Sint Vitus - biografie van een 'heilige helper'
Sint Vitus leefde rond het jaar 300 na Christus. Hij was nog maar een kind toen hij stierf als martelaar. De naamdag (feestdag) van Vitus op de katholieke heiligenkalender is 15 juni. Sint Vitus wordt onder meer beschouwd als de beschermheilige van zangers, dansers en epileptici. Naar deze heilige is de ziekte Sint-Vitusdans vernoemd.
De legende van Vitus
Vitus was afkomstig van Sicilië. Daar werd hij in de 3e eeuw na Christus geboren, als kind van een Romeinse senator. Zijn vader haatte het christendom, maar desondanks bekeerde Vitus zich al op jonge leeftijd tot dit geloof. Volgens sommige bronnen was hij toen pas 7 jaar, volgens andere bronnen was hij 12 jaar.
De prefect
Het was een periode van grote christenvervolgingen. Ook de nog piepjonge Vitus werd vervolgd. De prefect (Romeinse bestuurder) liet Vitus bij zich komen. Hij eiste dat de jongen zou gaan offeren aan de Romeinse goden. Toen Vitus dat weigerde, bepaalde de prefect dat hij getuchtigd moest worden: de beulen zouden hem met een roede gaan geselen. Maar toen zij klaarstonden om dat te gaan doen, gebeurde er een gruwelijk wonder: de rechterarmen van zowel de beulen als de prefect schrompelden ineen. Ze raakten in paniek. 'Help! M'n rechterhand is verschrompeld!' De jonge Vitus zei vervolgens: 'Waarom vragen jullie niet aan jullie heidense goden om jullie te genezen?' De prefect riep woedend: 'Pff, alsof jij en jouw God dit zouden kunnen genezen.' Vitus antwoordde dat zijn God dat wel zou kunnen. Hij begon te bidden en ja hoor, de armen genazen.
De vader
Vitus ging terug naar huis. Daar probeerde zijn vader hem weer op allerlei manieren over te halen om het christendom te verlaten en zich weer tot de Romeinse godsdienst te bekeren. Wederom gebeurden er allerlei wonderlijke dingen. Zo zouden er engelen aan de vader zijn verschenen en zou hij vervolgens blind zijn geworden. Vitus zou hem middels gebed weer hebben genezen. Toch werd zijn vader hierdoor niet bekeerd. Hij werd juist alleen maar woedender op zijn zoon. Hij zou zelfs plannen hebben gemaakt om zijn zoon te doden.
De leermeester
Vitus werd echter gered door Modestus, zijn leermeester. Er was een engel aan deze Modestus verschenen en die zou de opdracht hebben gegeven om samen met Vitus per boot naar elders te reizen. En zo geschiede het, samen gingen zij op reis. Onderweg gebeurden er wederom allerlei wonderen.
De keizer
In die tijd was een zoon van de Romeinse keizer Diocletianus krankzinnig geworden. Hij zou bezeten worden door een boze geest. De krankzinnige jongen beweerde dat hij van geesten de boodschap door had gekregen, dat alleen ene Vitus van Lucanië voor genezing zou kunnen zorgen. Vitus werd gezocht en uiteindelijk gevonden. De keizer vroeg of Vitus inderdaad zijn zoon kon genezen. Vitus antwoordde dat hij dat zelf niet kon, maar dat zijn 'Meester' (de christelijke God) dat wel kon. Vitus legde zijn handen op de krankzinnige zoon van de keizer en deze werd meteen genezen.
Toonde de keizer zich erg dankbaar? Nee, niet bepaald. Hij stond bekend als een grote christenvervolger en zijn haat jegens het christendom was blijkbaar zelfs door deze genezing van zijn zoon niet afgenomen. Hij vroeg of Vitus voor de Romeinse goden wilde offeren, 'voor je eigen bestwil'. Vitus weigerde. Samen met zijn leermeester Modestus werd hij daarom in de gevangenis gegooid. Vervolgens vielen echter de ketenen van hen af en er verscheen een schitterend licht in de gevangenis.
De gevolgen
De keizer was woedend en vol paniek toen hij dit hoorde. Hij liet hen in kokend teer onderdompelen, maar ook nu overleden de gevangen niet. Hij liet ook een leeuw op hen af, maar die ging braaf aan de voeten van Vitus liggen. Uiteindelijk liet de keizer zowel Vitus, zijn leermeester Modestus en ook Crescentia (het kindermeisje dat Vitus altijd had verzorgd) ophangen aan een stellage. Op dat moment werd de lucht ineens heel donker. Er kwam een aardbeving en er klonk een zware donderslag. Allerlei tempels van de Romeinse goden stortten door die aardbeving in; het was een bloederig gebeuren waarbij veel doden vielen.
