Rupsje Nooitgenoeg: Eric Carle's prentenboek
Rupsje Nooitgenoeg was een rupsje dat zo’n honger had. Hij at alles wat hij tegenkwam. Hij at en hij at. Van blaadjes tot ijsjes. Tot hij zo vol zat dat hij misselijk werd. Hij ging gauw slapen in zijn coconnetje. Twee weken later werd hij wakker en bleek hij te zijn veranderd in een prachtige vlinder. Het prentenboek vol gaten waar het rupsje doorheen heeft gegeten werd na publicatie in 1969 een van de meest populaire kinderboeken allertijden. Vanaf dat moment richtte de maker Eric Carle zich vrijwel alleen nog op prentenboeken.
Eric Carle maakte eens een rupsje
Geboren op 25 juni 1929 in Syracuse, New York, emigreerde Eric Carle 6 jaar later naar Duitsland, het geboorteland van zijn ouders. Hij studeerde daar af aan de Kunstacademie in Stuttgart, maar niet voor de Tweede Wereldoorlog diepe sporen had achtergelaten bij de hele familie Carle. In 1952 wist hij, zonder twijfel, hij ging terug naar Amerika. Daar kreeg hij als grafisch ontwerper direct een baan bij The New York Times. Jaren later sloot hij zich aan bij een reclamebureau. Schrijver Bill Martin Jr benaderde Eric Carle met de vraag of hij voor hem zijn verhaal wilde illustreren. Dit werd ‘Beertje Bruin, wat zie je daar’
Brown Bear, Brown Bear, What Do You See?. Het prentenboek uit 1967 smaakte naar meer. Niet lang erna maakte Eric Carle zijn eigen kinderboek
1,2,3 to the Zoo.
En toen? Toen kwam in 1969 Rupsje Nooitgenoeg langsgekropen,
The Very Hungry Caterpillar.
Rupsje was eigenlijk eerst een wormpje.
A Week with Willi Worm, zo had Eric Carle het aan zijn redacteur laten zien. Zij, Ann Beneduce, had haar twijfels bij het zien van deze groene worm. Op haar suggestie of een rups dan niet leuker was, riep Eric Carle uit ‘Vlinder!’. En de rest is geschiedenis.
Een succesvol rupsje
Ruspje Nooitgenoeg wordt gezien als één van de meest populaire kinderboeken allertijden. Het boek vliegt nog altijd razendsnel over de toonbank en is in veel verschillende talen verkrijgbaar, waaronder ook braille. Het spreekt kinderen al aan sinds 1969. Eric Carle zegt zelf hierover:
Met veel van mijn boeken probeer ik het gat te dichten dat tussen thuis en school zit. Thuis associeer ik met warmte, veiligheid, speelgoed, handen vasthouden en gewoon worden vastgehouden. School is een vreemde en nieuwe plek voor een kind. Zal een fijne plek zijn? Er zijn nieuwe mensen, een leraar, klasgenootjes – zullen ze vriendelijk zijn?* Voor Eric Carle is dit een trauma voor een kindje. Het kind verlaat de veiligheid en geborgenheid van een plek voor een onbekende plek. Dat brengt angst met zich mee. In zijn boeken probeert hij deze angst weg te nemen, het te vervangen voor een positieve boodschap. Kinderen, zo zegt hij, zijn van nature creatief en leergierig. Hij wil ze daarom laten zien dat leren zowel fascinerend als leuk is.
Rupsje Nooitgenoeg, werd verkocht, vertaald, verfilmd, er is zelfs een Wii video game van gemaakt. Het boek is verschillende malen geprezen en in de prijzen gevallen. Zo werd Eric Carle met Rupsje Nooitgenoeg in 1970 onderscheiden door het Amerikaanse Instituut van grafische kunst, en won hij onder andere in respectievelijk 1972 en 1975 prijzen in Frankrijk en Japan.
Bij het 40-jarige jubileum van Rupsje Nooitgenoeg veranderde Google zijn logo precies zoals de stijl toegepast in het boek van het betreffende rupsje.
