Discriminerende symbolen voor Joden: Jodenhoed en Jodenster

Discriminerende symbolen voor Joden: Jodenhoed en Jodenster Op woensdag 29 april 1942 maakte rijkscommissaris Seys-Inquart de invoering van de Jodenster bekend. Vanaf 3 mei moesten alle Joden van zeven jaar en ouder een gele Davidsster zichtbaar op borsthoogte dragen. Wie weigerde, riskeerde een boete van 1000 gulden of een gevangenisstraf van zes maanden. Die straf moest men uitzitten in een concentratiekamp.

De Jodenhoed

Het dragen van onderscheidende tekenen was niet nieuw voor Joden. Tijdens het Vierde Lateraanse Concilie onder paus Innoncentius III in 1215 was al besloten dat Joden aparte kleding moesten dragen. Tot 1255 werd dit standpunt door pausen en concilies maar liefst 29 keer herhaald. Elke overheid mocht zelf bepalen hoe Joden zich moeste onderscheiden. Zo stelde het Heilige Roomse Rijk, een politiek verband van wereldlijke en kerkelijke gebieden, die onderworpen waren aan de Duitse keizer of koning, in 1270 de torenvormige Jodenhoed verplicht. Die hoed kreeg al gauw een gele kleur. Joden moesten op hun kleding ook een geel teken dragen, bijvoorbeeld een ring.

Veel Europese landen voerden deze maatregel in. De Republiek onderscheidde zich in gunstige zin. Hoewel er beperkende maatregelen voor Joden waren, hoefden zij geen aparte tekenen te dragen. Tijdens de Verlichting schaften de Europese staten de uiterlijke tekenen voor Joden af.

Jodenster verplicht in Polen

Nadat de Duitsers op 1 september 1939 Polen hadden ingenomen, besloten zij dat de Joden een onderscheidend teken moesten dragen. Dat vergemakkelijkte het opsporen en ombrengen van deze bevolkingsgroep. De Duitse regering koos voor een gele ster en greep daarmee terug op zowel de gele kleur van de middeleeuwse Jodenhoed als op het verplicht dragen van een teken op borsthoogte. Vanaf 23 november 1939 was het dragen van een Jodenster verplicht in Polen, bijna twee jaar eerder dan in Duitsland zelf. Daar verplichtte de overheid op 1 september 1941 het dragen van een Jodenster. En vanaf 15 april 1942 moest elke Jood een zwarte Davidsster op een wit papier bevestigen op zijn huisdeur, naast het naambordje.

Invoering Jodenster in Nederland

Ook Nederlandse Joden moesten een Jodenster dragen. Op 29 april 1942 maakte rijkscommissaris Seys-Inquart de invoering bekend in de avondbladen. Vanaf 3 mei mocht geen enkele Jood vanaf zeven jaar zich meer op straat vertonen zonder Jodenster. Het was een nieuwe stap in de algehele isolering van Joden in Nederland. De maatregel vereenvoudigde ook de uitvoering van Hitlers doelstelling om alle Joden uit bezet gebied weg te voeren en om te brengen. Met een ster op hun kleding waren zij duidelijk herkenbaar.

Voor het zover was, moest er nog heel wat werk verricht worden. SS- Hauptstϋrmfϋhrer Aus der Fϋnten, die belast was met de uitvoering van de maatregel, liet de Joodse Raad weten dat zij 569.355 Jodensterren moest distribueren in drie dagen. Asscher en Cohen, de beide voorzitters, protesteerden, maar Aus der Fϋnten luisterde niet naar hen. Dus begonnen medewerkers van het bureau van de Joodse Raad met het klaarmaken van pakketten met Jodensterren voor elke plaats waar Joden woonden en voor gevangenissen waarin Joden zaten. Zij werkten zelfs tot vier uur ’s nachts door om het werk af te krijgen. Donderdagmorgen om tien uur waren alle pakketten klaar om verzonden te worden.

Straffen

Leden van de Joodse Raad protesteerden tijdens een vergadering na afloop van het werk. Waarom was er met zo veel haast gewerkt aan de verzending van deze vernederende symbolen? Als de Duitsers het zelf hadden moeten doen, had het distribueren van de Jodensterren weken in beslag genomen. Asscher en Cohen hadden echter geen andere keus. Zij wilden niet dat de Joden te laat hun sterren zouden krijgen en het risico liepen gestraft te worden. Wie vanaf 3 mei zonder duidelijk zichtbare ster op straat verscheen, kreeg een boete van maximaal 1000 gulden of zes maanden gevangenisstraf. Die straf moest de overtreder uitzitten in een concentratiekamp.

