Nazca-lijnen, een van de grootste mysteries aller tijden
In de kale bodem van een geisoleerde streek in Peru, namelijk in de Nazca-woestijn, zijn imposante patronen gegrift. Waarom die reusachtige geometrische vormen, dierfiguren en kaarsrechte lijnen zich daar uitstrekken tot aan de horizon is een van de grootste raadsels ter wereld en aller tijden.
Reusachtig schetsblok
Een Zuidamerikaanse beschaving (waar heel weinig over bekend is) creëerde ongeveer 2.000 jaar geleden een aantal uiterst raadselachtige inscripties. De Nazca-woestijn in Peru lijkt daardoor op een reusachtig schetsblok. In het rode woestijngesteente zijn meer dan 100 tekeningen gegrift van bekende planten en dieren, van geometrische patronen en vreemde reeksen van rechte lijnen. Over wat deze tekeningen voorstellen en waarom ze gemaakt zijn, bestaan vele theoriën. Mochten de lijnen een doel dienen, dan is het doel van deze inscripties nog altijd een groot raadsel.
Bijzonderheden over de Nazca-inscripties
Deze inscripties dateren uit een periode van 500 voor Christus tot 500 na Christus en zijn vermoedelijk gemaakt door de Nazca-Indianen. Nazca-Indianen bewoonden deze delen van Peru voorafgaand aan de komst van het Inca-rijk. De Nazca's
waren boeren die de vruchtbare vlakte langs de kust bewerkten. Niets wijst erop dat zij een schrift hadden. Alle kennis die er over de Nazca-Indianen is, komt uit graven en grafgiften. De doden werden in een foetushouding begraven, omringd door kleurrijk aardewerk en andere voorwerpen. Veel begraafplaatsen (waarvan sommige wel 5.000 graven bevatten) zijn leeggeplunderd.
Locatie van het grafische oeuvre
De bodeminscripties vormen het omvangrijkste grafische oeuvre ter wereld, beslaan een oppervlakte van 520 vierkante kilometer en zijn gelegen in Peru tussen het Andes gebergte en de Grote Oceaan. Spaanse pioniers maakten in de 16de en 17de eeuw zijdelings melding van de Nazca-lijnen, maar ze bleven vrijwel onbekend tot de jaren twintig van de vorige eeuw toen Julio Tello (de vader van de Peruaanse archeologie) de voorstellingen voor het eerst vastlegde. Pas in 1941 werden de inscripties serieus onderzocht toen de Amerikaanse archeoloog Dr. Paul Kosok van de Universiteit van Long Island de streek Nazca bezocht. Sedertdien hield Dr. Maria Reiche zich meer dan 40 jaar bezig met het in kaart brengen van de inscripties en het interpreteren van hun betekenis.
Handwerk
Alle woestijntekeningen zijn op dezelfde wijze gemaakt en wel door het rode gruis op de woestijnbodem weg te schrapen, waardoor het onderliggende lichtgele gesteente vrijkwam. Omdat er geen sporen van het gebruik van dieren zijn gevonden, wijst alles erop dat het wegschrapen van het woestijngruis met de hand gedaan is en wel op een zodanige wijze, dat - ongeacht vorm, afmetingen of onderwerp - ieder beeld uit één doorlopende lijn bestaat.
Twee categorieën
Ruwweg vallen de onderwerpen te onderscheiden in twee categorieën, te weten de figuren en de lijnen. De lijnen zijn in paren ondergebracht (net als rails) of in geometrische patronen. De figuren zijn het eerst gemaakt, want de lijnen lopen over de figuren heen. Tot de figuren behoren afbeeldingen van bladeren en takken van diverse planten, dier- en vogelfiguren en vreemde combinaties van twee verschillende vormen (zoals een man met de kop van een uil en een vogel met een heel lange slang in plaats van een snavel).
Meeste tekeningen nog fris en intact
Omdat er weinig regen in het Nazca-gebied valt zijn de meeste tekeningen nog even fris als in het begin. Vele figuren zijn enorm groot (zoals de spin, die wel 45 m lang is). De aap wordt wel gezien als het symbool van het verschijnen van Benetnasch (een ster van de Grote Beer) in 1.000 na Christus. De walvis is het enige zeedier dat in de inscripties is afgebeeld. Evenals op Nazca-aardewerk komen kolibri's veel voor in de woestijntekeningen.