Collage van dieren
Eric Carle krijgt dagelijks postzakken vol met fanmail van de allerkleinsten. Vaak laten ze daarin trots zien dat ze ook collages hebben gemaakt. De collagetechniek is dan ook het meest kenmerkende van het werk van Eric Carle. Hij maakt namelijk zijn werk met allerlei verschillende gekleurde stukjes papier. Eerst verft hij de verschillende papiertjes. Soms met een klein penseel, soms met een grote kwast, soms met zijn vingers, en spons of wat dan ook, om zo verschillende texturen te creëren. Deze laat hij eerst allemaal opdrogen, dan knipt hij er allemaal stukjes van en vormt daarmee zijn illustraties. Zo heeft ‘De Krekel die niet Tsjirpen kon’ in
The Very Quiet Cricket zelfs een heus geluid van een krekel.
De meeste illustraties en meeste boeken hebben een dier in de hoofdrol. Hij zelf geeft aan dat dit vast door zijn vader kwam. Toen hij jong was, maakten ze samen lange wandelingen door het bos waar zijn vader hem dan altijd wees op de kleine beestjes en vertelde Eric hoe ze leefden.
Saillant detail
Rupsje Nooitgenoeg kwam onder aandacht in 1999 toen een aantal gouverneurs van de VS werd gevraagd naar hun favoriete boeken uit hun kindertijd. De toenmalige presidentskandidaat George W. Bush antwoordde vol verve: Rupsje Nooitgenoeg. Het duurde niet heel lang voordat hij werd gewezen op het feit dat hij 23 jaar oud was toen het boek voor het eerst werd gepubliceerd.
Ruspje nooitgenoeg eet dwars door het boek
Het is een boek vol gaatjes. Want het kleine groene babyrupsje heeft honger. Net uit het ei gekropen wil hij maar één ding: eten. Hij eet 5 dagen lang. Iedere dag weer iets anders. Hij eet onder andere een gat in een blad, een lolly, een appel, 2 pruimen, 4 aardbeien, een ijsje, salami en een stuk kersentaart. Stuk voor stuk allemaal even lekker, maar op een gegeven moment te veel. Het rupsje wordt misselijk. Hij besluit zich maar gauw te nestelen in zijn coconnetje waarin hij 2 weken blijft slapen. Als hij wakker wordt, is het kleine groene rupsje veranderd in een prachtige vlinder. Rupsje Nooitgenoeg leert jonge kinderen op deze manier niet alleen de wereld van een vlinder, maar ook tot 5 tellen, de dagen en verschillende soorten eten.
En het bleef niet bij een ruspje
Na Rupsje Nooitgenoeg had Eric Carle de smaak echt goed te pakken. Hij schreef, illustreerde en maakte de mooiste verhalen over allerlei andere dieren, van een vervelend lieveheersbeestje tot een veel te drukke spin en een kakelbonte kameleon. Vele, vele dieren zijn beschreven om de fantasie van de kleutertjes te prikkelen en hen tegelijkertijd iets te leren.
Een greep uit de selectie prentenboeken van Eric Carle
- Papa, pak je de maan voor mij?
- Wil je mijn vriendje zijn? (Samen met C. van Moorselaar)
- Het blauwe paard
- Een zaadje in de wind
- De geheime brief
- Mijn eerste boek over kleuren
- 1, 2, 3 ik tel de dieren die ik zie
- De krekel die niet tsjirpen kon (Eric Carle & Clara Hillen)
- Vader zeepaard (I. Wijs, Eric Carle)
- De kakelbonte kameleon
- Beertje bruin, wat zie jij daar?
- De wolf en het lam
- De slimme schildpad (Bette Westera & Eric Carle)
- De luiaard die niet lui was
- Heb jij misschien mijn kat gezien?
- Het vervelende lieveheersbeestje (Eric Carle & C. van Moorselaar)
- Het eenzame vuurvliegje
- Hallo rode vos
- Panda, panda, wat zie jij daar? (Bill Martin, Eric Carle)
Eric Carle’s eigen museum
The mission of The Eric Carle Museum of Picture Book Art, a non-profit organization in Amherst, MA,
is to inspire a love of art and reading through picture books.**
Eric Carle heeft 2 volwassen kinderen. Hij en zijn vrouw hebben uit liefde voor prentenboeken in Massachusetts, Verenigde Staten, een eigen museum opgericht. Sinds
The Eric Carle Museum of Picture Book Art zijn deuren opende in 2002 heeft het al meer dan 500.000 bezoekers geteld, waaronder meer dan 30.000 schoolkinderen. In het museum worden verschillende prentenboeken tentoongesteld van over de hele wereld.
* http://www.eric-carle.com/home.html
** http://www.carlemuseum.org/