Ontstaan van de federale staat en staatshervorming(en)
Het is correcter om in het geval van België te spreken over een regionalisering in plaats van een federalisering: het gaat namelijk om het uiteengroeien van entiteiten die oorspronkelijk in een unitair staatsverband zaten (en niet om het samenbrengen van aparte entiteiten). Als gevolg van de kwestie ‘Leuven Vlaams’ achtte een nieuwe generatie bewindvoerders structuurhervormingen noodzakelijk om de spanningen tussen de taalgroepen te pacificeren. De staatshervorming gebeurde in vijf rondes: de grondswetsherzieningen van 1970, 1980, 1988/89, 1992 en 2001 hervormden België van een unitaire tot een federale staat.
De eerste staatshervorming: 1970
De eerste staatshervorming gaf culturele autonomie aan de gemeenschappen en een eerste economische autonomie aan de gewesten, zonder dat dit tot gewestinstelling leidde. Er werden Cultuurraden opgericht bestaande uit de parlementsleden van elke taalgroep, bevoegd voor culturele aangelegenheden binnen de respectievelijke taalgebieden.
In het nationale parlement werden de parlementsleden in twee taalgroepen ingedeeld. Deze staatshervorming is ook de start van de wetten met bijzondere meerderheid (een meerderheid in elke taalgroep) en de alarmbelprocedure (twee derde van een taalgroep kan de behandeling van een wet opschorten). Verder werd de regering paritair samengesteld.
De gewestvorming bleek een moeilijker probleem: de Franstaligen bepleitten de oprichting van een Brussels Gewest, wat voor de Vlamingen onaanvaardbaar was. De Vlamingen wilden geen ‘federalisme met drie’ waarbij de Vlamingen systematisch zouden worden geminoriseerd. Het leidde tot een totale politieke blokkering, op hetzelfde moment dat België werd getroffen door een economische crisis (1973).
De regering Tindemans beklonk toen het Egmontpact in 1977, waarin toegevingen aan Franstaligen in Vlaams-Brabant werden geruild voor een verhindering van het Brussels gewest. Uiteindelijk viel de regering en werd het pact begraven.
De tweede staatshervorming: 1980
De tweede staatshervorming breidde de gewestautonomie uit met de oprichting van de Gewestinstellingen. De Brusselse gewestvorming werd uitgesteld. De Gemeenschappen konden de bevoegdheid van de Gewesten uitoefenen, wat aan de Vlaamse kant tot de oprichting van de Vlaamse Raad leidde (de voorloper van het Vlaamse Parlement). Deze Vlaamse Raad had gemeenschaps- en gewestbevoegdheid. Daarnaast werden Gezondheidszorg en Hulp aan Personen (gehandicapten, ...) toegevoegd als bevoegdheid van de gemeenschappen.
De derde staatshervorming: 1988/89
Deze staatshervorming verliep in verschillende fasen. In de eerste fase werden Onderwijs, Openbare Werken en Vervoer overgeheveld naar gemeenschappen en gewesten. In een volgende fase werd de financiëringswet herzien. De derde fase is er uiteindelijk nooit gekomen: die zou gemeenschappen en gewesten eigen en rechtstreeks gekozen parlementen moeten geven. Brussel werd een Hoofdstedelijk Gewest.
De vierde staatshervorming: 1992
De vierde staatshervorming gebeurde onder de leiding van de regering Dehaene I en omvatte de goedkeuring van de Sint-Michielsakkoorden. Deze akkoorden voorzagen de rechtstreekse verkiezingen van de deelstaatparlementen. Zo werd België omgebouwd tot een volwaardige federale staat in 1993.