Opmerking
Er zijn meer dan een dozijn vogels en vogelfiguren gevonden in de Nazca-woestijn. De meeste figuren bestaan uit rechte lijnen. Er is een figuur van een toekan bij die hierop een uitzondering vormt. In de toekantekening zitten gebogen lijnen, iets dat vaker voorkomt bij plant- en diervoorstellingen.
Ook een nectar etende kolobri is in de woestijnbodem uitgebeeld. De lijnen van de dunne snavel van deze kolibri strekken zich als loodrechte lijnen uit tot de horizon. De vogel lijkt ooit in een raster te hebben gepast, maar de raakpunten zijn in de loop der tijd weggesleten. Ook is een aantal rasterlijnen uitgewist door autosporen.
In deze woestijn bevindt zich eveneens een inscriptie van een dier met het lichaam van een kolibri, maar waarvan de lange bochtige nek lijkt op een slang die door de woestijn kronkelt. Wetenschappers hebben geopperd dat het (net zoals andere dierfiguren) een sterrenbeeld of een ander hemellichaam voorstelt dat door de Nazca-Indianen werd vereerd.
De typische rechtheid van de lijnen
De lijnen zijn zo recht dat ze waarschijnlijk zijn uitgezet met behulp van stokken, die op het oog in elkaars verlengde zijn geplaatst. Toch is het een raadsel hoe men over zo'n grote afstand een rechte lijn kon handhaven. Immers sommige lijnen vertonen slechts een afwijking van 2 meter per kilometer over een afstand van meer dan 8 kilometer. Op veel plaatsen waaiert een aantal lijnen uit vanaf één punt. Zo'n uitwaarierpunt is door Dr. Maria Reiche 'stercluster' genoemd. Dikwijls lijken lijnen kriskras en schijnbaar willekeurig over elkaar heen te lopen, maar in werkelijkheid vormen ze reusachtige rechthoeken en driehoeken.
Onverklaarbare inscripties
De fragmentarische kennis over de Nazca-lijnen en Peruaanse patronen in de woestijn is niet toereikend om ze te verklaren. Er is verondersteld dat het wegen waren, maar dat is onwaarschijnlijk, omdat veel lijnen boven op een heuvel eindigen. De meest plausibele hypothese is die van Dr. Paul Kosok. Dr. Kosok meende dat de lijnen het 'grootste astronomieboek ter wereld' vormen. Deze mening wordt gedeeld door Dr. Maria Reiche. Zij denkt dat de afbeeldingen de posities van de sterren en sterren-beelden voorspellen op diverse tijdstippen van het jaar en dat men ze gebruikte om de tijd voor zaaien, oogsten en dergelijke te bepalen. De snavels van sommige vogels wijzen bijvoorbeeld precies naar de plaats waar tijdens de zomer-zonnewende de zon opkomt.
Figuren zichtbaar vanuit de lucht
Amerikaanse onderzoekers (Julian Nott en Jim Woodman) probeerden te bewijzen dat de figuurtekenaars de lijnen vanuit de lucht kunnen hebben gezien. Zij construeerden de Condor I (een heteluchtballon) van het materiaal dat de Indianen ook ter beschikking hadden. Deze veronderstelling is ingegeven doordat veel dubbele lijnen lijken op landingsbanen. Maar het idee dat ze door ruimteschepen werden gebruikt, is van de hand gewezen, niet in de laatste plaats omdat die ruimteschepen te zwaar zouden zijn.
Conclusie
Dat de lijnen alleen van bovenaf goed te overzien zijn, is de reden van het ontstaan van de theorie dat de inscriptiemakers konden vliegen, of minstens zweven tijdens de constructie. Immers op aardewerk staan voorwerpen afgebeeld die enigszins lijken op vliegers of heteluchtballonnen. Hoewel dat idee niet geheel ondenkbaar is, verklaart het nog steeds niet waaróm de lijnen gemaakt zijn.
© 2011 - 2024 Emfkruyssen, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Follies in de architectuurArchitectuur is een zeer breed begrip, waar ook follies oftewel wonderlijke bouwwerken, vaak zonder duidelijke functie e…
De Hongerspelen – TrilogieAmerika in de toekomst, armoede en een keihard regime. Dit zijn de ingrediënten van de trilogie van Suzanne Collins, waa…