Gezonde uitvinding: vaccinaties
Infectieziekten bestaan al vele eeuwen en hebben in al die tijd ook vele slachtoffers geëist. Daarom werd er al lang naar een manier gezocht om deze ziekten te voorkomen. Voor een aantal infectieziekten, zoals de pokken en mazelen, is dit ook gelukt. Hiertegen zijn vaccins ontwikkeld. In eerste instantie was het geen pretje om zo'n vaccinatie te ondergaan, gelukkig is de methode later verbeterd. Er zijn echter ook nog vele infectieziekten waarvoor tot op heden geen vaccin bestaat.
Infectieziekten
Er zijn vele infectieziekten, zoals de pest, pokken, mazelen, bof, meningitis, tetanus, tuberculose en hepatitis. Dit zijn geen nieuwe ziekten, ze bestaan al vele eeuwen. Dit blijkt uit geschiedkundige schriften en archeologische vondsten. Uit geschriften van een paar eeuwen voor Christus worden al epidemieën van infectieziekten beschreven. Uit het gemummificeerde hoofd van farao Rames V valt af te leiden dat hij de pokken heeft gehad. Deze farao leefde ruim 1200 jaar voor Christus. In al deze eeuwen hebben infectieziekten al vele slachtoffer geëist, vooral wanneer een grote epidemie uitbrak. Voorkomen kon men deze ziekten nog niet, want vaccinaties moesten nog ontwikkeld worden. Dit gebeurde, voor een aantal infectieziekten althans, pas vele eeuwen later.
Variolatie
Waarschijnlijk werden in Aziatische landen als China, India en Perzië in de zeventiende eeuw voor het eerst mensen gevaccineerd tegen pokken, al gebeurde dat nog niet zo snel en bijna pijnloos als hier nu het geval is. De pokken waren namelijk een infectieziekte die voor zeer veel doden zorgde. Gezonde mensen werden in die tijd gevaccineerd met etter of resten van korsten van mensen die pokken hadden. Dit werd gedaan door middel van variolatie. Deze methode werd ook in Turkije gebruikt. De Britse Mary Montagu, een schrijfster die met haar man een tijd in Turkije woonde, raakte bekend met de methode en verspreidde deze bij haar terugkeer in Europa. Er werd niet overal meteen enthousiast op gereageerd, maar langzaam werd variolatie toch steeds vaker gebruikt om mensen te vaccineren tegen de pokken.
Deze methode was verre van prettig om te ondergaan. Eerst moest het immuunsysteem namelijk verzwakt worden door middel van aderlaten, braken en uithongeren. Daarna werd de patiënt gevaccineerd met een mildere vorm van de pokken, waarmee de zwaardere werd voorkomen. Vervolgens mocht de patiënt niet meteen weer in aanraking komen met andere mensen, want dan zou hij hen kunnen besmetten. Hij moest dus eerst enige tijd in isolatie doorbrengen, alleen of samen met anderen die tegelijkertijd gevaccineerd waren. Variolatie zorgde er wel voor dat er minder mensen overleden aan de pokken. Sommige mensen kregen echter alsnog de zwaardere en dodelijke vorm van de pokken in plaats van de milde vorm.
Edward Jenner
Edward Jenner was een Britse arts die leefde van 1749 tot 1823. Hij had toen hij jong was zelf variolatie ondergaan en wist dus dat dit geen fijne methode was. Hij voerde zelf ook variolaties uit bij patiënten, maar zocht ondertussen naar een alternatief. Deze vond hij in 1796 naar aanleiding van melkmeisjes. Zij kregen namelijk regelmatig koepokken tijdens het uitvoeren van hun werk, maar dit was een ongevaarlijke variant van de ziekte. De gewone pokken kregen deze meisjes niet. Jenner besloot om hier onderzoek naar te doen. Als experiment infecteerde hij, met toestemming, een achtjarige jongen met koepokken. De jongen werd ziek, maar niet ernstig en hij was snel weer beter. Van de gewone pokken werd hij niet meer ziek. Deze nieuw uitgevonden methode zorgde voor een daling van het aantal dodelijke slachtoffers, want in plaats van een milde variant van een ziekte te gebruiken om mensen te vaccineren, werd een andere variant van de ziekte gebruikt. Daarnaast werd de variolatie afgeschaft, wat voor veel minder ongemak zorgde. Het woord vaccinatie stamt ook uit deze periode, vaccinia betekent namelijk koepokken.
De opmars van vaccinaties
Een paar jaar na de uitvinding van Jenner begon men in Nederland ook met vaccineren tegen de pokken. Lodewijk Napoleon was een groot voorstander van vaccineren en zorgde ervoor dat er meer mensen gevaccineerd werden. Het aantal vaccinaties steeg en daalde in de daaropvolgende decennia nog enkele keren. De Wereldgezondheidsorganisatie startte over de hele wereld vaccinatiecampagnes op en dit is effectief gebleken: in 1980 werd de wereld pokkenvrij verklaard. Vaccinaties tegen pokken zijn sindsdien overbodig en worden ook niet meer uitgevoerd. Naast de vaccinaties tegen pokken zijn er sinds 1796 vaccins tegen verschillende andere infectieziekten ontwikkeld. In 1952 werden veel kinderen in Nederland al gevaccineerd tegen difterie, in 1954 werd dit een gecombineerd vaccin tegen difterie, tetanus en polio. Later volgden onder meer vaccins tegen kinkhoest, rode hond en mazelen. Deze ziekten komen hier daarom ook bijna niet meer voor. In andere, armere, landen worden veel kinderen nog wel slachtoffer van infectieziekten. Daarnaast zijn er helaas ook nog vele infectieziekten waarvoor (nog) geen vaccin bestaat, zoals malaria en aids.
In Nederland wordt tegenwoordig zo’n 95% van de kinderen gevaccineerd tegen allerlei infectieziekten. Niet iedereen is het echter eens met vaccineren. Sommige mensen zijn van mening dat vaccinaties juist andere ziekten veroorzaken en laten hun kinderen dan ook niet vaccineren.