Bovenkruiers, veel voorkomende Nederlandse windmolens
Nederland staat bij buitenlanders onder meer bekend om zijn windmolens. Over het hele land verspreid staan er windmolens maar er zijn enkele gebieden vooral bekend om hun molens. In het verleden dienden windmolens een belangrijk doel zoals in veel gevallen het malen van graan. Hoewel er voor die tijd al enkele modellen molens bestonden werd in het begin van de zestiende eeuw een daarna zeer veel toegepast model uitgevonden namelijk de bovenkruier.
Draaibare kap uitgevonden door Jan Adriaanszoon Leeghwater
In plaats van een draaibare molen op een zware constructie, zoals de zogenaamde standerdmolen, verscheen een vaststaand model met alleen een draaibare kap. De uitvinder van de windmolen met draaibare kap was Jan Adriaanszoon Leeghwater. Dit type molen wordt bovenkruier genoemd. Alleen de kap hoeft daarbij gedraaid te worden om de wieken loodrecht in de wind te plaatsen. Het in de wind plaatsen heet kruien.
Molengang met molens in serie
Als bovenkruiers worden (of werden) gebruikt voor het droogmalen van polders worden die ook poldermolens genoemd. Deze hadden meestal geen stenen maar een houten onderbouw en vormden vaak een molengang die uit drie of vier molens bestond.
Bovenkruiers draaien door een kruiwerk
Een bovenkruier is een zeer technische uitvinding. Veel bovenkruiers zijn achthoekig van bouw maar daarnaast komen ook bovenkruiers met ronde vorm voor. Het onderste deel is erg stabiel om diverse krachten op te kunnen vangen. Vaak is het onderste deel van bakstenen opgetrokken maar ook houten onderstellen komen voor. Het draaigedeelte functioneert over een zwaar uitgevoerd kruiwerk met rollenwagens en kruirollen.
Wieken in de wind
Aan het bovengedeelte bevinden zich lange rechthoekige wieken die door de wind draaiend worden gehouden. Door de draaiende wieken kan een systeem in werking worden gezet waarmee bijvoorbeeld graan kan worden gemalen. Andere functies van de windmolen zijn het pompen van water of zagen van hout. De meeste windmolens werden voorheen gebruikt om graansoorten te malen.
Stellingmolen hoge windvanger
Een stellingmolen, ook wel galerijmolen genoemd, is een bovenkruier die door een verlengd onderstel fors de hoogte in is gebouwd. Daardoor kunnen de wieken niet vanaf de grond worden bereikt. Dit type heeft een stelling of galerij rondom de verhoogde onderkant van waaruit de wieken bediend kunnen worden. Vandaar de naam stellingmolen of galerijmolen. Dit model molen werd vooral gebouwd waar de wind geen vrij spel had op de wieken omdat bijvoorbeeld andere bouw (stedenbouw) in de weg stond.
Walmolen alternatief voor extra onderbouw
Een andere manier, dan met een verlengd onderstuk, om een grotere hoogte te bereiken is om de molen op een wal te plaatsen. Dit type molen heet een walmolen. Soms heeft die wal een onderdoorgang. Varianten op deze molen zijn de bergmolen of beltmolen waarbij de molen, in plaats van op een wal, op een heuveltje of belt is gebouwd.
Gebieden bekend vanwege hun windmolens
Kinderdijk
Vroeger werden de negentien molens van de Kinderdijk gebruikt om het water vanuit de polder naar de rivier te pompen. De Kinderdijkmolens zijn opgenomen in de UNESCO werelderfgoedlijst.
Schiedam
Slechts vijf exemplaren van de oorspronkelijk twintig zijn in Schiedam bewaard gebleven. Maar die vijf zijn de hoogste van de wereld. De allerhoogste molens van dit type zijn De Nolet met 43 meter kaphoogte en De Noord met een kaphoogte van 33,5 meter. Een windturbine die in de buurt is gelegen is visueel zo ontworpen dat hij enigszins past bij de oorspronkelijke windmolens. Die turbine is gebouwd in 2006.
Zaanse Schans
De Zaanse Schans biedt een verzameling van historische windmolens en gebouwen die een goede indruk geven van voorgaande jaren. De Zaanse Schans is een van de populairste toeristische attracties van Noord-Holland.
Amsterdam
Er bestaan nog acht windmolens in Amsterdam. De meest bekende molens zijn de Molen van Sloten die werd gebruikt voor het droogpompen van de polder en molen De Gooyer.