Het Alhambra (Granada, Spanje)
Het Alhambra is een paleizencomplex in Granada, Spanje. Oorspronkelijk was het van de Moorse heersers van het koninkrijk Granada, dat van 1238 tot 1492 het zuiden van het huidige Spanje besloeg. Het bestaat uit meerdere gebouwen, tuinen, pleinen, vijvers, torens en paden en tegenwoordig kan men er worden rondgeleid.
Geschiedenis
Vanaf de vijfde eeuw v.Chr. vestigden zich primitieve stammen op de plaats die nu Granada heet. Later werd het gekoloniseerd door Romeinen. Zij noemden het Illibris. Pas na de Moorse inval in 711 n.Chr. werd het Granada genoemd door de moslim-overwinnaars. De stad werd steeds welvarender en werd uiteindelijk een van de rijkste steden van Europa, met een levendige handel. Het machtscentrum van de Moorse heersers, het Alhambra, werd gebouwd op een berg boven de stad. In de 14de eeuw werd er voor een groot deel aangebouwd door de (islamitische) Nasriden dynastie.
Het complex bestaat uit paleizen, tuinen en een fort. In 1492 viel het Alhambra in handen van christelijke leiders. Ferdinand II van Aragon (voormalig koning van Sicilië, Sardinië en Aragon) en zijn vrouw Isabella I van Castilië, hadden een plan het Alhambra uit te breiden. Dat plan ging door toen Karel V opdracht gaf tot de bouw van zijn paleis. Sinds de christelijke verovering van het Alhambra ging het steeds slechter met Granada en het aantal inwoners daalde. Tegen de 18de eeuw was de bevolking zo afgenomen dat Granada aan de zijlijn kwam te staan. Tijdens de Napoleontische oorlogen werd het Alhambra bezet door Fransen en werden een paar torens opgeblazen.
Het boek
Tales from the Alhambra van Washington Irving zorgde voor internationale aandacht voor Granada. Vele kunstenaars kwamen ineens naar de stad om er te wonen en te werken. Later kwamen er buitenlandse bezoekers en in 1870 werd het Alhambra uitgeroepen tot nationaal monument. Dit is waar het restauratieproces begon, dat tot op de dag van vandaag doorgaat.
De Spaanse Burgeroorlog was een bloedige tijd voor Granada. Nationalisten trokken plunderend door de stad en namen Granada in. Het Alhambra en de Albaycin wijk in Grenada zijn in 1984 tot wereld erfgoed verklaard door UNESCO en soms wordt het Alhambra het achtste wereldwonder genoemd. Nu is Granada een enorme trekpleister voor toeristen van over de hele wereld. Vooral kunstenaars worden aangetrokken door het indrukwekkende Moorse vakmanschap waarmee het Alhambra volgepakt is.
De gebouwen
Alcazaba
Dit is het oudste deel van het Alhambra. Het is in de 13de eeuw op de heuvel gebouwd door Mohammed I of Al-Ahmar. Het werd gebouwd op de ruïnes van een kasteel en is nu niet meer dan een skelet van muren en torens. De heuvel was een ideale plek om een fort te bouwen. Gezien de hoogte van 200 meter en de hoge torens en twee verdedigingsmuren is het een bijna onneembare vesting. Nu bieden de torens een prachtig uitzicht op Granada en het landschap eromheen. De Torre de las Armas en de hoge Torre de la Vela (27 meter) hebben de meest uitvoerige interieurs.
Op 2 januari 1492 werd in het bijzijn van Ferdinand en Isabella de vlag gehesen op de inname van Granada. Later werd er een grote klok geplaatst die een belangrijke rol zou spelen voor de inwoners van Granada, zo belangrijk dat dichters er over hebben geschreven. De klok gaf voor de stad de tijd aan, luidde op de momenten dat er moest worden geïrrigeerd, en wanneer er gevaar was. Ook bij feestelijkheden speelde de klok een rol. Aan de andere kant staan de Torre de Homenaje en de Torre de la Quebrada, beide met een eenvoudig interieur en bedoeld als verdediging. Onder deze torens zaten kerkers. Aan de zijkant van het Alcazaba zit de Wapenpoort, een typisch militaire poort met een steile helling waar mensen hun wapens in moesten leveren alvorens het fort te betreden.
In het centrum lag het legerkwartier, waar de soldaten in stenen huizen woonden en een eigen badhuis hadden. Nu zijn de omtrekken en funderingen van de woningen en de straten nog duidelijk te herkennen, ook die van het badhuis dat aan de voet van de Torre de la Vela lag. Op de plaats waar deze woningen stonden staan nu een paar poorten naar de uitkijkposten. Aan de zuidkant van Alcazeba ligt de Jardin de los Ardaves.
