Mezquita: de grote moskee van Córdoba
De grote moskee van Córdoba in Andalusië is een Spaans werelderfgoed en een ware parel die een brede waaier cultuur demonstreert. Het werd in de middeleeuwen gebouwd door de Spaanse moslims die over het Iberisch schiereiland heersten. Tijdens de reconquista (de periode die een einde bracht aan de islamitische overheersing) werd de moskee een Katholieke kerk.
Abd al-Rahman I
De moskee van Córdoba ook bekend als La Mezquita werd in 785 gebouwd in opdracht van de emir Abd-al-Rahman I. Nadat zijn familie (de Omajjaden: dynastie die van 661 tot 750 het Arabische Rijk bestuurde) in Damascus door de Abbasieden (dynastie van 749 tot 1258) werd verdrongen vluchtte prins Abd al-Rhaman I naar Zuid-Spanje. Hij greep er de macht en heerste vervolgens over het grootste deel van het Iberisch schiereiland. In zijn nieuwe hoofdstad Córdoba wilde hij de schoonheid van Damascus evenaren. Zo begon hij laborante bouwprojecten, onderwees hij de bevolking, en importeerde hij regelmatig bomen uit zijn vaderland. Zijn opvolgers Abd al-Rahman II, de vizier (minister) al-Mansur en tot slot al-Hakam II bleven het gebouw gedurende 200 jaar verfraaien. Het was uiteindelijk al-Hakam II die de opvallend mooie mihrab (niche in de richting van Mekka) toevoegde.
Over de identiteit van de oorspronkelijke site bestaat enige discussie. Volgens sommigen stond er een tempel gewijd aan de Romeinse god Janus. De Visigoten zouden er in 572 een kerk gebouwd hebben. Deze stelling wordt echter niet door iedereen aanvaard. In ieder geval moesten de christenen bij aankomst van de moslims hun kerk met de nieuwkomers delen tot Abd al-Rahman I de grond kocht en er zijn moskee bouwde. Zo consolideerde hij zijn macht tegenover de christelijke gemeenschap (mozarab). Dit werd tevens benadrukt door de dikke muren van het gebouw die het geheel een militaire uitstraling bezorgden.
In de 9e en 10e eeuw werd de toenemende macht van de stad en de steeds groeiende bevolking zichtbaar in de uitbreiding van de Mezquita. Vooral tijdens het vrijdagsgebed was meer ruimte nodig. Het was in de grote moskee van Córdoba dat de heerser of zijn afgevaardigde de gelovigen toesprak. Zo kreeg het gebouw een duidelijke politieke en religieuze dimensie.
Architectuur en reconquista
Het bouwproject werd destijds tot stand gebracht door bekende architecten waaronder Diego de Ochoa Praves. De weelderige structuur bestaat uit een opulente hal, een Romeinse boog, een koepel en een imposante mihrab of niche. Moslims bidden in de richting van Mekka (geboorteplaats van de islam). De niche duidt naar traditie de richting van Mekka aan. De muur is ingelegd met kleine stukjes goud die een adembenemend visueel effect vormen. De grote hal herbergt zuilen uit marmer, graniet en onyx. Het gebouw bezit een aangrenzende boomgaard, een centrale fontein en de voorplaats wordt omringd door een overdekte wandelweg.
Wie gaat dat betalen?
Na de overwinningen op het schiereiland had het emiraat een goed gevulde schatkist. De zakaat (verplichtte belasting voor de gelovigen) en de jizya (belasting voor de niet-moslims) bezorgden de staat daarbij nog een extra inkomen. Op die manier werd de ambitieuze onderneming gefinancierd.
Het wordt steeds vreemder
In 1236 tijdens de reconquista werd Córdoba veroverd door koning Ferdinand van Castilië waarbij de moskee een kerkelijke functie kreeg. Koning Alfonso X voegde een koninklijke kapel toe die later in de 14e eeuw herbouwd werd. In 1520 kreeg het gebouw er ook nog een barok koor bij.
Door de opeenvolgende wijzigingen ging de moskee er steeds vreemder uitzien. Zo valt de klokkentoren die in 1593 op de minaret (waar vandaan tot het gebed wordt opgeroepen) werd gezet duidelijk uit de toon. Tegenwoordig kan men de toren helaas niet meer bezoeken.
Tot slot
Córdoba ligt op ongeveer twee uur (per trein) van Madrid en trekt wereldwijd bezoekers aan. Naast opbrengsten uit het toerisme, vormt de Mezquita met zijn rijke geschiedenis en cultuur tegenwoordig nog steeds een bron van trots voor de Spaanse bevolking.