Waarom de paashaas, paaseieren en chocolade bij Pasen horen
Wat er met Pasen vanuit het christelijk geloof precies gevierd wordt, weten de meeste mensen wel. Witte Donderdag, Goede Vrijdag en het paasfeest zelf vormen samen het verhaal rondom het Bijbelse Pasen. De winkels liggen rond deze dagen boordevol chocolade eitjes, chocolade paashazen, gekleurde eieren en decoratieve kuikentjes, konijntjes en lammetjes. Dat we Pasen associëren met eieren en hazen komt voort uit een traditie en men weet niet beter dan dat men al tijdens de jeugd op zoek ging naar eieren en een verrassingsmandje met lekkernijen kreeg. Maar waar komt deze traditie nou precies vandaan?
Inhoud
De paashaas
Bron: Hans, Pixabay
Pasen wordt altijd gevierd op de zondag na de eerste volle maan van de lente, dus na 21 maart. Het feest valt daarom altijd in de lente, de periode waarin alles in bloei staat en er nieuw leven komt. Het woord Pasen is afgeleid van Pesach of Pasch, dat Passover (overgang) betekent en dat door de Joodse religie ter herinnering aan de bevrijding van de Israëliërs van de slavernij in Egypte gevierd wordt.
De herkomst van de paashaas, die tegenwoordig haast onlosmakelijk met Pasen verbonden lijkt te zijn, wordt op meerdere manieren verklaard en verhalen en mythen uit verschillende landen zijn waarschijnlijk samengesmolten.
Engeland
Pasen heet in het Engels Easter, genaamd naar Eostre of Eastre, een godin uit vroeger tijden. Voor de Saksen in het noorden van Europa was Eastre de godin van het voorjaar en de herrijzende natuur. De haas, het vruchtbare dier, was aan deze godin gewijd en dat kan de reden zijn dat hazen en konijnen met Pasen in verband worden gebracht.
Duitsland
Vooral in Duitsland vervult de paashaas een grote rol en is daar ongeveer net zo belangrijk als de Kerstman in de Verenigde Staten. De godin Ostara is de godin van de lente in een mythe van een Germaanse stam die in de laatste eeuw voor Christus verdwenen is. Deze godin zorgde ervoor dat de lente begon en na een lange winter redde ze een jong vogeltje, dat haast door de kou bezweken was. Omdat het vogeltje niet meer kon vliegen, veranderde ze het in een haas, die één dag in het jaar eieren kon leggen. Deze dag is de dag dat Ostara geëerd wordt en het Duitse woord voor Pasen is dan ook Ostern.
Wilde hazen
Volgens sommigen komt het verhaal van de haas die eieren brengt voort uit het feit dat sommige vogels in het voorjaar hun eieren per ongeluk in hazenlegers leggen.
Welk verhaal er precies voor heeft gezorgd dat de paashaas traditioneel bij Pasen betrokken is, is niet te bewijzen, maar het verhaal van een haas die eieren legt is in de 15e eeuw opgeschreven. Rond 1680 zou het eerste verhaal zijn gepubliceerd van de haas die eieren legt en ze verstopt in de tuin. Dit verhaal bleef voortbestaan en werd voor de kinderen bevestigd wanneer ze eieren gingen zoeken en er hazen en konijnen uit schrik wegvluchtten vanuit het hoge gras.
De eieren
Het ei als een symbool van Pasen, komt voort uit de vastentraditie van het christendom. Het paasfeest was het sluitstuk van veertig
Bron: Hans, Pixabay dagen vastentijd na Aswoensdag, waarbij men o.a. geen vlees, eieren of zuivel mocht nuttigen.
Het paasei
Eieren waren in de vastenperiode uit den boze, maar omdat de kippen volgens hun natuurlijke bioritme zodra de dagen langer worden weer eieren legden, hoopte zich tijdens deze veertig dagen een behoorlijke stapel op. Wanneer het paasfeest dan aanbrak, werden deze eieren mooi versierd in felle kleuren, die de kleuren van het licht of de zon voorstelden. Vervolgens werden ze feestelijk opgediend om gegeten te worden. Door missionarissen werden deze eieren vaak voorzien van christelijke symbolen of tekeningen.