Distributie in Amsterdam

Nadat de pakketten verzonden waren, begon de distributie in Amsterdam. De sterren waren niet gratis. Ze waren gemaakt door textielfabriek De Nijverheid in Enschede en dat had de Duitsers geld gekost. De Joodse Raad kreeg de rekening en verhaalde de kosten op de dragers van de sterren. Elke ster kostte vier cent en per vier sterren moest men één textielpunt inleveren. Elke Jood was verplicht vier sterren af te nemen, zodat er op verschillende kledingstukken een Jodenster genaaid kon worden – alleen opspelden was verboden. De ster had de grootte van een handpalm en moest links op borsthoogte gedragen worden. In de ster stond met pseudo-Hebreeuwse letters het woord ‘Jood’.

Waarschijnlijk braken tijdens de verkoop van de sterren relletjes uit, want aan het begin van de avond kregen de politiebureaus het advies de volgende dag ‘verscherpt toezicht’ te houden. Aus der Fϋnten gebood agenten Joden die de orde verstoorden op te pakken en over te dragen aan de SD.

Op 1 en 2 mei verschenen de eerste Joden met een ster op straat. Velen hadden er moeite mee, maar zij deden wat de bezetter opdroeg. Een enkeling besloot de straat niet meer op te gaan.
Vanaf zondag 3 mei traden de Duitsers op tegen Joden die het bevel om een ster te dragen negeerden. Zo hielden zij een toneelknecht van het Joodse revuegezelschap aan dat in de Hollandse Schouwburg in Amsterdam optrad, omdat hij via de zij-uitgang naar de hoofdingang was gelopen zonder ster op zijn overall. Hij werd weggevoerd en is nooit teruggekeerd.

Reacties

Veel niet-Joden vonden het schandalig dat Joden zo gestigmatiseerd werden. Velen toonden hun verbondenheid met de Joden. Ze namen hun hoed voor hen af of gingen de straat op met een zelfgemaakte Jodenster.
De Haagse predikant ds. Gravemeijer riep in de morgendienst van 3 mei zijn gehoor op om een ster te dragen. ’s Middags werd hij gearresteerd.

Middelbare scholieren in Deventer kwamen op 4 mei met een ster op hun jas naar school. Toen de burgemeester dat hoorde, liet hij twintig leerlingen oppakken en twee weken opsluiten in kamp Amersfoort.
Daar werden ook ambtenaren en leerkrachten vastgezet die een nagemaakte ster droegen. Na zes weken kwamen zij vrij, waarna zij ontslag kregen.
Het Parool noemde de Jodenster ‘een slag in het gezicht van het gehele Nederlandse volk’. De redactie hekelde ook de houding van de Joodse Raad die zich had uitgesloofd om de Jodensterren op tijd te verzenden.
De socialistische verzetskrant De Vonk verspreidde 300.000 biljetten met een ster en de tekst ‘Jood en niet-Jood één in strijd’.

Geen ster

Slecht 48 Nederlandse Joden kregen vrijstelling van het dragen van een Jodenster. Tot hen behoorde Hans Max Hirschfeld, secretaris-generaal van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, de tekenaar Jo Spier en zijn vrouw, en Joden die lid waren geworden van de NSB of zich in het verleden verdienstelijk hadden gemaakt voor Duitsland.
Voor veel van hun volksgenoten gold dat zij de ster droegen tot hun overlijden in een concentratiekamp.
© 2015 - 2024 Mh1903, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Jodenster: identificatieJodenster: identificatieAl heel lang werd er onderscheid gemaakt tussen de verschillende geloven. Het jodendom is waarschijnlijk de eerste of de…
Lodewijk Asscher: zijn carrière bij de PvdALodewijk Asscher: zijn carrière bij de PvdALodewijk Frans Asscher (Amsterdam, 27 september 1974) was minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet R…

Denemarken in de Tweede WereldoorlogDe Tweede Wereldoorlog vormt een gruwelijk hoofdstuk in de geschiedenis en het is vrij algemeen bekend hoe het de belang…
Napoleon en de Tempel van de Glorie in ParijsIn zijn keizerlijke hoofdstad Parijs besloot Napoleon in het jaar 1806 tot de bouw van een eretempel voor zijn Grande Ar…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Museon Museum Den Haag, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
  • Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Den Haag, 1974.
  • Jodenster, 06-05-2015, http://nl.wikipedia.org/wiki/Jodenster
  • Presser, J., Ondergang. Den Haag, 1985
Mh1903 (118 artikelen)
Laatste update: 10-10-2016
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.