De Liopleurodon
De Liopleurodon is een krokodilachtig zeereptiel uit Jura wat in de zee leefde. Het dier kon tot wel 20 meter lang worden. Met zijn reusachtige tanden en de krachtige kaak was de Liopleurodon een gevaarlijk roofdier. De Liopleurodon wordt niet voor niets de koning van de oceanen en zeeën genoemd. Het is maar goed dat de mens niet ten tijde van deze zeereptiel leefde, aangezien het dier altijd een grote eetlust had.Liopleurodon
De Liopleurodon komt uit het Jura, een periode die duurde van ongeveer 200 – 145 miljoen jaar geleden. De meeste dinosaurussen leefden in deze tijd en ook de eerste vogels begonnen te ontstaan. De Ichthyosauriërs, Pliosauriërs en de Plesiosauriërs waren de belangrijkste drie groepen zeereptielen. De meest ontzagwekkende van de Plesiosauriërs was dan ook de Liopleurodon. Dit soort is nauwer verwant met hagedissen en slangen, dan aan dinosaurussen en krokodillen. Hij leefde alleen in de zee en kwam alleen boven om adem te halen. De Liopleurodon wordt in vier varianten onderverdeeld: de Pachydeirus, de Rossicus, de Macromerus en de Ferox. Alleen van de laatste zijn volledige fossielen gevonden. De Liopleurodon baarden hun jongen levend, en niet in een ei. Dit weten we omdat er een fossiele Ichthyosaurus is ontdekt die aan het baren was.Uiterlijk
De bekende Tyrannosaurus steekt schil af bij de verschijning van de Liopleurodon: minstens 10 meter lang waarvan de krokodilachtige kop met korte nek alleen al drie tot vijf meter was. De vlijmscherpe tanden waren twee keer zo groot als die van de Tyrannosaurus, en werden tot wel 10 centimeter lang. De voortanden werden gebruikt voor het scheuren van vlees, waarbij de achterste tanden ronder waren en werden gebruikt voor het kraken van schelpen. Verder had het dier een massief gestroomlijnd lijf met vier grote, peddelvormige poten. Deze bewoog hij onder water om vooruit te komen. Waarschijnlijk had de Liopleurodon een zelfde soort gladde huid als een dolfijn of walvis.
Prooien
De Liopleurodon had een ongelofelijke eetlust en was niet kieskeurig met wat er op het menu stond. Dit zeereptiel voedde zich met bijna alles: pijlinktvissen, haaien, beenvissen, zeeschilpadden, Ichthtyosauriërs, te laag vliegende vogels en misschien zelfs zijn eigen verwanten. Aangenomen wordt dat de Liopleurodon een scherp reukvermogen had, waardoor slachtoffers snel gelokaliseerd konden worden. Over dit reukvermogen valt nog veel te ontdekken. Door de peddelvormige poten had het dier een hoge acceleratie bij de jacht. Hiermee kon de Liopleurodon verrassingsaanvallen plegen. Waarschijnlijk had het dier een binoculair zicht, wat inhoudt dat het goed afstanden kon inschatten. Dit kwam ook weer ten goede kwam bij het jagen op zeedieren. Zelf kende dit roofdier nauwelijks vijanden, aangezien hij behoorde tot een van de grootste zoogdieren van die tijd.