De toekenning en ontwikkeling van de postcode door de PTT
Toen aan het einde van de jaren zeventig de postcode geïntroduceerd werd in Nederland, was er achter de schermen bij de PTT veel denkwerk verricht om de postcodes op een logische en efficiënte wijze toe te kennen. De postcodes mochten immers later niet meer veranderd worden. Ook moest het systeem van de postcodes aansluiten op de interne bedrijfsstructuur van het postbedrijf. In het kader daarvan moest de indeling van de gebieden aansluiten op hoe het net van de postbezorging er toentertijd uitzag. Verder moest de sorteermachine de postcode kunnen herkennen. Alleen dan zou de postcode van nutte kunnen zijn bij de alsmaar toenemende stroom van brieven.
De noodzaak om de postcode te ontwikkelen
Voordat de Nederlandse postmaatschappij de postcodes ontwikkelde, waren in andere Europese staten al postcodesystemen ingevoerd. Ten opzichte van bijvoorbeeld Duitsland en België was Nederland een laatkomer. In 1976 werd de postcode namelijk pas voor bedrijven ingevoerd, terwijl particulieren er vanaf 1978 gebruik van konden maken. Die stap was toen meer dan noodzakelijk vanwege de toenemende posthoeveelheid en de slechte financiële situatie bij de posterijen.
Grotere postvolumes
Vanaf de Tweede Wereldoorlog groeide de posthoeveelheid gestaag. Vooral bedrijven gingen steeds meer post verspreiden. De omzet groeide daardoor aanzienlijk, maar van winst was desondanks bijna nooit sprake.
Verliezen en bezuinigingen bij de posterijen
De Nederlandse postdienst was in de jaren zestig en zeventig meestal verliesgevend. Er was dan ook een sterk streven om de posterijen efficiënter en vooral goedkoper te laten functioneren. De sorteermachine bood in dezen een uitkomst, want daardoor kon bespaard worden op personeelskosten. Om deze machine soepel te laten draaien, waren postcodes van groot belang.
Besparingen op het sorteerproces werden erg interessant gevonden door de top van het postbedrijf. Van de totale arbeidskosten bij de postverspreiding werd namelijk (voor de invoering van de postcode) wel een derde deel in beslag genomen door de personeelskosten bij het sorteerwerk.
Het opzetten van een postcodesysteem
Een totaal nieuw systeem moest opgezet worden om elk adres in Nederland van een postcode te voorzien. Wettelijke regels ontbraken hierbij. Slechts wat logisch was voor de toekomst van de posterijen, was leidend.
Het aanschrijven van de gemeenten
Een eerste stap om het postcodesysteem te ontwikkelen, vormde een verzoek van de PTT aan alle Nederlandse gemeenten. Aan hen werd gevraagd om door te geven welke kernen zij in hun gemeente hadden. Iedere plaats op de kaart diende immers minstens één reeks van vier eigen cijfers in de postcode krijgen.
Elke gemeente bepaalde hierbij voor zich wat hij wel en niet als aparte kern doorgaf. Op die manier trad er een scheefte op. Postale plaatsen vielen namelijk lang niet altijd samen met de geografische plaatsen.
Sommige gemeenten hadden namelijk alleen de naam van de belangrijkste stad van hun gemeente doorgegeven. Andere gemeenten hadden er juist voor gekozen om zelfs aan de kleinste gehuchten een unieke reeks van vier cijfers te laten toekennen. Het merendeel van de gemeenten koos de gulden middenweg. Kleine buurtschappen kregen dan geen eigen postcode, maar dorpen en steden werden wel qua postcodecijfers verschillend.
De toekenning van de postcodes
Op basis van de gegevens van de gemeenten werd vervolgens binnen het postbedrijf de structuur van de kaart van de postcodes opgesteld. De randstad vormde hierbij het vertrekpunt. De laagste postcodecijfers gingen namelijk naar steden als Amsterdam en Den Haag, terwijl het hoge noorden de laatste cijfers kreeg.
Een dergelijk uitgangspunt om bij de hoofdstad met het nummeren te starten, was geen uitzondering in de geschiedenis van de postcodes. In België begonnen de postnummers bijvoorbeeld ook met Brussel. In het verenigde Duitsland werd later ook besloten om de becijfering van de postcodes te laten beginnen in Berlijn.
Expeditieknooppunten: De grove structuur bij de toekenning van postcodes
Opvallend is ook dat de kaart van de postcodes redelijk stroopt met het net van expeditieknooppunten uit de jaren zeventig. Dit was een systeem van twaalf aan het spoor gelegen steden, waarlangs de post per trein door Nederland vervoerd werd.
