Restanten van grafheuvels als archeologische monumenten
Wereldwijd bestaan er nog restanten van grafheuvels die beschouwd kunnen worden als archeologische monumenten. Een grafheuvel werd opgeworpen over menselijke resten of over een soort grafkist of urn met as. Nederland telt in de vorm van grafheuvels ook talrijke archeologische monumenten. Op zeer veel plekken zijn die nog zichtbaar als lage heuvels die vooral voorkomen op hogere zandgronden. De grafheuvels worden beschermd door de monumentenwet.
Grafheuvels en mythen en volksverhalen
Al eeuwenlang spreken grafheuvels tot de verbeelding. Ze werkten soms als een magneet voor het houden van rituele activiteiten als vereringen en offeranden. Ook komen grafheuvels herhaaldelijk voor in lokale mythen en volksverhalen want zo zou het er in de nacht spoken en branden er volgens sommige verhalen geheimzinnige lichtjes. In andere verhalen worden de grafheuvels in verband gebracht met elfen, geesten, kabouters, reuzen en witte wieven.
Grafheuvels als archeologische monumenten over de hele wereld
Een grafheuvel (latijn = tumulus en meervoud tumuli) is een door mensen opgeworpen heuvel uit de Oudheid over één of meer graven. Dit type grafmonument komt in de hele wereld voor. In Europa was de grafheuvel het gangbare type van 2400 – 1100 voor Christus. De term grafheuvel wordt soms ook gebruikt voor megalithische grafmonumenten zoals hunebedden. Daarbij is echter geen echte sprake van een heuvel omdat hunebedden uit stenen zijn opgebouwd met open binnenruimten.
Veel langs de Romeinse heirbanen
Ook in de Romeinse tijd kwamen grafheuvels voor en werden vooral opgetrokken voor vooraanstaande burgers. Zo werden in de tweede eeuw na Christus 150 tumuli opgericht langs de Romeinse heirbanen. Een heirbaan, ook wel
heerweg, heerstraat of heirweg genoemd, is een lange weg waar oorspronkelijk de Romeinse legers snel overheen konden trekken naar alle delen van het Romeinse Rijk. Maar ook gewone burgers, zoals bijvoorbeeld handelaren, maakten gebruik van de heirbanen.
Verschillende modellen grafheuvels
Grafheuvels zijn oorspronkelijk dikwijls omgeven geweest door palen, greppels of een wal. Vooral in de late steentijd, vroege bronstijd en ijzertijd bevatten de grafheuvels dikwijls één of meer kransen van palen. De grafheuvels uit de midden en late bronstijd bestaan uit een heuvel die meestal omgeven wordt door een greppel met daar omheen een aarden wal die een beschermende functie hadden. Een eenmaal opgeworpen grafheuvel werd soms later weer gebruikt voor meer begravingen. De oorspronkelijke heuvel werd dan telkens opgehoogd bijvoorbeeld door het opstapelen van plaggen.
Manier van begraven
De manier waarop de doden werden begraven was per periode verschillend:
- Late steentijd: In een kuil met daar overheen de opgeworpen heuvel.
- Vroege bronstijd: Na crematie de asresten in een heuvel.
- Midden bronstijd: In een uitgeholde boom als doodskist.
- Late bronstijd: Na crematie de asresten in urnen in de heuvel.
- IJzertijd. Crematie met ter plekke daar overheen de opgeworpen heuvel.
Waar te vinden?
Grafheuvels zijn vooral te vinden op de hogere zandgronden van Brabant, Drenthe, Gelderland, Limburg, Overijssel en Utrecht maar ook op zeekleigebieden zoals West-Friesland. De grootste dichtheid van grafheuvels is te vinden op de Veluwe. De oudste grafheuvels in Nederland zijn ongeveer 5000 jaar geleden aangelegd bij Apeldoorn. Restanten uit de bronstijd zijn te vinden op de Veluwe en in Drenthe.
Beschermd door monumentenwet
Een groot aantal van deze grafheuvels zijn vermeld op een lijst van archeologische monumenten en worden beschermd volgens de monumentenwet. De wetenschappelijke en landschappelijke waarde wordt onder meer bewaard door de begroeiing op de restanten van de heuvels te verwijderen en door eventuele beschadigingen te herstellen.
Veel onderzoek naar grafheuvels
Soms worden heuvels die verdwenen zijn gereconstrueerd naar de gegevens die nog bekend zijn. Dit zowel uit educatieve als toeristische overwegingen. Gegevens zijn vaak nog bekend omdat er veel archeologisch onderzoek naar grafheuvels is verricht onder meer door Professor Albert van Giffen in het begin van de twintigste eeuw. Hij had zelfs al een verre voorganger in de persoon van dominee Johan Picardt in de zeventiende eeuw. Ondanks dat veel grafheuvels verdwenen zijn is in Nederland de plek van iets minder dan 3.000 grafheuvels bekend.