De dood
En hoe liep het af met Vitus, Modestus en Crescentia? Toen zij na de duisternis en de aardbeving weer tot hun positieven kwamen, hingen zij niet meer aan de stellage, maar zagen ze tot hun verbazing dat ze aan de oever van een rivier lagen. Ze hebben daar met z'n drieën gebeden en zijn vervolgens gestorven. Hun lijken werden bewaakt door adelaars. Later werden hun lichamen gevonden door een vrouw genaamd Florentia, die hen begroef met christelijk eerbetoon. Vitus zou pas 12 jaar zijn geweest toen hij overleed (en volgens sommige bronnen zelfs nog jonger).
Beschermheilige
Vitus wordt in de katholieke kerk beschouwd als de beschermheilige van zangers, dansers en epileptici. In Nederland is Vitus onder meer de patroonheilige van de plaatsen Winschoten en Hilversum. In het Duitstalige deel van België bestaat het stadje Sankt Vith (in het Frans: Saint Vith), dat naar Vitus is vernoemd. Hij is vanzelfsprekend ook de patroonheilige van die plaats.
In Italië geldt Vitus als de beschermheilige van het eiland waar hij werd geboren: Sicilië. In Duitsland is het de patroonheilige van onder meer Saksen en Nedersaksen. In de Duitse plaats Hoch-Elten werd rond het jaar 967 de Vitusabdij gesticht. Deze abdij had vroeger landgoederen in Nederland, onder meer in de streek 't Gooi, vandaar dat opvallend veel kerken in 't Gooi naar Sint Vitus vernoemd zijn en vandaar ook dat hij de patroonheilige is van verschillende plaatsen in die streek.
Omdat Vitus zo jong was toen hij martelaar werd, is hij de patroonheilige geworden van de jeugd en de jongeren. Ook is hij onder meer de patroonheilige van apothekers, mijnwerkers, herbergiers, wijnbouwers, huisdieren, bierbrouwers en kopersmeden.
Sint-Vituskerk
In Nederland bevinden zich onder meer Sint-Vituskerken in Bussum, Blauwhuis, Hilversum, Winschoten, Leeuwarden, Tietjerk, Stiens en Wijns. In Duitsland zijn er onder meer Sint Vitus-kerken in Hoog-Elten en Barnstorf. De dom van de Tsjechische hoofdstad Praag heet de Sint-Vituskathedraal. De relieken van Sint Vitus worden officieel bewaard in de Abdij van Corvey (Duitsland). Er zijn echter ook allerlei legendes over andere plekken op aarde, waar eveneens relieken van Vitus zouden zijn en waar die voor allerlei wonderen zouden hebben gezorgd.
Veertien noodhelpers
Vitus wordt gerekend tot de 'Veertien Heilige Helpers' (of de veertien noodhelpers). Dit zijn veertien belangrijke katholieke heiligen, waaraan genezende krachten worden toegeschreven en die ook gezamenlijk (als groep) kunnen worden aangeroepen. Het idee om juist deze 14 heiligen gezamenlijk aan te roepen, stamt waarschijnlijk uit de 14e eeuw en mogelijk heeft dit te maken met de strijd tegen de toenmalige pestepidemieën. Hieronder staat een overzicht van deze veertien heiligen. Achter elke naam staat vermeld waarvoor zij doorgaans als individuele heilige werden aangeroepen.
De veertien helpers:
- Achatius - tegen hoofdpijn
- Barbara - tegen koorts
- Blasius - tegen keelpijn
- Catharina - tegen de pest
- Christoffel - tegen de pest
- Cyriacus - tegen bekoringen op het sterfbed
- Dionysius - tegen hoofdpijn
- Erasmus van Formiae (Sint Elmo) - tegen maagklachten en darmklachten
- Eustachius - tegen familiale meningsverschillen
- Sint Joris - tegen ziekten van huisdieren
- Egidius - tegen plagen
- Margaretha - aangeroepen bij zwangerschap
- Pantaleon - patroonheilige van artsen
- Vitus - tegen epilepsie
Sint Vitusdans
De ziekte 'Sint Vitusdans' is naar deze heilige vernoemd. De latere, wetenschappelijke benaming van deze ziekte is Chorea van Sydenham. Dit is een neurologisch ziektebeeld, waarbij de patiënt schokkerige (of dansende) bewegingen maakt met zijn ledematen en gelaat. Deze ziekte kan enkele weken duren, of soms langer, tot ongeveer een jaar. Daarna verdwijnen de symptomen. De ziekte is een gevolg van een streptokokkeninfectie. De schokkerige bewegingen komen doordat de antistoffen, die tegen de infectie vechten, een effect hebben op de hersenen.