Geschiedenis van de hoge hoed

Artikelindeling
- Ontstaan van de hoge hoed
- Hoge hoed van bontvilt
- De hoge zije: een hoed van zijde
- Verschillende modellen en hoogtes
- Hoge hoed van wolvilt
- De kachelpijp en het kapitalisme
- Uit het straatbeeld
Ontstaan van de hoge hoed
De oorsprong van de hoge hoed is niet duidelijk. Mogelijk stamt hij af van de zogeheten ‘suikerblad hoed’, een hoge puntige hoed gemaakt van bladeren, die waarschijnlijk al tot de middeleeuwen teruggaat.Hoge hoed van bontvilt
Vanaf ongeveer 1796 vervingen mannen de destijds gebruikelijke driesteek steeds vaker voor een hoge hoed. Twintig jaar later was hij populair bij mannen in alle sociale klassen. Nadat de hoge hoed in het Verenigd Koninkrijk bekend was geworden, sloeg hij enorm aan in Frankrijk. Via Frankrijk kwam hij ook in de Lage Landen terecht.Het materiaal dat voor deze eerste generatie hoge hoeden werd gebruikt was vilt gemaakt uit beverbont. Ondanks het feit dat dit bontvilt al erg weerbestendig materiaal is, waren veel hoeden bovendien overtrokken met oliedoek. Veel meer dan tegenwoordig besteedden mannen hun tijd in de buitenlucht, waardoor hun hoed dubbel en dwars bestand moest zijn tegen alle elementen.
Onder meer door het plotseling nogal drukke gebruik van beverbont in de hoedenindustrie, bereikte de beverpopulatie in Noord-Amerika in de jaren ’20 van de negentiende eeuw een dramatisch dieptepunt. Dat betekende het einde van de hoge hoed als gebruikshoed voor mannen van alle rangen en standen, maar niet het einde van dit model.
De hoge zije: een hoed van zijde
De chique hoge hoed die van zijde was gemaakt, was waarschijnlijk een Britse uitvinding. In 1793 was, voor zover bekend, de Engelse hoedenmaker George Dunnage uit Middlesex de eerste die een hoge hoed fabriceerde overtrokken met zwarte zijde.Dat was uiteraard iets heel anders dan oliedoek. In 1797 veroorzaakte ene Hetherington dan ook grote opschudding door zich op een strandboulevard in Londen te vertonen met een hoge hoed van glanzende zijde op. Omstanders reageerden ontstelt, vrouwen vielen flauw van pure shock en honden begonnen te blaffen tegen het glimmende gedrocht. Hetherington werd gearresteerd en voor het gerecht gebracht, waar hij werd beschuldigd van ‘het verstoren van de openbare orde’.

In eerste instantie werd de ‘hoge zije’ zoals hij in Nederland ook zou gaan heten, opgepikt door Britse dandy’s. Deze gecultiveerde mannen liepen, hoe potsierlijk ze soms ook overkwamen, voorop als het aankwam op modieuze en luxe kleding. Vaak waren het ook rijke en/of beroemde heren met veel aanzien. Onder hen was bijvoorbeeld George Bryan Brummel, persoonlijk adviseur van koning George IV. Mede via hem raakte de hoge hoed geliefd in hoge kringen. Pas echt populair werd hij echter na 1850, toen Prins Albert hem ging dragen.
Verschillende modellen en hoogtes
Hoge hoeden waren per definitie zwart en werden afgewerkt met een bollint van 2,5 tot 3 centimeter breed. Dit lint was eerst van laken, maar later van geribbelde zijde. Ook de rand van de hoed kreeg een zijden ribbellint.Hoge hoeden kenden in de loop der tijd verschillende vormen en hoogtes.
Hoge hoed van wolvilt
Uiteindelijk kwamen er ook hoge hoeden van andere materialen dan zijde, met name wolvilt, vilt gemaakt uit wol. Zo kwam er vanaf ongeveer 1900 een hoge hoed van zwart wolvilt die werd gebruikt bij begrafenissen, daar deze wat minder uitbundig is dan de zijde hoed.De grijze wolvilten hoed die tegenwoordig wel op bruiloften is te vinden, bestaat sinds de jaren ’60 en vindt zijn oorsprong op de paardenraces van Ascot. Daarom wordt dit ook wel een ‘Ascot hoed’ genoemd.
De kachelpijp en het kapitalisme
In tijden dat mensen niet werden geacht zich buiten te vertonen zonder iets op hun hoofd te dragen, werd de chique, zijde hoge hoed hét hoofddeksel voor mannen uit de rijke toplaag. Niettemin kreeg hij vanwege zijn kleur en rechte vorm de wat onromantische bijnaam ‘kachelpijp’.Het is in dit kader wel gesuggereerd dat het niet toevallig is dat de populariteit van deze ‘schoorsteenhoed’ synchroon loopt met de industrialisatie. Het waren immers juist diegenen die hun fortuin hadden verdiend met de nieuwe, door talloze schoorstenen getooide, fabrieken, die zich het meest aangetrokken voelden tot het dragen van de hoge hoed. Het is echter aan een ieder om voor zichzelf te bepalen of hier sprake is van toeval of niet.
Hoe dan ook, vanwege zijn dragers werd en wordt de hoge hoed gezien als een symbool voor het kapitalisme in de 19de eeuw. Het symbool van de fabrieksdirecteur. Met name in cartoons van socialistische en communistische media werd de hoge hoed als zodanig afgebeeld.
Dat beeld heeft tot in onze tijd stand gehouden. Tijdens de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Londen bijvoorbeeld, waren bij de uitbeelding van de Industriële Revolutie de fabrieksdirecteuren goed te herkennen aan hun hoge hoed.
Uit het straatbeeld
De hoge hoed bleef ook gedurende de eerste helft van de 20ste eeuw nog courant. De Tweede Wereldoorlog zorgde echter voor een breuk. Hierna kwam hij nooit weer echt terug in het straatbeeld. Dat had vooral te maken met het feit dat het dagelijks dragen van hoeden toen sowieso voorbij was.Sindsdien wordt de hoge hoed nog wel gebruikt bij speciale gelegenheden als begrafenissen en bruiloften, is hij een bekend attribuut geworden van goochelaars en is er een speciale damesvariant gekomen voor amazones in paardrijdwedstrijden.