De vijfde staatshervorming: 2001
In 2001 volgden de Lambermontakkoorden. Deze zorgden voor meer geld en fiscale autonomie voor de gemeenschappen. De gewesten werden bevoegd voor de gemeente- en provinciewet. De provinciale kieskringen werden ingericht, wat België weer in een zware politieke crisis stortte. In 1995 was de provincie Brabant gesplitst in Vlaams- en Waals-Brabant, zonder Brussel. Daarvoor diende het bestaande kiesarrondissment Brussel-Halle-Vilvoorde te worden gesplitst, waarbij Halle en Vilvoorde samen met het arrondissement Leuven de kieskring van de provincie Vlaams-Brabant zou moeten vormen. Het gevolg was echter dat Franstaligen in Halle-Vilvoorde niet meer op Brusselse lijsten zouden kunnen stemmen. Alle Franstalige partijen weigerden de splitsing, ook al is de bestaande toestand volgens de Raad van State ongrondwettelijk. In 2007 won de CD&V (Leterme) de federale verkiezingen in een kartel met de N-VA (De Wever). Het kartel beloofde de kieskring te splitsen, maar door Franstalig verzet lukte dat niet. In 2010 viel de regering Leterme. Hierop volgde nieuwe federale verkiezingen, wat de N-VA tot de grootste politieke partij van België maakte. De Wever zette een nieuwe fundamentele staatshervorming op het programma, die België tot een een confederale staat moet omvormen. De Franstalige partijen willen onder leiding van de PS niet laten raken aan het systeem van de sociale zekerheid en de sociaaleconomische solidariteit.
Krachtlijnen
We kunnen drie grote krachtlijnen herkennen in het staatshervormingsproces.
Van een unitaire naar een federale logica
Aanvankelijk overheerste de wil om de eenheid van België te bewaren, maar nu overheerst de regionaliseringslogica. Een voorbeeld van een unitaire logica is de grendelgrondwet van 1970: een grondswetsherziening had een meerderheid in elke taalgroep nodig, waardoor de Vlaamse demografische meerderheid vergrendeld werd. Ook de verdeling van de middelen was eerst volgens een unitaire logica.
De staatshervorming als product van democratische besluitvorming
De keerzijde van dit vreedzame verloop, is de enorme complexiteit ervan. De Vlaamse wens om een cultuurgemeenschap uit te bouwen resulteerde in drie gemeenschappen (Nederlands-, Duits- en Franstalige) en de Waalse wens om eigen sociaal-economische instrumenten te hebben en de Franstalige-Brusselse wens tot een eigen structuur leidde tot drie gewesten (Vlaams, Waals en Brussels).
Tegengestelde belangen
Er zijn groepen die belangen hebben bij een unitaire staat (het koningshuis, sommige Brusselse hoofdstedelijke krachten, financiële groepen). Ten tweede is er de belangentegenstellingen tussen de taalkundige bekommernissen van de Vlamingen en de economische bekommernissen van de Walen. Ten derde is er nog de belangentegenstelling tussen Brussel en Wallonië. Zij vormen sinds 1970 wel de Franse Gemeenschap, maar zijn niet zoals de Vlaamse gemeenschap een échte eenheid. De Walen en Franstalige Brusselaars hebben elk een eigen identiteit ontwikkeld, waarbij Brussel zijn eigenheid wil bewaren. Het Brussels Gewest heeft een eigen parlement en een partij als het FDF bepleit de territoriale uitbreiding van Brussel met Vlaamse gemeenten uit de Rand.
Intussen hebben de staatshervormingen België tot een communautair labyrint gemaakt. Naast de klassieke politieke tegenstellingen tussen Vlaanderen en Franstalig België dreigt ook de onbestuurbaarheid van het land.
© 2012 - 2024 Fredjo, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Nummerplaat aanvragenVanaf 15 november 2010 is Belgiё overgestapt naar de nieuwe Europese nummerplaat. Daarmee volgt Belgiё het v…
De basis Piano akkoordenPiano leren spelen is erg leuk, maar je moet het wel leren. Een belangrijk onderdeel zijn de piano akkoorden. Hier leer…
De antieke RomeinenHet Romeinse rijk heeft ongeveer 1200 jaar bestaan. Het begon in de 8e eeuw voor Christus met een klein stadstaatje gena…
Bronnen en referenties
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Staatshervorming_%28Belgi%C3%AB%29
- http://www.belgium.be/nl/over_belgie/land/geschiedenis/belgie_vanaf_1830/vorming_federale_staat/eerste_en_tweede_staatshervorming/
- http://www.belgium.be/nl/over_belgie/land/geschiedenis/belgie_vanaf_1830/vorming_federale_staat/vijfde_staatshervorming/
- http://www.knack.be/nieuws/belgie/alle-staatshervormingen-op-een-rijtje/article-4000144864857.htm
- http://www.vvb.org/kort/225/19861