Sport bij de oude Grieken
De Grieken waren het eerste volk dat op grote schaal sport beoefende. Sport was een belangrijke vorm van vrijetijdsbesteding, bestemd voor vrije burgers en nauw verbonden met de godsdienst en de oorlogsvoering. Sportbeoefening was geen bijzaak, maar een belangrijk onderdeel van het leven. Winnaars werden rijk beloond.
Sport alleen voor burgers
In het oude Egypte waren er al sportliefhebbers. Heel veel stelde sport bij hen niet voor: wat hardlopen, boogschieten en wagenrennen. Sportbeoefening had vooral de verbetering van de conditie tot doel en was voor weinig mensen weggelegd.
In Griekenland was de situatie heel anders. Griekenland was een lappendeken van stadsstaatjes – poleis – met een eigen bestuur. Inwoners met burgerrecht voerden het bewind over een polis. Zij verdeelden de politieke taken onderling en voerden oorlog met andere stadsstaten en buitenlandse mogendheden. Burgers hadden de tijd en het geld om aan sport te doen. Slaven deden het werk voor hen en waren uitgesloten van sportbeoefening.
Naar de sportschool
Om zich goed voor te bereiden op de wedstrijden bezochten Griekse burgers een sportschool: het
gymnasion. Een
gymnasion bestond uit een renbaan en een
palaistra, een vierkante, open ruimte, omgeven door zuilengangen met vertrekken voor onderwijs, lichaamsverzorging, het spelen van een balspel of om het boksen te oefenen. Fanatieke sporters kregen les van een trainer en volgden een strak programma.
Begin Olympische Spelen
Goed getrainde sporters konden deelnemen aan wedstrijden en aan de Spelen in Olympia, Delhi, Korinthe en Nemea. In Olympia vond in 776 voor Christus een hardloopwedstrijd plaats bij het heiligdom en dit evenement wordt beschouwd als de start van de Olympische Spelen. Om de vier jaar konden sporters deelnemen aan een sportevenement dat door het toenemende aantal onderdelen na verloop van tijd vijf dagen in beslag nam. Een belangrijk onderdeel was de pentatlon, een vijfkamp die bestond uit hardlopen, verspringen, speerwerpen, discuswerpen en worstelen. Sporters uit heel Griekenland deden mee.
Hardlopen
Hardlopers konden kiezen uit verschillende afstanden: een
stadion, een afstandsmaat van ongeveer 180 meter, een
diaulos (twee keer een stadion), of een lange afstandsloop, variërend van 7 tot 24 stadiën. Naast het gewone hardlopen bestond de mogelijkheid om hard te lopen in wapenrusting en konden sporters deelnemen aan een fakkelloop, boksen, paardrijden of zich inschrijven voor een wagenrace met twee- of vierspannen.
Wie deelnam aan de Spelen deed dat geheel naakt. In de begintijd droegen sporters nog een lendendoek. Nadat echter in 720 voor Christus Orsippus van Megara naakt aan de start verschenen was, legden steeds meer sporters hun lendendoek af. Dit had ook te maken met de visie van de Grieken op het lichaam. Het atletische lichaam was voor hen het toppunt van schoonheid.
Tegenwind
De wedstrijden werden gehouden in een stadion met aan weerskanten een verhoging voor het publiek. In Olympia was in 350 voor Christus al ruimte voor 40.000 – 45.000 toeschouwers. Het plaatsje was door de Spelen uitgegroeid tot een echt sportcentrum met naast het stadion een hippodroom voor de paardenrennen, een vechtsportcentrum, een accommodatie om te overnachten, een raadskantoor, badhuizen en een tempel voor de god Zeus.
Een maand voor de Spelen begonnen, arriveerden de sporters om onder deskundige leiding te trainen. Zij moesten op tijd aanwezig zijn en wie er niet was, mocht niet meedoen. Dat ondervond een bokser uit Alexandrië. Als excuus voor zijn late aankomst voerde hij aan dat hij tegenwind had op de Egeïsche zee. Een tegenstander wist echter te vertellen dat hij in Klein-Azië was geweest, waar hij tijdens prijsspelen rijk had willen worden. De bokser werd buitengesloten.
Bij de aanvang van de Spelen, staakten de Grieken hun onderlinge gevechten voor enkele dagen. Het sporten stond boven oorlog voeren. Tijdens de Spelen streden de Grieken op een ander niveau, en natuurlijk ook om als winnaar uit de bus te komen. Ze brachten offers aan Zeus en begonnen met de diverse onderdelen.
Beloning winnaars
Winnaars ontvingen een krans van olijftakken en werden door het bestuur van de stad die zij vertegenwoordigden eervol onthaald. De roem van de sporter straalde af op zijn thuisstad en de plaatselijke overheden trokken er soms kapitalen voor uit om een winnaar te huldigen. Zo organiseerde het bestuur van Akragas op Sicilië in 412 voor Christus een triomftocht voor de atleet Exaineros die had gewonnen bij het hardlopen. Aan de rondgang namen maar liefst 300 wagens deel, getrokken door witte paarden. Om een en ander goed te laten verlopen, liet het stadsbestuur zelfs een gedeelte van de stadsmuren afbreken. De Spartanen wonnen vaak bij de Spelen en dat is begrijpelijk, omdat jongens al vanaf de leeftijd van acht jaar een militaire training volgden.
Beroepsatleten
De regelmatig terugkerende Spelen, zowel in Olympia als in andere plaatsen, brachten een groep beroepsatleten voort die leefden van de sport. Zij ontvingen professionele begeleiding en trokken van de ene sportwedstrijd naar de andere. Veel steden organiseerden zelf spelen met hoge startgelden voor Olympische winnaars en hoofdprijzen die een enorm bedrag konden vertegenwoordigen. Zo gaf Athene de winnaar van een hardloopwedstrijd dure amforen, gevuld met olijfolie. Sport werd voor de Grieken in de loop van de tijd een belangrijk onderdeel van hun leven. Ze wilden, zo schreef Homerus, altijd de beste zijn en anderen overtreffen.