Het Vonynichmanuscript: Een mysterieus onleesbaar document
In 1912 werd door de boekhandelaar Wilfred Voynich een oud document uit de 15e eeuw ontdekt. Het document staat vol met tekeningen en teksten. Dit document wordt het Voynichmanuscript genoemd. Sinds zijn ontdekking hebben astronomen, cryptologen en andere experts een poging gedaan om het document te ontcijferen. Dit was niet helemaal zonder succes. Arthur Tucker en Rexford Talbert slaagden erin om een klein stukje te ontcijferen.
Het Voynich-manuscript
Het Voynichmanuscript is een oud document met tekeningen en een onbekend handschrift. In 1912 heeft de boekhandelaar Wilfred Voynich het manuscript ontdekt tussen een aantal oude documenten van Jezuïeten. Het manuscript is daarom ook naar hem vernoemd. Het is in eigendom van de Universiteit van Yale. Op het internet is het manuscript eenvoudig te bemachtigen.
De inhoud van het boek is ook niet bekend door het gebrek aan kennis over het gebruikte handschrift. Er wordt gedacht dat het in de 15e eeuw is geschreven. De auteur van het boek is echter onbekend. Er ontbreken een paar pagina's uit het boek, maar er zijn ongeveer 240 pagina's overgebleven. Vele professionals maar ook amateurs op het gebied van cryptologie hebben geprobeerd om het schrift te ontcijferen. De meeste pogingen faalden en niemand heeft het hele Voynichmanuscript weten te ontcijferen. Echter hebben Arthur Tucker en Rexford Talbert wel een klein deel van het manuscript weten te ontcijferen.
De tekeningen in het manuscript
Het manuscript bestaat uit 240 pagina's. Er ontbreken echter wel een aantal pagina's uit het boek op het moment dat Voynich het had gevonden. Ondanks dat het manuscript in onbekende taal is geschreven, zijn de illustraties wel duidelijk. De inhoud is niet af te leiden uit de tekeningen, maar hieruit kan wel worden geconcludeerd dat het over verschillende thema's gaat die zijn verdeeld over zes hoofdstukken.
Pagina met vermoedelijke plantkundige inhoud /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
- Plantenkunde: De eerste illustraties die je tegen zal komen, zijn de tekeningen van planten. Een aantal van deze planten zijn geïdentificeerd. De pagina's met deze getekende planten bevatten vermoedelijk een plantkundige inhoud.
- Biologie:Het andere thema dat vermoedelijk wordt behandeld is biologie. Op sommige pagina's zijn vrouwen afgebeeld in waterpoelen die zijn verbonden door middel van leidingen in de vorm van organen.
- Sterrenkunde:Ook het sterrenstelsel komt aan bod in het boek. Er zijn illustraties die de sterrenbeelden weergeven in een cirkel. Daarnaast zijn er zonnen, sterren en manen getekend.
- Kosmologie: In het boek zijn een aantal ronde figuren getekend die een soort plattegrond bevat. Hierop zijn eilanden, wegen, kastelen en vulkanen geïllustreerd.
- Farmaceutisch: Er is al aangegeven dat er getekende planten in het boek aanwezig zijn. In bepaalde pagina's in het boek zijn een aantal delen van planten (zoals wortels en stelen) gemerkt. Hierbij worden dan aantekeningen gegeven in vorm van voorwerpen die lijken op apotheekspullen.
- Recepten:Tot slot zijn er hele kleine en korte paragrafen in het boek geschreven die allemaal zijn gemarkeerd met een bloem of een ster.
De tekst
Het manuscript bestaat uit een onbekende taal, die bijna niemand helemaal heeft kunnen ontcijferen sinds haar ontdekking. Het is vele malen bestudeerd en er zijn een paar dingen die opvallen. Er is onder andere duidelijk te zien dat de tekst van links naar rechts is geschreven. De rechter uiteinden van de zinnen zijn namelijk niet regelmatig en op één lijn. De tekens zijn heel soepel en vloeiend geschreven. De schrijver beheerste het onderwerp waar hij of zij over schreef waarschijnlijk heel goed.
In totaal zijn er ongeveer 200.000 leestekens gebruikt. Hieruit zijn ongeveer twintig à dertig verschillenden te halen. Sommige lettertekens worden maar een paar keer gebruikt in het hele manuscript. Deze 200.000 leestekens zijn verdeeld over 35.000 woorden. Daarnaast zijn er ook een aantal taalregels te ontdekken. Zo zijn er bepaalde leestekens die moeten voorkomen in elk woord en er mogen bepaalde lettertekens niet na elkaar komen. Er zijn analyses losgelaten op de tekst en er zijn patronen ontdekt die te vergelijken zijn met andere talen.
Vermoedelijke auteurs
De schrijver van het Voynichmanuscript is niet bekend. Wel zijn er vermoedens en aanwijzing naar een aantal personen die het zouden kunnen hebben geschreven
Roger Bacon: Robert Bacon is een Britse leraar aan de universiteit van Oxford en Parijs. In een brief die is verzonden tussen twee toenmalige eigenaren van het manuscript, Jan Marek Marci en Athanasius Kircher, is beschreven dat keizer Rudolf II, die het boek in bezit heeft gehad, ervan was overtuigd dat het boek was geschreven door Roger Bacon.
