De Piramides van Guimar
Wie aan Tenerife denkt, doet dat over het algemeen in functie van een mogelijke vakantiebestemming. Dit eiland leent zich daar uitstekend toe. Met een aangenaam klimaat, mooie stranden en schitterende vegetatie biedt het de toerist alvast genoeg variatie. Minder bekend, maar daarom niet minder interessant zijn de zes piramides van Guimar.
Guanches en de Spanjaarden
Geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaar. Dat geldt ook voor de Canarische Eilanden. Toen de Spanjaarden (Castilianen) in 1402 begonnen met de kolonisatie van de eilanden stootten ze in Lanzarote en Fuerteventura op een primitieve cultuur van boeren en nog binnen het jaar waren de twee eilandjes volledig in hun bezit. Al gauw verspreidde het nieuws van de ontdekking en verovering zich binnen de Spaanse wereld. Dat de eilanden geen ontwikkelde bevolking kenden sterkte de Spanjaarden in hun rechtvaardiging van de bezetting ervan. De reputatie dat de Guanches, door de Spanjaarden zo genoemd, een primitief volk waren is hoe dan ook wat de wereld werd ingestuurd. Onmiddellijk werden voorbereidingen gemaakt voor de verovering van de andere eilanden. De verovering van de andere Canarische eilanden was iets waar de Spanjaarden veel minder ruchtbaarheid aan gaven. In tegenstelling tot de voornoemde eilanden stootten ze op een hoog ontwikkelde en weerbare cultuur. Het kostte hen ook veel meer moeite en levens, vooral in Tenerife. In de eerste slag van Acentejo in 1494 werden ze massaal afgeslacht. Het duurde vier jaar voor ze de manschappen en middelen bijeenkregen om weer op expeditie te gaan. Het was maar met de hulp van rivaliserende "stamhoofden" dat ze er in 1496 in slaagden de Guanches voorgoed te onderwerpen.
De consensus: steenhopen
De piramides van Guimar worden voor het eerst gerapporteerd in 1881. Het zijn steenhopen die sinds 1850 door de boeren werden opgeworpen bij het ploegen van hun velden. Zoals er in Guimar oorspronkelijk negen waren, vertelt de lokale bevolking dat gelijkaardige heuvels vroeger over heel het eiland te vinden waren, maar weer afgebroken om als bouwmateriaal te dienen. Tot zover de officiële uitleg. De site van Guimar, 65.000 m² ( 6,5 hectare) werd in 1988 als etnologisch park opengesteld.
Kritisch denken
Wie de voorgaande alinea aandachtig leest, ziet misschien al onmiddellijk hoeveel tegenspraak de uitleg in zich draagt. Daarnaast is één blik op eender welke foto van de site genoeg om zich al terecht vragen te stellen bij het gebruik van de omschrijving "het opwerpen" van de "steenhopen". Zonder er in detail op in te gaan duiden verschillende elementen op een planmatige aanleg van deze veronderstelde "steenhopen". De totale oppervlakte van de site op zich en de enorme hoeveelheid stenen die erin verwerkt zijn, weerleggen de visie dat de stenen van enkel de omliggende velden afkomstig zijn.
Enkele ander elementen, niet gelimiteerd tot:
- De bodem van de structuren is geëgaliseerd.
- De geometrische structuur en de aanleg in terrasvorm (waarbij de terrassen zich mathematisch tot elkaar verhouden).
- De hoekstenen zijn bewerkt.
Romeinen, Berbers en Arabieren
De Spanjaarden verdienen alle erkenning voor hun uitgebreide verslaggeving van alles wat ze ondernamen. Dat wil niet zeggen dat hun visie altijd de juiste is. Andere en oudere bronnen spreken over de algemene consensus een vernietigend oordeel uit. Plinius de Oudere, Romeins officier en historicus, vermeldt via koning Juba II van Mauretania dat in 50 v.Chr. een Mauretaanse expeditie werd ondernomen naar de Canarische eilanden waarbij de
"ruïnes van enorme gebouwen gevonden werden maar verder geen vernoemenswaardige bevolking". Ook Strabo vermeldt de "Fortuinlijke Eilanden" maar maakt geen gewag van een bevolking.
De Arabische geograaf Muhammad Al-Idrissi beschrijft rond 1150 n.Chr. in het boek voor Roger II van Sicilië, de Nuzhatul Mushtaq een reis van de Mugarrarin. Deze familie van "avonturiers" uit Lissabon bereikte na een lange zeereis via onder andere Madeira de Canarische Eilanden. Daar werden ze ontvangen door de lokale bevolking waarvan sommigen
"lang en vlasblond haar hadden..." en "
één van hen Arabisch sprak".
Deze bronnen in combinatie met de Spaanse geven ons een duidelijke chronologie. Rond het begin van de jaartelling was er geen noemenswaardige bevolking, maar wel de
ruïnes van enorme gebouwen. Tussen de eerste en de elfde eeuw heeft er een kolonisatie plaatsgevonden door Berbers (wat bevestigd wordt door genetisch en linguïstisch onderzoek), die een op zijn minst sporadisch contact met het continent bleven houden (getuige de Arabisch sprekende tolk die Al-Idrissi vermeldt). En tenslotte bevestigt de consensus zelf, bij monde van de lokale bevolking, dat er vroeger veel meer van die "steenhopen" waren. Dit alles staat dus haaks op de officiële versie, die ons vertelt dat de steenhopen in de negentiende eeuw werden gebouwd (om onmiddellijk weer afgebroken te worden?).
De piramides van Guimar "steenhopen" noemen is gezien het materiaal waaruit ze bestaan in bepaald opzicht gerechtvaardigd. De piramide van Cheops is immers ook een "steenhoop". Maar net als de piramide van Cheops, verdienen die van Tenerife misschien wel meer dan dat predicaat. Gelukkig bestaat de mogelijkheid nog de roep om meer onderzoek te beantwoorden. Het is een hoopvol gegeven dat ze niet langer meer mogen afgebroken worden.