De val van autostad Detroit
Detroit is een stad in de staat Michigan, in het noordoosten van de Verenigde Staten. De stad maakt deel uit van de zogenoemde 'Rust Belt', een gebied waarin men strijdt tegen de sociaal economische gevolgen van de-industrialisatie. Het is een zone van het land waar zich van oudsher veel industrie bevond en welke niet krachtig genoeg heeft weten om te schakelen naar een diensteneconomie. Detroit vroeg in 2013 faillissement aan en was toen de grootste stad in de V.S. die dat had gedaan. Hoe kwam het zo ver?
Een stad in de 'Rust Belt'
Detroit is gelegen in wat Amerikanen de ´Rust Belt´ noemen, een gebied in het noordwesten van de Verenigde Staten. De originele naam voor het gebied was 'Manifacturing Belt' of 'Steel Belt'. Het gebied begint in de staat New York en gaat naar het westen door Pennsylvania, West Virginia, Ohio, Indiana en het zuiden van Michigan om te eindigen in Noord-Illinois en Wisconsin. Van oost naar west is de zone zo'n 1400 kilometer in lengte, een enorm gebied dus. Een korte achtergrond van de 'Manifacturing Belt'.
Van 'Manifacturing Belt' naar 'Rust Belt'
De originele naam van het genoemde gebied was 'Steel Belt' of 'Manifacturing Belt' en werd soms ook wel de 'Great Plains' genoemd. Fabrieken vestigden zich er vanaf de tweede helft van de 19e eeuw massaal vanwege de aanwezigheid van grondstoffen (kolen en ijzererts) en de ligging aan waterwegen. Voor de staalindustrie was veel energie nodig, die men kon halen uit kolen. Na de productie van staal kon dit door andere fabrieken worden verwerkt tot bijvoorbeeld wapens en auto's. Langzamerhand groeide er zo een enorme, van elkaar afhankelijke industrie op.
Na de Tweede Wereldoorlog begon men de toenemende concurrentie van goedkopere productielocaties te voelen. Binnen de V.S. had industrie de neiging naar de Sun Belt te verplaatsen, een aanduiding voor een gunstige vestingszone, gevormd door de zuidelijke staten. Ook trokken lage lonen landen veel industrie weg.
De steden vervallen
In de 'Rust Belt' liggen een aantal steden van flink formaat, de grootste zijn Chicago, Detroit, Cleveland, St. Louis en Pittsburgh. Sommige van deze steden, allen zijn groter dan 300.000 inwoners, hebben een omwenteling weten te maken van een industriële economie naar een diensteneconomie. Anderen, waaronder Detroit, is dat minder goed gelukt, met werkloosheid, leegstand, armoede en criminaliteit tot gevolg. Toch is Detroit niet de enige die kampt met dalende inwonertallen en werkloosheid.
Detroit
Detroit voor 1950: de groei van de auto-industrie
Foto genomen bij de Ford Motor Company tijdens de 'workshift' van 16u /
Bron: Detroit Publishing Company, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Waar Chicago uitblonk als spoorknooppunt en Pittsburgh de stad van het staal was, was Detroit het icoon van de autoindustrie. De grote drie autofabrikanten Ford, Crysler (incl. Dodge) en General Motors, aangevuld door Packard en Hudson vestigden zich in Detroit. Ford bouwde haar eerste auto, de T Ford in een fabriek in Detroit. Hun aanwezigheid bracht ook andere fabrikanten ertoe zich in de stad te vestigen, zoals de truckbouwers Rapid en Grabowsky. In korte tijd groeide Detroit uit tot een stad met 1,9 miljoen inwoners (1950) en werd zo de vierde stad van het land.
De zeepbel
De deelname van de V.S. aan de Tweede Wereldoorlog bracht een explosieve groei teweeg in Detroit. Legertrucks en andere vervoermiddelen trokken de hele Manifacturing Belt op, waardoor in de periode van 1941 en 1943 alleen in Detroit al 400 000 nieuwe arbeidsplaatsen moest worden ingevuld. Al snel bleek dat dit een tijdelijke opleving was. Reeds in de jaren vijftig krompen de autofabrikanten Packard en Hudson in en gingen even later failliet. Zij vormden een sinistere voorbode van wat de stad in latere decennia te wachten stond.
Detroit na 1950: bedrijven en inwoners trekken weg
Vanwege de veranderende tijd, die onder andere verslechtering van het openbaar vervoer en de opkomst van de auto teweeg bracht, ruilden bedrijven en inwoners de stad steeds vaker in voor suburbs. Op termijn kreeg deze beweging gevolgen voor de stad, enerzijds omdat de belastingdruk daalde en anderzijds omdat de voorzieningen steeds verder moesten worden uitgerold in het landelijk gebied. In 2015 bedraagt het oppervlak van stadsgebied Detroit 222 vierkante kilometer, een grote kostenpost.
Onderwijl groeide in de stad de onvrede onder de zwarte en de minder gefortuneerde bevolking. Inwoners die konden trokken namelijk steeds vaker weg naar de suburbs van de stad en zij bleven achter en werden achtergesteld, zo was hun gevoel. In 1967 vond in Detroit een van ergste rellen van de moderne Amerikaanse geschiedenis plaats. Er vielen 43 doden en zo'n 7200 mensen werden gearresteerd. Meer dan 2000 gebouwen werden vernield en zowel ondernemers als bewoners trokken hierop naar veiliger plekken buiten de stad.
