor theaters en podia gaf het bestuur van poppodium Paard van Troje in Den Haag, in het najaar van 2011, te kennen een pop-museum te worden. Dit was ten tijden van de btw-verhoging van 6% naar 19%. Kort na de aankondiging van 'het Paard' bleek echter dat deze niet echt was, maar dat 'het Paard' met deze actie een serieuze boodschap richting de politiek wilde sturen en aantonen dat het niet terecht is dat een museum geen btw – verhoging krijgt en een poppodium wel. De botte bijl die momenteel door cultureel Nederland zwaait, met wederom een btw-verhoging van 19% naar 21%, lijkt moeite te hebben met het verantwoorden van haar keuzes. Deze lijken meer gericht op uiterlijk en niet op innerlijk. Want wie bepaald dat het bijwonen van een concert niet hetzelfde kan zijn als live onderdeel uitmaken van de pop-geschiedschrijving en documentatie in een zogenaamd pop-museum.

Fysieke en visuele vernieuwing

Het denken over fysieke en visuele vernieuwing van cultuurinstellingen brengt direct een heikel punt met zich mee. ‘Waar het bedrijfsleven moet blijven innoveren om te kunnen overleven, is het proces van verandering in cultuurinstellingen veel minder dynamisch’. We kunnen stellen dat deze dynamiek vandaag de dag noodgedwongen met grote sprongen vooruit gaat, maar het blijft een onontkoombaar feit dat de meeste cultuurinstellingen op het vlak van financieel overleven jaren achter lopen op het bedrijfsleven. Om in een koud cultureel klimaat te kunnen blijven bestaan moeten er eigen inkomsten gegenereerd worden. Hier is allereerst de interesse van het publiek voor nodig. Een mogelijke manier om als mens aandacht op je te vestigen kan het dragen van bepaalde kleding zijn. Ook voor een cultuurinstelling kan de ‘kleding’ en het wel of niet meegaan met ‘modetrends’ bepalend zijn voor de toestroom van publiek.

Concurrentie

Doordat de mogelijkheden voor het doorbrengen van onze vrije tijd enorm zijn toegenomen moeten cultuurinstellingen steviger concurreren. Was het eerst zo dat de inhoudelijkheid van een programma voldoende was om publiek te trekken, nu is het vooral de uitstraling, zichtbaarheid en openheid van het gebouw zelf die ervoor zorgt dat het publiek, te midden van de overvloed aan aanbod van zowel programma’s als cultuurinstellingen waar diezelfde programma’s te zien zijn, kiest om nu juist bij de ene en niet bij de andere instelling naar binnen te gaan. Het fysieke gebouw wordt steeds meer bepalend voor het succes van de cultuurinstelling. Kernwoorden hierbij zijn: dynamisch, veelzijdig, toegankelijk, opvallend, commercieel en cultureel ondernemend. Het publiek is steeds meer gericht op beleving, inspiratie, afwisseling en comfort en verwacht dit ook terug te zien in de culturele instelling.

Mogelijkheden I

Terugkomend op het Paard van Troje kan in dit licht van fysieke en visuele vernieuwing aangenomen worden dat een verandering van traditioneel poppodium naar een interactief pop-museum, waarbij publiek mede verantwoordelijk wordt gemaakt voor de geschiedenis van deze kunstdiscipline, helemaal geen verkeerd idee zou zijn. Immers, het is cultureel ondernemend, opvallend, inspirerend, commercieel en een hele beleving. In het huidige cultureel klimaat wordt deze vorm van ‘out of the box’ denken steeds meer noodzaak. Alle mogelijke manieren die cultuurinstellingen hebben, zouden aangewend moeten worden om het huidige kabinet te overtuigen van het belang van kunst en cultuur in het algemeen en in het bijzonder in de eigen instelling.

Mogelijkheden II

Het belang van investeren in vernieuwende inrichting van de cultuurinstelling kan tevens uitgelegd worden aan de hand van de relatie tussen de fysieke omgeving en het gedrag van mensen. Er blijkt een relatie te bestaan tussen de ruimtelijke omgeving enerzijds en de kwaliteit van het leefklimaat anderzijds. Het Amerikaanse model van de perceptie, waardering en beleving van de omgeving (Bell, Greene, Fisher & Baum, 2006) stelt dat de waarneming van de omgeving enerzijds wordt beïnvloed door objectieve fysieke eigenschappen en anderzijds door individuele, sociale, situationele en culturele factoren. Indien zowel de objectieve eigenschappen als de subjectieve factoren een beleving oproepen ‘binnen het optimale gebied’ dan ontstaat er homeostase. Indien de beleving wordt ervaren als ‘buiten het optimale gebied’ ontstaat er stress, overlading en verzet.

Het lijkt er op dat het wachten is op het eerste poppodium dat zich laat omdopen tot gezondheidspodium voor de mens in de fysieke en visuele omgeving en daarmee de gehele btw kwestie ontduikt.
© 2012 - 2024 Koosjelaan, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Het Pine & Gilmore belevingsmodelHet Pine & Gilmore is een model waarbij de beleving centraal staat. In deze tijd is beleving een steeds belangrijker ite…
The Interactive Experience ModelEen belangrijke eigenschap van de belevenis is dat zij uniek en niet standaardiseerbaar is, want de consument produceert…
Visies op de pluriforme samenlevingVisies op de pluriforme samenlevingBinnen de multiculturele samenleving zijn er twee visies te onderscheiden: de cultuurrelativisten en de cultuuruniversal…
Diversiteit binnen een bedrijfDiversiteit komt voor in allerlei soorten en maten. Diversiteit wordt veroorzaakt door verschillen tussen mensen. Het sa…

Gesubsidieerde Amsterdamse kunstinstellingenDoordat de economische betekenis van kunst en cultuur vanaf de jaren ’90 een steeds grotere rol is gaan spelen in het cu…
De Haka: dans van de MaoriDe Haka: dans van de MaoriDe haka, de rituele krijgsdans van de Maori, maakt deel uit van de culturele traditie van Nieuw-Zeeland, maar ook van en…
Bronnen en referenties
  • Idema, J., R van Herpt. Beyond the black box and the white cube. Hoe we onze musea en theaters kunnen vernieuwen. LAgroup 2010.
  • Jolles, A., Beusekom, J. van., red. Hey Ho, Let’s Go, poppodia in Nederland. Nai Uitgevers 2007.
  • Dovey, K. Framing Places, mediating power in built form. Rootledge 1999, reprinted 2001.
  • Alexander, Victoria D. Sociology of the arts, exploring fine and popular forms. Blackwell publishing 2003.
  • Eikeren, J, van. ‘Fysieke vernieuwing van poppodia.’ Masterthesis. Universiteit Utrecht, 2010.
  • Oort, P, van., L. Zwaans. Knelpunten in de podiumsector. Analyse. Culturele zaken/ Signo&S 2007.
Koosjelaan (9 artikelen)
Gepubliceerd: 28-10-2012
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 6
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.