Het rijk van de Franken
De Franken waren een volk dat door de jaren heen vele oorlogen voerde. Ze breidden hun gebied uit tot een groot en machtig rijk. Eén van de bekendste heersers was Karel de Grote, die het Heilige Roomse Rijk stichtte. Hoe zag het rijk van de Franken eruit en wanneer ging het ten onder? Lees hierover in dit artikel.
Vroege Franken
Al in het jaar 241, toen het Romeinse Rijk nog groot en machtig was, werd er al melding gemaakt van de Franken, een Germaanse stam. De Franken gingen toen al de strijd aan met de Romeinse Aurelius, die later keizer zou worden. Ook andere Germaanse stammen vormden een bedreiging voor de Romeinen. Deze volkeren wisten de macht van de Romeinen in sommige gebieden in te perken. De grens van het Romeinse Rijk kwam hierdoor verder zuidelijk te liggen en de Franken vestigden zich ten zuiden van de rivier de Rijn. In 350 kwamen de Franken nog wel onder heerschappij van de Romeinen te staan, waarna ze de Franken toestemming gaven zich te vestigen in een deel van het huidige Nederland en België. In de praktijk hadden de Romeinen echter niet veel te zeggen over de Franken. De Franken breidden hun macht uit over het deel van Nederland beneden de rivieren, België en een deel van Duitsland dat langs de Rijn lag. In 428 trokken de Franken Gallië (nu Frankrijk) binnen onder leiding van koning Chlodio.
De Merovingers
In 447 werd Merovech koning van de Franken. Hiermee begon de dynastie van de Merovingers. De Franken waren echter nog geen eenheid, dit duurde nog een aantal jaren. In 466 werd Clovis geboren, die in 481 koning van de Franken werd. Vijf jaar daarvoor was Romulus Augustulus als laatste keizer van het West-Romeinse Rijk afgezet. Onder heerschappij van Clovis werden de Franken verenigd, nadat Clovis zijn concurrentie versloeg en alleenheerser over het volk werd. Bijna heel Gallië kwam onder leiding van de Franken nadat zij in 486 nog een laatste Romeins leger versloegen. Clovis maakt Parijs tot hoofdstad van het rijk. In 496 wonnen de Franken ook de strijd van de Alamannen, tien jaar later werd het gebied opnieuw uitgebreid door de Visigoten te verslaan en grote delen van hun land in te nemen. Rond 500 bekeerde Clovis zich tot het christendom. In 511 stierf hij en werd het rijk verdeeld onder zijn vier zoons.
Tijdens het bestaan van het Frankische rijk werd het meerdere keren opgedeeld en bestuurd door meerdere heersers. Dat leidde tot onderlinge oorlogen tussen de verschillende heersers. Zo ontstonden drie belangrijke gebieden binnen het rijk: dat van de Neustriërs in het westen, dat van de Austrasiërs in het oosten en dat van de Bourgondiërs in het zuiden. Andere gebieden probeerden onafhankelijk te worden, waar ze soms ook in slaagden. In de zevende eeuw voerden de Austrasiërs en de Neustriërs oorlog met elkaar. In 687 vond de slag van Tertry plaats, waarna Pepijn van Herstal van de Austrasiërs de machtigste heerser van de Franken werd. Hij stichtte vervolgens de dynastie der Pippiniden. In 714 stierf hij waarna zijn kleinzoon Theudoald hem opvolgde. Pepijn van Herstal had echter ook een buitenechtelijke zoon, Karel Martel. Zijn zoon en kleinzoon gingen de strijd aan met elkaar; Karel Martel won.
Ondertussen was in het Midden-Oosten een nieuwe religie bezig groot te worden: de islam. In 732 vielen Arabieren Frankrijk binnen. Zij werden door de Franken onder leiding van Karel Martel in de slag van Poitiers verslagen. Tevens kwamen verschillende onafhankelijk geworden gebieden weer onder heerschappij van de Franken.
De Karolingers
Karel Martel werd opgevolgd door zijn zoon Pepijn de Korte. Deze stichtte de dynastie der Karolingers. In 751 werd de laatste koning van de Merovingers, Childeric III, afgezet. Pepijn de Korte liet zichzelf kronen en in 754 werd hij ook gezalfd door de paus.
Het Frankische rijk was een machtig rijk toen Pepijn in 768 stierf. Hij had twee zoons, van wie er één (Karloman) al in 771 stierf. De ander was Karel de Grote, die een groot heerser zou worden en het rijk nog verder zou uitbreiden. In 771 werd hij koning van de Franken. Karel de Grote viel Lombardije in Italië binnen en liet zichzelf in 774 tot koning hiervan kronen. Ook volgden er in deze periode oorlogen met onder meer de Avaren (Hongarije), de Beieren (Duitsland), de Bretonnen (Bretagne) en vele met de Saksen. In 804 vond de laatste slag tegen de Saksen plaats, waarna Karel eindelijk ook dit volk had overwonnen. De andere volkeren waren daarvoor al onderworpen aan de Franken. Karel de Grote dwong de bevolking van niet-christelijke gebieden zich te bekeren tot het christendom. In 800 kroonde de paus hem tot keizer van het Heilige Roomse Rijk. In 814 overleed hij, waarna zijn zoon Lodewijk de Vrome hem opvolgde.
Religie, het leenstelsel en ontwikkeling
De vroege Franken geloofden waarschijnlijk in het bestaan van meerdere goden, waarvoor verschillende rituelen en ceremonies werden uitgevoerd. Toen koning Clovis echter trouwde met een katholieke Bourgondische vrouw, liet hij zich rond het jaar 500 bekeren tot het christendom. Waarschijnlijk werden tegelijkertijd met Clovis veel van zijn soldaten gedoopt. Daarna volgde ook de rest van het volk, al nam de bekering tot het christendom in sommige regio’s nog een behoorlijke periode in beslag.
De Franken waren het volk die het feodale leenstelsel ontwikkelden. De machthebbers van de Franken voerden namelijk regelmatig oorlog. Daarom hadden ze soldaten nodig die de strijd voor hem aangingen. Om deze reden namen deze leenheren leenmannen of vazallen in dienst. De vazallen kregen land in leen waarvoor ze in ruil voor hun heer moesten vechten in oorlogen. De Frankische soldaten vochten te paard en gekleed in beschermende maliënkolders.
Karel de Grote had naast alle oorlogen die hij voerde ook nog tijd voor andere zaken. Hij vond de schoolse ontwikkeling van het volk, of eigenlijk van de mannen, belangrijk. Hij verplichtte kloosters tot het stichten van scholen en liet families hun zonen naar deze kloosterscholen sturen. Karel zelf ontwikkelde zich in de rekenkunde en sterrenkunde, hij leerde Latijn en nodigde verschillende geleerden uit aan zijn hof.
De ondergang van de Franken
Lodewijk de Vrome en zijn Frankische rijk werden van verschillende kanten aangevallen, onder meer door Vikingen en Arabieren. Toch lukte het Lodewijk de Vrome om het rijk grotendeels bij elkaar te houden. Hij verdeelde het rijk onder zijn drie zoons, van wie de oudste keizer moest worden. In 840 stierf Lodewijk, waarna zijn zoons een burgeroorlog begonnen. Na 843 stortte het rijk hierdoor ineen. Er kwam niet meteen een einde aan het rijk omdat er verschillende kleinere rijken en staten werden gevormd. Deze zorgden ervoor dat er zelfs tot 1806 nog iets van overbleef, maar het machtige rijk van de Franken was ten onder gegaan.