Armoede en armenzorg in de eerste helft van de 19e eeuw

Armoede en armenzorg in de eerste helft van de 19e eeuw In de eerste helft van de 19e eeuw leefde een groot deel van de Nederlandse bevolking in armoede. Zij verdienden zo weinig dat ze niet voldoende geld hadden voor de eerste levensbehoeften. Kerkelijke armbesturen en particulieren zorgden voor de armen. De overheid liet de armenzorg aan hen over en kwam slechts in actie als alle andere mogelijkheden uitgeput waren.

Wie waren arm?

In de eerste helft van de 19e eeuw had een groot deel van de bevolking niet genoeg geld om te eten en lang niet altijd een huis om in te wonen. Zij waren arm. Tot hen behoorden de mensen die niet konden werken, zoals de invaliden, zieken en bejaarden, de gezinnen waarvan de belangrijkste kostwinner ontbrak, en de werklozen. Een deel van de werklozen was slechts enkele maanden zonder werk. Dat waren de dagloners, mannen die voornamelijk in de landbouw werkten en ’s winters niets om handen hadden. Ook de arbeiders behoorden tot de armen, omdat hun lonen zo laag waren dat ze er nauwelijks van rond konden komen.

Tot circa 1870 zag de overheid armoede niet als een sociaal-politiek probleem en nam daarom geen maatregelen om de levensomstandigheden van de armen te verbeteren. De liberale overheid beperkte zich tot het meest noodzakelijke en armenzorg hoorde daar niet bij. In de Bataafs-Franse Tijd waren er wel pogingen gedaan om de armenzorg tot taak van de nationale overheid te maken, maar die waren mislukt. Pas aan het einde van de 19e eeuw drong het besef door dat de overheid ook sociale taken had.

Het enige wat er aan wetgeving plaatsvond in de eerste helft van de 19e eeuw was de verplichting vanaf 1815 voor alle gemeenten met meer dan 3000 inwoners om een Burgerlijk Armbestuur in te stellen, en de wet op het domicilie van onderstand van 1818 die bepaalde dat een armlastige bedeeld moest worden in de gemeente waar hij woonde, ook tijdens de eerste vier jaar nadat hij verhuisd was. Een armlastige ontving wel ondersteuning als hij elders verbleef, maar de kosten werden verhaald op zijn onderstandsdomicilie.

Levensomstandigheden van de armen

Wat betekende het om arm te zijn? Het hield in dat er niet voldoende geld was voor de eerste levensbehoeften, geen geld voor onderwijs en medische zorg, laat staan voor enige luxe. Arme mensen voedden zich met aardappels, wat azijn of mosterd, roggebrood en meelpap, aangevuld met groente als zij een tuintje hadden.

Omdat zij het meeste eten moesten kopen, namen zij regelmatig genoegen met bedorven voedsel: rotte aardappels, meel waarin schimmel zat en vlees van kadavers. Bedorven boter werd op de markt als wagensmeer aangeboden als er een keurmeester in de buurt was, maar na zijn vertrek weer als boter verkocht. Zij dronken water uit de grachten en sloten; ernstig vervuild water, omdat er afval, kadavers en menselijke uitwerpselen in gegooid werden. Het eenzijdige dieet en vervuilde drinkwater leidde tot ziektes, algemene zwakte en hoge kindersterfte.

Oorzaken van armoede

Armoede werd veroorzaakte door lage lonen als gevolg van het grote aanbod van arbeiders, werkloosheid, ziekte, ouderdom en het overlijden van de belangrijkste kostwinner. Strenge winters, natuurrampen, epidemieёn en stijgende voedselprijzen zorgden voor een verslechtering van de levensomstandigheden. Zo liep in november 1815 de Zuid-Hollandse plaats Lexmond onder water na een dijkdoorbraak. In september 1817, bijna twee jaar later, stond op sommige akkers het water nog drie tot vier voet hoog.

Bittere armoede was het gevolg, omdat er niets verbouwd kon worden op het ondergelopen land. De hongerige inwoners, ‘door gebrek vermagerd’, trokken langs de huizen van de rijken in de hoop wat voedsel te ontvangen. De kerkelijke armbesturen konden hen niet langer helpen, omdat zij ook minder inkomsten hadden.

De zorg voor de armen

De armen waren afhankelijk van de armenzorg die vooral door kerken en particulieren geboden werd. Dat vond plaats op diverse manieren: in natura door het uitdelen van kleding, voedsel en brandstof of door het geven van geld, het betalen van de huishuur, de kosten van verpleging en verzorging en het onderwijs aan de kinderen. Particulieren deelden voedsel en brandstof uit, hielden collectes langs de huizen en beheerden hofjes. Ook organiseerden zij liefdadigheidsconcerten of verlotingen, waarvan de opbrengst bestemd was voor de armen. Gemeentelijke armbesturen traden alleen op bij volstrekte onvermijdelijkheid en steunden de armlastigen die bij de kerken niet terecht konden

Niet naar de kermis

De kerken stelden namelijk eisen aan de armen en wie zich daar niet aan hield, werd gekort op de bedeling of ervan uitgesloten. Zo moesten bedeelden trouw de kerkdiensten bezoeken, hun kinderen naar catechisatie sturen en mochten zij zich niet schuldig maken aan drankmisbruik en evenmin de kermis bezoeken.

Voor de armen zat er meestal niets anders op dan te berusten. Zij bezaten vaak niet de kracht en ontwikkeling om zich in te zetten voor verbetering van hun levensomstandigheden. De rijken vonden het normaal dat een groot deel van de bevolking in armoede leefde. Op hen rustte slechts de taak om armen te helpen. Pas in de tweede helft van de 19e eeuw nam de overheid maatregelen ter bestrijding van de armoede.
© 2016 - 2024 Mh1903, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Armenzorg in vroeger eeuwenArmenzorg in vroeger eeuwenIn vroeger eeuwen is er een lange periode geweest dat een groot deel van de bevolking uit de steden zeer arm was. Mannen…
Geschiedenis van het sociale zekerheidsrechtGeschiedenis van het sociale zekerheidsrechtSociale zekerheidsrecht kan worden omschreven als het geheel van rechtsnormen dat betrekking heeft op het verschijnsel s…
De zorg voor ouderen in de MiddeleeuwenVoor ouderen in de Middeleeuwen die niet meer konden te werken, bestonden er diverse vormen van zorg. Ze konden een bero…
Armoede 2017 in NederlandArmoede 2017 in NederlandArmoede komt steeds meer voor in Nederland. Het aantal mensen dat maandelijks te weinig geld overhoudt om van te leven n…
Lindowman het veenlijkLindowman is een veenlijk dat tentoongesteld is in het British Museum in Londen. Lindowman werd in 1984 door archeologen…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: wellcomeimages.org, Wikimedia Commons (CC BY-4.0)
  • Loo, L. F. van, 'Den arme gegeven'. Een beschrijving van armoede, armenzorg en sociale zekerheid in Nederland, 1784-1965. Amsterdam, 1981
  • Delpher kranten,18-11-2016, http://www.delpher.nl/
  • Woud, A. van der, Koninkrijk vol sloppen. Amsterdam, 2010
Mh1903 (118 artikelen)
Gepubliceerd: 21-11-2016
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.