John Dee: John Dee was een Britse filosoof, astroloog, wiskundige en adviseur van koningin Elizabeth I uit de 16e eeuw. Voynich concludeerde dat John Dee het manuscript aan keizer Rudolf II had verkocht. Het is bekend dat John Dee veel werken van Roger Bacon in bezit had. Echter in de dagboeken van John Dee wordt er geen woord gesproken over het manuscript. Hierdoor is deze theorie onwaarschijnlijk.
Edward Kelley:
Edward Kelley is een alchemist en medium uit de 16e eeuw die samenwerkte met John Dee. Edward Kelley beweerde dat hij goud kon maken van koper. Daarnaast zei hij dat hij met engelen kon praten. John Dee zou deze gesprekken hebben opgeschreven. Aangezien Edward Kelley John Dee kon doen geloven dat hij dat al deze dingen kon doen, is het ook niet onwaarschijnlijk dat hij het manuscript heeft geschreven om keizer Rudolf II voor de gek te houden.
Meerdere auteurs
Een cryptograaf van de Amerikaanse marine heeft in de jaren zeventig zich bezig gehouden met het ontcijferen van het Voynichmanuscript. Hij concludeerde dat er wellicht meer dan één auteur was die het boek heeft geschreven. De auteur zouden uit een verschillende streken komen en andere dialecten spreken. Hij nam verschillende handschriften weer en het gebruik van spellingsregels was ook niet eenduidig.
Welke soort taal is gebruikt?
Sinds de ontdekking van het manuscript is niet duidelijk welke taal is gebruikt. Er zijn vele theorieën over. Zo zou het kunnen zijn dat er sprake is van een soort codetaal waarbij een algoritme wordt gebruikt om de tekst te kunnen ontcijferen. Oorspronkelijk zal een Europese taal dan zijn gebruikt die per letter wordt omgezet in een letter uit het alfabet dat is gebruikt in het manuscript. De reden hiervoor is dat de informatie uit het manuscript geheim moet worden gehouden voor mensen waarvoor het niet bedoeld is. Het manuscript is dan alleen voor mensen in bepaalde kringen leesbaar die het algoritme in handen hebben. Roger Bacon, een vermoedelijke auteur, had vele kennis over dergelijk methoden. Het is dan ook wel aannemelijk om te denken dat van deze methode gebruik is gemaakt.
Een andere theorie is dat de woorden codes zijn. Deze codes zouden moeten worden opgezocht in een daarvoor bestemd boek om het werkelijke woord te ontdekken. Echter wordt deze methode in de meeste gevallen gebruikt voor kleine berichten, omdat het heel moeilijk is om het te schrijven maar ook om het te lezen.
De derde theorie is dat het geschreven is in Hebreeuws. Bij het schrijven van de tekst in Hebreeuws zijn er echter kleine veranderingen gedaan aan de tekst om het lezen hiervan lastiger te maken. Zo worden er bijvoorbeeld extra letters aan het woord toegevoegd. Ook komt het stenografisch coderen naar voren. Dit houdt in dat grote delen van de tekst geen enkele betekenis hebben. Zo zijn er details in woorden, zoals elke vierde letter van het woord, die samen een verhaal vormen. Ook zou de tekst zijn geschreven in een exotische taal waarvoor een alfabet is bedacht. Experts zijn het erover eens dat de woordstructuur overeenkomt met de talen uit Azië.
Er zijn nog veel meer theorieën, maar er wordt ook aan gedacht dat er wellicht sprake is van een hele flauwe grap. Door de vreemde tekst, de eigenschappen van het manuscript en het niet kunnen ontcijferen van experts is het ook aannemelijk dat het zomaar een grap zou kunnen zijn.
Een paar woorden ontcijferd?!
Een botanist Arthur Tucker en technoloog Rexford deden samen om een poging om dit mysterie te ontrafelen. Zij begonnen met het achterhalen van de herkomst van het boek. Daarom begonnen ze met het analyseren van de illustraties. Er werd een vergelijking gemaakt tussen de afbeeldingen uit het manuscript en andere werken uit ongeveer dezelfde tijd (de 15e eeuw). Een plant uit het manuscript bleek heel veel te lijken op een plant uit de Codex Cruz-Badianus, een Mexicaans medisch boek. Dit gaf als aanwijzing dat het manuscript afkomstig zou zijn uit de Nieuwe Wereld (Noord en Zuid-Amerika). Dit had succes, want ze wisten nog meerdere planten en dieren te identificeren. Deze bleken allemaal afkomstig uit de Nieuwe Wereld.
Met dit gegeven hebben ze een aantal woorden weten te ontcijferen. Dit waren namen van planten en dieren. Zij werden aangeduid met woorden die voorkomen in het Spaans, Mexicaans en Taino. Ondanks dat ze een aantal woorden hebben weten te ontcijferen, is het grote deel van de tekst nog niet bekend. Echter met deze nieuwe gegevens zal er wellicht verandering in gaan komen in de toekomst.