Het bombardement op Nijmegen in februari 1944
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bombardeerden de geallieerden circa 600 keer een Nederlands doel. Meestal ging het om een industrie- of havengebied of een strategisch doel, zoals de brug over een rivier. Er vielen echter ook verschillende keren bommen op Nederlandse steden. Op 22 februari 1944 kwamen in Nijmegen bijna 800 mensen om door een bombardement.
Vliegtuigfabrieken bombarderen
Op 22 februari 1944 ging in Nijmegen het luchtalarm af. Het was veertien minuten over twaalf en er naderden vliegtuigen. De burgers zochten een veilig heenkomen en wachtten tot het sein veilig klonk. De vliegtuigen die over de stad trokken, waren Amerikaanse bommenwerpers. Zij vlogen naar de Duitse stad Gotha om de vliegtuigfabrieken te bombarderen. Een gevaarlijke missie, want tijdens hun vier uur durende vlucht boven Duits grondgebied maakten zij grote kans om neergeschoten te worden.
Rond één uur kregen de piloten het bericht dat het boven Gotha te bewolkt zou zijn om bommen af te werpen en er gelegenheidsdoelen gezocht moesten worden. Op deze manier zou de vijand toch een slag toegebracht kunnen worden. Daarnaast was het riskant om met bommen terug te vliegen naar de basis. De piloten besloten te keren en hun bommen af te werpen boven Duitse steden. Het tegelijk keren en in formatie blijven vliegen liep uit op een chaos en leidde ertoe dat verschillende eskaders zelf terugvlogen naar Engeland en onderweg een doel zochten waar ze hun bommen konden afwerpen. Dit waren geen Duitse steden, maar plaatsen net na de grens, op Nederlands grondgebied: Op 22 februari werden meerdere Nederlandse steden gebombardeerd: Nijmegen, Arnhem, Deventer en Enschede. Nijmegen werd het ergst getroffen. Bijna 800 inwoners stierven.
Bommen op de binnenstad van Nijmegen
In Nijmegen was het sein veilig gegeven nadat de geallieerde vliegtuigen voor de eerste maal waren overgevlogen, richting Gotha, en de inwoners waren de straat weer opgegaan. Maar toen verschenen opnieuw vliegtuigen in het luchtruim en er ging geen luchtalarm af. Waarschijnlijk kwam dit doordat de bezetter Duitse vliegtuigen verwachtte voor een oefening boven de stad. De Amerikaanse bommenwerpers gooiden 144 brisantbommen van 500 pond boven het centrum van Nijmegen en 426 splinterbommen, elk met een gewicht van 20 pond.
Veel kinderen waren slachtoffer
Door het bombardement ontstonden grote branden die geblust moesten worden met water uit de Waal, omdat de centrale waterleiding getroffen was. Het blussen nam veel tijd in beslag door de lage waterdruk en door de afstand van de rivier tot de binnenstad. Drie dagen lang woedde de brand. Er kwamen 771 mensen om het leven. Waarschijnlijk is dit aantal te laag, omdat de onderduikers niet meegerekend zijn. Onder de slachtoffers waren veel kinderen. Zo kwamen van de Montessorischool van de zusters van Jezus Maria Jozef 24 van de ongeveer 30 kinderen om het leven.
De doden werden begraven op de begraafplaats aan de Graafseweg na een bijeenkomst in Concertgebouw De Vereeniging. Mussert wilde van deze gelegenheid een propagandabijeenkomst maken om de Amerikanen te beschuldigen, maar door toedoen van locoburgemeester Hondius is dit niet gebeurd. Hondius zorgde dat de begrafenis ingetogen verliep. Zelf zorgde hij – hij was NSB’er – aan het einde voor een dissonant, toen hij zich tijdens een toespraak afvroeg of de kinderen die vrolijk hadden gezwaaid naar de Amerikanen dit opnieuw zouden doen. Deze opmerking werd hem zeer kwalijk genomen en de NSB berispte hem erover.
Propaganda
De Duitsers zagen in het bombardement uiteraard een geweldige gelegenheid om de geallieerden zwart te maken. Zij verspreidden het bericht dat de Nederlandse regering in ballingschap toestemming had gegeven voor het bombardement op Nijmegen en lieten posters ophangen met teksten als: ‘Van je vrienden moet je het maar hebben’ en ‘Anglo-Amerikaanse Terreur’. De kranten schreven over de ‘massamoord op vrouwen en kinderen’ en bioscoopjournalen toonden beelden van de verwoesting en de begrafenis van de slachtoffers.
Bij het bombardement op Nijmegen kwamen bijna net zoveel mensen om als bij het bombardement op Rotterdam in mei 1940, maar het heeft veel minder aandacht gekregen. Dat komt waarschijnlijk omdat de Amerikanen de veroorzakers waren van het leed en niet de Duitsers. Tijdens operatie Market Garden en in de maanden erna is Nijmegen nog vaak doelwit geweest en kwamen honderden mensen om. In totaal kostte de oorlog aan 2000 inwoners van Nijmegen het leven, 7% van alle burgerslachtoffers in Nederland.