De kleuren
Al in de Middeleeuwen werden eieren gekleurd en soms maakten de mensen uit verveling, of als geintje tijdens de vastentijd, zelfs nepeieren. Dat deed men door een ei uit te blazen en de lege eierschaal te vullen met bijvoorbeeld snoekeitjes, die wel gegeten mochten worden, of met amandelmelk. Deze vulling werd dan geel gekleurd en het geintje was, dat mensen dachten dat ze echte eieren voorgeschoteld kregen, wat schandalig zou zijn.
Er zijn oude paasrecepten bekend van eieren die aan de binnenkant gekleurd werden, door de schaal leeg te maken, roerei van de inhoud te maken en dit te kleuren met natuurlijke kleurmiddelen als peterselie, bosbessen en saffraan. Vervolgens wordt dit weer terug in de schalen gedaan zodat men gekleurde, gevulde eieren had.
Chocolade
Chocolade wordt al sinds de 16e eeuw gedronken en sinds de 17e eeuw gegeten in Europa en dit genotsmiddel was absoluut verboden tijdens de vastentijd. Pas na de vastentijd mocht de verzamelde chocolade opgegeten worden.
Chocolade paaseitjes
De eerste chocolade eitjes werden al in de 18e eeuw gegeten en deze waren nog massief. De chocoladefabrikanten Casparus en Coenraad van Houten vonden in 1828 een hydraulische cacaobonenpers uit, om het vetpercentage te reduceren waardoor eenvoudig cacaopoeder kon worden gevormd. Dit cacaopoeder is tegenwoordig nog altijd de basis voor alle chocoladeproducten.
Men bedacht een alkalisatiemethode om het cacaopoeder geschikt te maken voor allerlei bewerkingen en zo konden bijvoorbeeld suiker en cacaoboter eraan toevoegd worden voor het maken van chocoladepasta. Daarna werden de eerste holle chocolade eitjes geproduceerd en konden er vullingen gemaakt worden, wat weer in de traditie paste van het vullen van de nepeieren.
Bron: Misign, Pixabay Chocolade paashazen
De eerste eetbare haasjes werden rond 1800 in Duitsland gemaakt, eerst nog van deeg en suiker, later van chocolade. Net als de hieruit ontstane traditie van de Kerstman, was de paashaas de brenger van verrassingen voor de kinderen die het hele jaar braaf waren geweest en vaak liet hij zogenaamd een nest met gekleurde eieren, chocolade paashazen en andere lekkernijen achter.
De nesten worden nog steeds gemaakt van een mand die de ochtend van Pasen ergens klaarligt en de gekleurde eieren worden meestal verstopt in de tuin, waar er een speurtocht plaatsvindt.
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay Lammetjes en kuikentjes
Lammetjes en kuikentjes zijn dieren die direct met het voorjaar geassocieerd worden en die met Pasen veelal in allerlei vormen getoond worden.
Kuikentjes en de kleur geel komen veel voor in de paasdecoratie en zijn verbonden aan de eieren, het (zon)licht en het nieuwe leven.
De lammetjes, die rond de tijd van Pasen steeds vaker te zien zijn in de wei, worden als een typisch symbool van de lente gezien en in Nederland is het tijdens het paasontbijt vaak traditie om een paaslam van boter op tafel te serveren.
Het Lam Gods
Het lam met Pasen komt voor in het Oude Testament, waar beschreven staat dat lammeren als offers gebracht werden om de schuld (de zonde) te betalen. Dit zou een voorafschaduwing zijn van het bloed of het leven dat Jezus Christus opofferde om de mensen hun zonden te vergeven. Johannes de Doper noemt Jezus in het Nieuwe Testament daarom het Lam van God, in het Latijn Agnus Dei.
In het Nieuwe Testament staat het verhaal van het verraad, de marteling, kruisiging en verrijzenis van Jezus,
het paasverhaal.