Palacio de Los Nazaries of Casa Real
Dit is het juweel van het Alhambra, met een overvloed van Moors vakmanschap van het hoogste niveau. Overal zijn Arabische inscripties te zien; in het stucwerk, in de tegels en in het precieze houtsnijwerk. Niet alleen de muren zijn versierd, ook aan de plafonds is hard gewerkt. Het paleis van de Nasriden, het hoofdcomplex van het Alhambra, stamt uit de 14de eeuw. De indeling, met een rechtszaal, openbare vergaderzalen, het koninklijk paleis en vrouwenvertrekken, maakt het een typisch islamitisch paleis.
Het beroemdst in het Palacio de Los Nazaries is het Patio de los Leones (Leeuwenhof), een overwelfde ruimte omgeven door 124 zuilen met in het midden een fontein met twaalf marmeren leeuwen. In 1377 begon men hier onder Mohammed V aan te bouwen. Aan dit plein ligt een aantal belangrijke zalen, waaronder de Sala de los Abencerrajes, waar de adellijke familie Abencerraje werd vermoord als gevolg van seksuele en politieke intriges.
Het hoogtepunt van deze zaal is het hoge koepelvormige plafond met geometrische gewelven. De favoriete vrouw van de sultan woonde in de zaal ertegenover, de Sala de las Dos Hermanas (Zaal van de Twee Zusjes, genoemd naar twee marmeren vloerplaten), rijk versierd met een honingraat koepel.
De Patio Arrayanes sluit aan op de officiele ontvangstzaal van het paleis. Mensen moesten hier wachten als ze de sultan wilden spreken. Hier is een bassin met aan weerszijden mirtehagen. In het water weerspiegelt zich een statige toren met kantelen. Door de weerspiegeling moet het lijken alsof het een drijvend paleis is. In de toren is de Salon de Embajadores met op het plafond de zeven hemels van de moslim-kosmos.
Palacio de Generalife
Een verzameling gangen, patio's en vijvers met mooie heggen en beplanting. Dit werd gebruikt als zomerpaleis en landhuis voor de Nasrid sultans van Granada. Het werd gebouwd onder regering van Mohammed III en kort daarna veranderd door Ismail I. Sindsdien is het al meerdere keren gerestaureerd. De tuinen gaven de sultan de gelegenheid zicht terug te trekken van het dagelijks leven en zich te ontspannen. Tegenwoordig worden ze gebruikt voor het jaarlijks muziek- en dansfestival van de stad.
Het paleis van Karel V
In 1526 trouwde Karel V met Isabella van Portugal. Ze brachten hun huwelijksreis door in de paleizen van het Alhambra. Karel V was er zo van onder de indruk dat hij besloot er een eigen paleis te laten bouwen. Het was er tenslotte niet alleen mooi, het was ook de stad waar zijn ouders de Moren hadden verdreven. De stijl van het paleis stond in sterk contrast met de andere paleizen. Dat kwam voornamelijk doordat de architect een leerling van Michelangelo was en het paleis in Renaissancestijl ontwierp. Het werd een rechthoekig gebouw met een rond patio met onderin Dorische en bovenin Ionische zuilen. De patio werd vroeger gebruikt voor stierengevechten.
De bouw van het paleis begon in 1527 maar toen de architect in 1550 overleed was het nog niet voltooid. Eigelijk is het nooit echt afgeraakt omdat er niet genoeg geld was. De bouw werd gedeeltelijk gefinancierd door moslims die hun tradities mochten behouden als ze extra belasting betaalden. Een aantal moslims werd christelijk om hun verblijf in Granada veilig te stellen. Deze geldbron droogde echter op door de oorlog om de Alpujarras in 1568.
Nu bevinden er zich twee musea in het paleis, het museum van het Alhambra, met een grote collectie bouwwerken en schilderijen van de 15de tot de 20ste eeuw en het museum der schone kunsten, met een collectie archeologische voorwerpen uit het Nasriden-tijdperk. Het Paleis van Karel V is het meest indrukwekkende, maar ook het minst bekende monument dat hij heeft nagelaten. Karel V reisde veel en heeft dus geen huis nagelaten waar hij het grootste deel van zijn leven verbleef. Om het paleis te bouwen moesten delen van het Alhambra worden afgebroken, maar de vrouw van Karel V heeft ervoor gezorgd dat de andere gebouwen in het Alhambra konden blijven staan.