Verdwenen stad Troje
Eeuwenlang heeft de mythe van het beleg en de plundering van Troje tot de verbeelding gesproken en avonturiers geïnspireerd tot een zoektocht naar deze verwoeste stad. Pas in 1871 lukte het Heinrich Schliemann (Duits zakenman en archeoloog) om de schatten van koning Priamus te ontdekken.
De legende
Hera, Athene en Afrodite
De heroïsche strijd tussen de Grieken en de Trojanen begon toen drie godinnen, te weten: Hera, Athene en Afrodite aan de knappe Paris vroegen om te beslissen wie van hen het mooist was. Afrodite had Paris omgekocht met de belofte dat hij de liefde van de vrouw van zijn keuze zou winnen. Daarom besliste Paris dat Afrodite de mooiste van de godinnen was. Uit dankbaarheid loste Afrodite haar belofte in. Paris mocht de vrouw van zijn keuze kiezen en hij koos Helena, de vrouw van koning Menelaüs van Sparta. Sparta echter was een van de machtigste stadstaten van Griekenland. Met de hulp van Afrodite wist Paris met Helena te ontkomen en koos Troje tot toevluchtsoord. Troje was een stad die ongeveer 500 km van Sparta vandaan aan de kust van Klein-Azië lag. Het was niet zo vreemd dat Paris voor Troje koos, want hoewel Paris als schapenhoeder was groot gebracht was hij eigenlijk een prins. Paris was namelijk een van de zonen van Priamus, koning van Troje.
Aanval op Troje
Koning Menelaüs was woedend en zwoer wraak. Zijn machtige vloot voer uit voor een aanval op Troje. Tien jaar lang werd de ommuurde stad belegerd. De Trojanen gaven zich echter niet over. Omdat het met kracht niet lukte, zochten de Grieken hun heil in een list. Ze bouwden een gigantisch houten paard, waarin ze krijgers verborgen. Daarna lieten ze het voor de stadspoorten achter. Zo nodigden ze de Trojanen uit het paard als geschenk binnen hun stadsmuren te halen. De Grieken gingen aan boord van hun schepen en zeilden demonstratief weg. Ze voerden echter slechts tot buiten het gezichtsveld van de Trojanen. De verheugde inwoners van Troje haalden jubelend het paard de stad binnen.
Helena en Menelaüs verenigd
Die nacht kropen de Griekse soldaten uit het paard en openden de stadspoorten van Troje voor hun leger, dat onder dekking van de duisternis was teruggekeerd. De meeste mannen van Troje , waaronder ook Paris, werden gedood en de vrouwen als slavinnen buitgemaakt. Helena, wier schoonheid een vloot van 1.000 schepen had doen uitvaren, werd met haar echtgenoot Menelaüs herenigd. De stad werd in de as gelegd waardoor de fundering voor toekomstige nederzettingen gelegd was. Ten slotte verdwenen ook die totdat de archeoloog Heinrich Schliemann zijn jongensdroom waarmaakte en de stad uit het eeuwenlang opgehoopte stof opgroef.
De archeoloog
Heinrich Schliemann was als kind al dol op het verhaal van Troje. Gedreven door zijn verlangen om de feiten achter de legende van de belegerde stad uit het epos van Homerus te kunnen achterhalen besloot deze Duitse zakenman zijn geld te steken in een speurtocht naar de verdwenen stad. Uit betrouwbare geschiedkundige bronnen wist hij dat er een oude nederzetting onder de naam Troje had bestaan, maar dat die nederzetting sedert 355 na Christus niet meer vermeld was.
De opgravingen
Op de eerste locatie waar Heinrich ging graven vond hij geen spoor van Troje. Daarom besloot hij zijn werkterrein te verleggen naar een door mensenhand gevormde heuvel even buiten de nabijgelegen stad Hissarlik. De plaatselijke overlevering staafde het idee dat onder die heuvel Troje zou kunnen liggen. In 1871 begon Heinrich samen met zijn jonge Griekse vrouw en een honderdtal arbeiders te graven. Ongeveer 250 km ten zuiden van Hissarlik ligt Izmir (het huidige Smyrna), waar Homerus 3000 jaar geleden geboren werd. Homerus is de schrijver die in zijn Ilias verhaalde over Troje.
