Fort Zeelandia, het oudste bouwwerk van Paramaribo
In 1613 begonnen de Nederlanders Dirk van Sanen en Nicolaas Baliestel met het bouwen van een factorij op een stukje land aan de noordkust van Zuid-Amerika. Factorij, wat onder andere later in het Engels verbasterde tot het woord factory, wat fabriek betekent, was in de 17e eeuw de naam voor een handelspost. Van Sanen en Baliestel bouwden hun handelspost op een strategisch punt, op een vooruitstekende punt in de bocht van wat later de Surinamerivier zou gaan heten. Door omstandigheden bleven ze echter niet al te lang. Franse kolonisten onder leiding van Noailly bouwden het bouwwerk in 1644 verder uit en maakten er een vestingsmuur omheen. Ook zij verlieten de vesting snel. In 1650 namen de Engelse plantage-eigenaars uit Barbados het in bezit. Ze noemden het fort Willoughby, naar Lord Francis Willoughby, Graaf van Parmaham, die destijds gouverneur was van Barbados. Later zou hij de bevelhebber van Suriname worden.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Tweede Engelse oorlog
De Engelsen en de Nederlanders hebben meerdere oorlogen met elkaar gevoerd. In de Tweede Engelse oorlog, die duurde van 1665 tot 1667, kreeg de uit Zeeland afkomstige Admiraal Abraham Crijnssen de opdracht om alle Engelse bezittingen rond fort Willoughby te veroveren. In 1667 veroverde hij het fort zelf. Alle plantages en het stadje
Paramaribo zijn sinds die tijd in Nederlandse handen. Crijnssen doopte het fort om tot ´Zeelandia´ aangezien hij een Zeeuw was. De driehoekige bastions aan de rivierkant van het vijfhoekige fort kregen Zeeuwse namen: Middelburg, Veere en Zierikzee. De Engelsen en de Nederlanders tekenden in 1667 de vrede. Nieuw Amsterdam, het latere New York, werd geruild voor
Suriname; dat wil zeggen dat de Nederlanders geen aanspraak meer maakten op hun koloniale bezittingen in Noord-Amerika en de Engelsen Suriname als ruilmiddel voor de gederfde inkomsten aan Nederland gaf.
Het fort
De Surinamers spreken vaan over ´het fort´. Dat komt omdat Fort Zeelandia een belangrijke plek inneemt in de Surinaamse geschiedenis. Het fort zelf is een bouwwerk in de vorm van een vijfhoek met op de drie bovenste hoeken een extra driehoekig bastion. Op het plein zie je een vijfpuntige ster Het fort heeft enkele malen zijn dienst bewezen - al was het als verdedigingsbouwwerk niet optimaal. In 1712 viel een Fransman het fort aan; het was de kaper Jaques Cassard. Hij werd na een korte schermutseling verjaagd maar Cassard kwam na vier maanden terug met versterking. Hij veroverde het fort en eiste een hele hoge schadevergoeding. Daarna kwam het fort toch weer in Nederlandse handen.
Huis van bewaring
Vanaf 1872 tot 1967 deed fort Zeelandia dienst als huis van bewaring. Criminelen ondergingen er hun straf. In 1972 is het een museum geworden. Dat duurde echter tot 1982, toen de militaire coupplegers het gebouw voor zich opeisten en de beruchte decembermoorden pleegden.
Decembermoorden
Op 8 december 1982 was fort Zeelandia toneel van de meest tragische affaire uit de jonge zelfstandige geschiedenis van Suriname. Het leger heeft in 1980 een coup gepleegd waarover het volk in eerste instantie redelijk positief was maar de coup bleek weinig goeds te brengen. De belangrijkste critici van de coup, zakenmensen, journalisten en politici werden door het leger opgepakt en naar fort Zeelandia gebracht. Aldaar werden 15 mensen omgebracht. Een overlevende van deze politieke massamoord vertelt dat legerleider en later president Desi Bouterse eigenhandig enkele mensen heeft omgebracht na ze eerst gemarteld en vernederd te hebben. Pas in november 2019 werd hij tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Museum fort Zeelandia
In 1994 werd het weer een museum. Het fort is in dat jaar in verwaarloosde staat overgedragen aan de Stichting Surinaams Museum. Na een restauratie opende de stichting het museum op 25 november 1995 voor het publiek. Tot op de dag van vandaag doet het dienst als museum en nationaal monument. Rond het fort staan enkele imponerende houten officierswoningen die stammen uit de jaren 50 van de vorige eeuw. Het museum laat de geschiedenis van het slaventijdperk zien. Daarnaast is de oude drogisterij redelijk in ere hersteld alhoewel je er geen geneeskrachtige tincturen meer kunt kopen. Je kunt er enkele beroemde diorama´s van Gerrit Schouten zien. Deze diorama´s zijn van papier drie-dimensionale voorstellingen die een goed beeld geven van het leven van de Marrons en Indianen.