Ontstaan van de Gotiek
De naam 'gotiek' komt pas aan het begin van de negentiende eeuw op, als de belangstelling voor de middeleeuwen toeneemt, om de nieuwe bouwstijl te typeren die na de Romaanse komt. De herkomst van de term is onduidelijk, maar heeft waarschijnlijk te maken met het per abuis leggen van de oorsprong van deze bouwstijl bij de Duitse volkeren, voorheen de Goten. Sinds ruim een eeuw duidt men ook alle andere kunst uit deze tijd aan als 'gotisch'. Bij het ontstaan van deze bouwstijl, rond 1140 in de omstreken van Parijs, sprak men over het opus modernum ('het moderne werk') of het opus francinianum ('het Frankische werk').
Abt Suger en het belang van licht
Eén van de belangrijkste kenmerken van de gotiek was licht en niet architectonische elementen als spitsbogen, steunbogen, etc. Deze kwamen namelijk tijdens de Romaanse tijd al voor. De gotiek ontstaat op een heel specifieke plaats en op een specifiek tijdstip, namelijk als abt Suger opdracht geeft een kathedraal te laten herbouwen die gewijd was aan St. Denis, Frans voor Heilige Dyonisius. Deze herbouw vond plaats tussen 1137 en 1144 in de lIe-de France, het gebied rond Parijs. Dyonisius was een heilige en discipel van Paulus, die dezelfde geacht werd te zijn als een vijfde-eeuwse, Syrische schrijver, die nu met 'Pseudo-Dyonisius' wordt aangeduid. Deze schrijver schreef enkele indrukwekkende, mystieke stukken vol met lichtmetaforen en getalsymboliek. Suger was bijzonder onder de indruk van deze geschriften en wilde de leer van Dyonisius in steen uitdrukken, hetgeen betekende licht, lichtheid en bepaalde getalsmatige proporties tussen de verschillende delen van het gebouw. Daarbij kwam dat de lIe-de-France moest helpen om de zittende macht in Parijs te profileren. Deze macht, nu in handen van koning Lodewijk VI, was ernstig verzwakt in de afgelopen generaties en bovendien had zich nooit een eigen Romaanse stijl ontwikkeld in Parijs. Door middel van een religieus monument werd nu een cultureel-politieke inhaalmanoeuvre uitgevoerd.
Nieuwe combinatie van oude elementen
Deze bleek zeer succesvol. Suger en de onbekende architect(en) die met hem samen werkte(n), voegden niets nieuws toe aan de Romaanse bouwstijl, maar kwamen met een geheel nieuwe combinatie van oude elementen, die elke bezoeker onmiddellijk trof als lichter, eleganter en harmonieuzer dan alles wat in de afgelopen tijd was gebouwd. Deze lux nova, het nieuwe licht, vond dan ook, zoals boven beschreven, snel ingang in de rest van Frankrijk en tijdens het verdere verloop van de twaalfde eeuw verrezen kort na elkaar de reusachtige kathedralen van Parijs (Notre-Dame), Chartres, Amiens en Reims. Deze enorme bouwkundige en financiële activiteit kwam - noodzakelijkerwijs, zou je zeggen - aan het begin van de dertiende eeuw, op deze schaal althans, ten einde, maar zette zich voort in minder ambitieuze projecten, zoals bijvoorbeeld tot de St.-Urbain in Troyes, gebouwd tussen 1261 en 1275.
Toenemend realisme
Zoals gezegd, kenmerkt de gotiek zich, naast de aandacht voor licht, door een toenemend realisme, een vermenselijking van de motieven en de suggestie van beweging, door de figuren bijvoorbeeld oogcontact te laten hebben met elkaar. Er is echter, zoals meestal, geen sprake van één uniforme stijl. Er is zogenaamd gotisch classicisme, de genoemde proto-renaissance, in het Maasland en in Italië, maar er is ook de hoofse stijl die typisch is voor Parijs, waarin de lichamen verloren gaan onder de vele draperieën en de figuren vaak een glimlach vertonen.
Internationale Stijl en Claus Sluter
Deze laatste stijl wint snel aan populariteit onder invloed van trouwende leden uit Europese hoven en reizende kunstenaars en verwordt rond 1350 tot de Internationale Stijl die tot ongeveer 1400 domineert. Het hoogtepunt van deze stijl wordt gevormd door het werk van de in Dijon werkende en van oorsprong Haarlemse beeldhouwer Claus Sluter, die zijn figuren zo groot, plastisch en realistisch maakte dat ze bijna lijken weg te lopen uit hun nissen. Zijn grote verdienste daarnaast is dat hij de eerste kunstenaar sinds de oudheid is die echte portretten heeft gemaakt. Hij is één van de weinige middeleeuwse kunstenaars die we bij naam en toenaam kennen.