De steden met een expeditieknooppunt hebben vaak een eigen begincijfer. Amsterdam kreeg het cijfer 10, terwijl Haarlem 20 als eerste cijfer kreeg. Voor Den Haag, Rotterdam en Utrecht waren respectievelijk de cijfers 25, 30 en 35 bestemd. De postcodes in Roozendaal begonnen vervolgens met een vier, terwijl bij Den Bosch voor een vijf als begincijfer gekozen werd. Al deze steden waren hadden een expeditieknooppunt.
Niet iedere stad van de twaalf expeditieknooppunten kon een eigen begincijfer krijgen, want er waren maar negen eerste cijfers te vergeven. Arnhem (in het gebied van 6500-6999 gelegen) en Sittard (in het gebied van 6000-6499 gelegen) kregen dan ook allebei de zes als eerste cijfer mee.
Nog meer afwijkend werd de keuze van het cijfer zeven, die als enige niet bij een expeditieknooppunt past. Het cijfer 80 werd vervolgens weer aan Zwolle gegeven, een stad waarin zich wel een expeditieknooppunt bevond. Het gebied rond Groningen kreeg uiteindelijk het cijfer negen, terwijl voor het expeditieknooppunt Leeuwarden 89 als begincijfer genomen werd.
Niet helemaal exact loopt de toekenning van de postcodes dus gelijk aan de ligging van de expeditieknooppunten. Wel lijkt de verdeling van de postcodes ruwweg ingegeven te zijn door de structuur van de expeditieknooppunten.
Voorsorteergebieden als basis van de toekenning van postcodes
In zijn precisie werden de eerste twee cijfers van de postcode bepaald aan de hand van de grenzen van de voorsorteergebieden. Dit waren relatief kleine regio's, waarbinnen zich één of twee voorsorteercentra bevonden. Vanuit zo'n voorsorteercentrum kon de post weer verder gedistribueerd worden richting de bestelkantoren.
Er was zo dus een hiërarchie van expeditieknooppunten, voorsorteercentra en bestelkantoren. Aan de middelste schakel in deze reeks werden de eerste twee cijfers van de postcode gekoppeld.
De uiteindelijke details bij de toekenning van de postcode
Na het ontwerp van het postcodesysteem keek een directeur van het postbedrijf niet zonder trots naar het eindresultaat. Hij meldde namelijk dat elke postcode gemiddeld genomen met zeventien adressen correspondeerde. Dat was vrij precies ten opzichte van de postcodestelsels in Duitsland en België.
De postcode en de delen van straten
Naar een dergelijke verfijning was bewust toegewerkt. Aan elke postcode mochten namelijk maar maximaal 25 adressen gekoppeld worden. Een Nederlandse postcode hoort dan ook meestal maar bij (een deel van) één zijde van een straat. De even en oneven nummers werden zo gewoonlijk gescheiden, zoals ook voor het postvervoer handig was.
Door postcodes begrensde bezorgwijken
Verder correspondeerde de eerste letter van een postcode met een wijk, die voor een besteller van post gemakkelijk op een werkdag te bezorgen zou zijn. De eerste vijf tekens van een postcode zouden zo de eenheden kunnen worden die het werkpakket van een postbesteller bepaalden. De ene postbode kon op den duur de 1234A gaan bezorgen, terwijl een volgende bezorger wijk 1234B ging wegbrengen.
De structuur van het postbedrijf als basis van de postcode
Het postcodesysteem vormde daarmee een middel dat aansloot bij en vervlochten is met de opzet van het postbedrijf. Expeditieknooppunten, voorsorteercentra, afzonderlijke plaatsen, bezorgwijken en straten zijn er immers (ruwweg) in terug te zien.
© 2016 - 2024 Ddek, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- G. Hogesteeger, 200 jaar post in Nederland (Den Haag 1998).
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Postcode
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Postcodes_in_Nederland
- http://www.geodan.nl/waar-ligt-grens-4-positie-postcode/
- https://www.postcodeshop.nl/postcode-geschiedenis-en-opbouw
- http://blog.iusmentis.com/2008/10/29/alle-postcodes-op-een-rijtje/
- http://members.home.nl/jtv/postcode3.html
- https://www.plaatsengids.nl/kennisbank/postcodeboek
- http://www.po-en-po.nl/sites/default/files/3%20Postcode%20als%20postaal%20codesysteem%20-%20Handleiding%20postmechanisatie.pdf
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Postnummers_in_Belgi%C3%AB
- http://www.cementonline.nl/archief/cement-1983-047-5/expeditieknooppunt-ptt-roosendaal.33715.lynkx?page=2#navigation