Werk van Heinrich Schliemann
Heinrich leefde van 1822 tot 1890. Hij was een bevlogen maar uiterst onsystematisch amateur archeoloog. Daardoor verstoorde hij onbewust tijdens zijn opgravingen bewijsmateriaal dat zorgvuldig doorzocht had moeten worden. Ook verwijderde hij voorwerpen zonder de herkomst ervan vast te leggen. Wel kwamen dankzij Heinrich's werkzaamheden oude verdedigingswerken en talloze wapens en gebruiksvoorwerpen aan het licht. Hoewel Heinrich ervan overtuigd was dat hij Troje had gevonden, waren veel klassieke geleerden sceptisch. Een van Heinrich's aanhangers echter was W.E. Gladstone (Britse premier) die zelf een autoriteit was op het gebied van de klassieke oudheid.
De schatten van Troje
Toen Heinrich in Hissarlik aan het graven was, stuitte hij op vele gouden juwelen, zilveren bekers en vazen alsmede bronzen wapens, die hij toeschreef aan koning Priamus. Eigenmachtig optredend gaf Heinrich de schatten aan zijn vrouw Sophia. Sophia knoopte ze in haar sjaal en nam ze mee voordat Turkse ambtenaren ze konden onderzoeken. Het publiek misgunde Heinrich deze kostbaarheden niet, vooral niet toen er een foto werd gepubliceerd waarop Sophia de spectaculaire hoofdtooi van Helena van Troje droeg. Geschiedkundigen en andere wetenschappers hadden er echter geen goed woord voor over. Later stelde men vast dat de voorwerpen uit Troje II of III afkomstig moesten zijn uit een periode ongeveer 2200 voor Christus. Dit was 1000 jaar te vroeg voor koning Priamus. De kostbaarheden werden uit Turkije gesmokkeld en op een paar kleine stukken na overgebracht naar het museum van Berlijn, waaruit ze tijdens WO II bijna allemaal verdwenen. Pas in 1991 doken ze weer op. Ze bleken zich in de voormalige Sovjet-Unie te bevinden, meegenomen door Russische soldaten.
Wilhelm Dörpfeld
Met de hulp van W. Dörpfeld die beroepsarcheoloog was, kwam de gecompliceerde structuur van de stad langzaam in beeld. Beide archeologen legden negen hoofdlagen bloot. Elke laag stelde een nieuwe stad voor, gebouwd bovenop haar voorganger. De lagen werden genummerd: de oudste laag was Troje I en Troje IX was een stad uit de Romeinse tijd. Latere archeologen hebben dit systeem verfijnd en vele tussenlagen geïdentificeerd, zodat het totaal op 46 lagen kwam. Het best bewaarde bouwwerk in de negen lagen van Troje was het amfitheater aan de zuidzijde van de stad. Het maakte deel uit van de grootste en laatste stad, Troje IX. Deze laatste stad werd tijdens een renovatieproject herbouwd. Hiertoe had Julius Caesar het initiatief genomen.
Het mythische Troje
Hoewel Henrich meende dat Troje II de stad was die hij zocht, weet men sedertdien dat dit Troje VIIa moet zijn. Die laag werd door vuur verwoest en de staat van de daar aangetroffen menselijke skeletresten doet vermoeden dat de burgers omstreeks 1250 voor Christus gewelddadig om het leven zijn gekomen. 1250 voor Christus is de algemeen geaccepteerde datering van de val van Troje. De resten van het vermeende Troje van Helena en Paris zijn verrassend bescheiden. Ze beslaan een gebied van slechts 135 bij 185 meter (dat is nauwelijks groot genoeg voor 1.000 inwoners). Deze stad ligt tegenwoordig 15 km landinwaarts. Het is moeilijk te rijmen met de beschrijving in de Ilias, waarin Homerus verhaalt van een koninklijk paleis, brede straten, tempels en dikke muren met vele torens.
© 2011 - 2024 Emfkruyssen, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Werken als archeoloogWerken als archeoloog levert een goed salaris op. Er zijn verschillende opleidingen die gevolgd kunnen worden om archeol…
Het mensbeest, de centaurDoor de eeuwen heen leefden in de geest van mensen de meest fantastische beesten. Goddelijke dieren, hallucinaties of wi…