Vanaf 1970: de negatieve spiraal zet door
In de jaren '70 trad Coleman E. Young aan als eerste zwarte burgemeester van de stad. Hij zou proberen het tij voor de stad en in het bijzonder voor de zwarte bevolking in de grote stad, te keren. Hij wist in de jaren '70 onder andere twee nieuwe autofabrieken te bouwen, die beide nog steeds in bedrijf zijn (2015). Ook ging hij in op de handreiking van de staat om een geavanceerd metrosysteem aan te leggen naar de suburbs, het zogenoemde rapid transit systeem. Weerstand van de stadsbevolking, die streden tegen de bevoorrechte positie van de bewoners in de suburbs wist het project te blokkeren.
In de periode 1973-1979 bracht de oliecrisis Detroit schade toe. Met het rijzen van de brandstofprijzen stapten steeds meer amerikanen over op zuiniger buitenlandse automerken en kleinere auto's. De verkoopcijfers en bedrijvigheid kwamen daarna niet meer terug op het oude niveau en gedurende decennia sluiten diverse fabrieken in de omgeving van Detroit. De stad kwam vanaf de jaren '70 steeds nadrukkelijker in een negatieve spiraal terecht van dalende belastinginkomsten, wegtrekken van geschoolde inwoners, oprukkende criminaliteit en een stijgende werkloosheid.
Recenter faillissementen
Een wat recenter drama voor industrieel Detroit vond plaats in 2009, toen General Motors onder dwang van de overheid met een herstructureringsplan kwam. Van de 9000 banen die in Michigan zouden verdwijnen waren er 6600 voor de rekening van omgeving Detroit. Zo moesten twee fabrieken van Pontiac --het automerk is vernoemd naar de plaats vlakbij Detroit-- en een van Orion sluiten, gedrieën goed voor 4800 arbeidsplaatsen. En dan was er nog indirect werkgelegenheidsverlies van bijvoorbeeld toeleveranciers.
In 2010 verdween de Fisher Body Factory, in 2011 Ford's 'Highland Park' fabriek. Het waren fabrieken die enorme werkgelegenheid boden aan de suburbs van Detroit. Tevens was General motors tot voorkort de grootste belastingbetaler van Michigan. De gevolgen voor Detroit daarvan zijn enorm geweest.
Detroit failliet
In 2013 is het zo ver, Detroit vraagt als grootste Amerikaanse stad tot dan toe faillissement aan. Via een eerder ingehuurde schuldenexpert, Kevin Orr wordt een plan opgesteld om de stad er weer bovenop te krijgen. In de voorgaande jaren is het begrotingstekort onhoudbaar geworden. De schuldenberg is volgens Orr 15,2 miljard dollar, anderen schatten het in op 18 miljard dollar. Het is de enige manier voor de stad om zich in te kunnen dekken tegen schuldeisers. Men kon vanwege het faillissement stadsbezit verkopen, ook zijn groot deel van de schulden kwijtgescholden. De staat heeft daarnaast 1,3 miljard dollar opgehoest om de stad er weer bovenop te helpen.
Demografische en andere cijfers
Detroit is een tamelijk extreem voorbeeld van een stad die is vervallen vanwege de verdwijnende industrie. De stad telde in 1950 zo'n 1,85 miljoen inwoners en verloor daarvan tussen 1950 en 2010 wel 61,4%! Vooral in de periode van 2000 tot 2010 nam de leegloop extreme vormen aan, zo'n 25% van de inwoners verhuisde!
Met de leegloop veranderde ook de samenstelling van de inwoners. De staat Michigan, waarin Detroit ligt, heeft grote moeite om jonge geschoolde mensen vast te houden. De helft van hen migreert na hun afstuderen. Bij Detroit neigen jongeren al eerder weg te trekken, omdat de stad niet beschikt over een universiteit.
Behalve een gebrek aan scholing beschikt Detroit ook over een gebrek aan inkomen. Waar het landelijk gemiddelde inkomen op 49 000 dollar staat, is dat in Detroit zo'n 15 000 dollar (2013). Ook de etnische samenstelling in de stad is sterk veranderd. Bestond de bevolking in 1950 nog voor zo'n 83,6% uit blanken, in 2010 was dat nog maar 10,6%. In hetzelfde jaar was 82,7% van de bevolking zwart. Daarmee behoorde Detroit in 2010 tot de meest gesegregeerde steden van de Verenigde Staten. Hoewel de stad anno 2014 nog rond de 690 000 inwoners telde, is de verwachting dat het dalende inwonertal pas halt zal houden bij 610 000 inwoners in 2030.
Ook de cijfers van de woningmarkt overtreffen alle zinnelijkheid. In 2014 stonden er in stadsregio Detroit naar schatting 78 000 gebouwen leeg, waarvan er 38 000 op instorten staan. Sinds de crisis van 2008 is het hard bergafwaarts gegaan in de stad en in 2014 zijn waren van gemiddeld 15 000 euro voor een huis niet ongewoon. Geert Mak schreef er in zijn boek 'Reizen zonder John' zelfs over: "Met wat geluk kun je hier voor 1.000 dollar ook al iets op de kop tikken".
Positieve geluiden
In 2014 is het faillissement ingetrokken en is de schuldenexpert afgezwaaid. Hij was bij zijn vertrek voorzichtig positief en ook in andere geleden klinken hoopvolle geluiden. Kunstenaars beginnen de stad te ontdekken en er wordt weer gebouwd aan de toekomst, hopelijk een toekomst zonder auto's!