Gevelstenen als voorlopers van flitsreclames
In vroegere eeuwen bestonden er nog geen huisnummers. Ook straatnaambordjes ontbraken waardoor het in de stad moeilijk was om de weg te vinden. Om huizen toch een duidelijk kenmerk te geven werden vaak gevelstenen aangebracht. Door afbeeldingen en opschriften op die stenen werd bijvoorbeeld de functie van het pand of het beroep of de naam van de bewoner duidelijk. Gevelstenen ontstonden vooral in de tweede helft van de zestiende eeuw. Ze behielden de functie van huisteken tot de verplichting van huisnummers in de achttiende eeuw en waren dikwijls kleurrijke herkenningen.
Toch al vroege voorlopers van gevelstenen
Hoewel het pas in de zestiende eeuw in gebruik kwam om gevelstenen op de muur te bevestigen bestonden er toch al eeuwen eerder gevelstenen. Bij opgravingen in
Pompeï zijn al stenen aangetroffen die als gevelsteen dienst hebben gedaan. Zo is er een steen gevonden met een geit die zeer waarschijnlijk aan de gevel van een melkhandel bevestigd is geweest. Een reliëf van Bacchus die duiven uitperst zal de aanduiding van een wijnhandel geweest zijn. De stenen waren uitgevoerd in terracotta. Terracotta is een poreus en niet
geglazuurd aardewerk dat bestaat uit roodbakkende klei
Eigen identiteit door gevelsteen
Een gevelsteen bestond meestal uit een natuurstenen plaat met een tekst of afbeelding erop en menigmaal rondom rijkelijk versierd met beeldhouwwerk. De steen werd op de voorgevel van een pand bevestigd. Door de gevelsteen kreeg het pand een eigen herkenbare identiteit. Naast natuursteen als materiaal voor een gevelsteen kwam ook terracotta voor zoals in
Pompeï al gebruikelijk was. Soms was een exemplaar van hout gemaakt. Het minder toepassen van gevelstenen rond achttienhonderd had te maken met een besluit van de Napoleontische regering die het gebruik van
huisnummers verplicht stelde.
Kenmerken van gevelstenen
Welgestelde eigenaren van een huis lieten gevelstenen aanbrengen waar ook het
familiewapen op was afgebeeld. Ambachtslieden, herbergiers en winkeliers was het vooral te doen om door de gevelsteen aandacht te trekken van de voorbijgangers en pasten de afbeelding daarop aan. Het toepassen van afbeeldingen was ook erg handig voor degenen die de kunst van het
lezen niet beheersten. Gevelstenen hadden door de verscheidenheid verschillende kenmerken.
Beroepen
Veel teksten en afbeeldingen waren gebaseerd op een beroep. Talrijke voorbeelden zijn daar getuigen van zoals:
- Botervat: Een kuiper kon bijvoorbeeld een botervat laten afbeelden.
- Vergulde bijbel: De boekhandelaar koos voor een vergulde bijbel.
- Schaar: Het afbeelden van een schaar duidde op een kleermaker
- Laars: De schoenmaker verkoos een laars om zijn beroep duidelijk te maken.
- Sint Jan: Op de gevel van een bonthandel kon Sint Jan (de patroon van de bontwerkers) worden aangetroffen.
- Barmhartige Samaritaan: Bij herbergen was de Barmhartige Samaritaan een vaak gezien thema voor een afbeelding.
Concurrerende toevoeging
Als iemand zich wilde onderscheiden van een collega met eenzelfde beroep werd aan de gevelsteen iets toegevoegd. Toevoegingen aan eenzelfde tekst als De Grauwe Olifant waren bijvoorbeeld De Jonge Grauwe Olifant en De Witte Vette Olifant. Op die manier werd ook een zekere concurrentiestrijd aangegaan.
Humor
Ook kwamen humoristische afbeeldingen voor of werden zelfs volledige raadsels of lange teksten in de steen opgenomen. Een voorbeeld van een humoristische afbeelding is de gevelsteen Mollen Sagen Geren in Enkhuizen. Op die steen worden twee mollen afgebeeld die bezig zijn met het doorzagen van een baal garen.
Kleur
Veel gevelstenen bevatten een kleuraanduiding zoals De Groene Bok, De Rode Leeuw, De Witte Olifant, De vergulde Kater en Het Zwarte Paard.
Jaartallen
Ook kwamen gevelstenen voor waarin een jaartal de hoofdrol speelde. Dikwijls betrof dat het jaar waarin het pand was gebouwd of bijvoorbeeld de vermelding Eerste Steen Gelegd met daarachter de naam van de legger en het jaartal. Na restauratie van een pand werd ook vaak het jaartal vermeld.
Veel gevelstenen bewaard gebleven
Gevelstenen is een typisch Nederlands verschijnsel en komt elders slechts sporadisch voor. In totaal zijn er naar schatting 2000 gevelstenen in Nederland bewaard gebleven waarvan alleen al
850 in Amsterdam en 250 in Maastricht.
Belang van gevelstenen
Door historici is herhaaldelijk gewezen op het belang en het doel van gevelstenen. In het boekwerk 'Uithangteekens en Opschriften' (1867-1868) van de auteurs Jacob van Lennep en Jan ter Gouw is een soort lofzang op de gevelstenen opgenomen. In die lofzang worden gevelstenen gekwalificeerd als een van de krachtigste, levendigste en sprekendste uitingen van het volksleven. Heftig wordt het als de schrijvers vermelden dat een stad zonder uithangtekens en opschriften ongezellig is en erger nog dat een stad zonder gevelstenen is als een “overeindstaand lijk”.
Lambert G. de Wijs (met pseudoniem Gerard van Leyborgh) wees er in de Nieuwe Tilburgse Courant van zaterdag 9 mei 1925 op dat uithangborden aan een stad iets levendigs geven en de bezoekers van de stad telkens weer geboeid worden door een typische vinding of leuke uitbeelding.
Verdrongen door flitsreclames
Maar tijden veranderen. Wat nu nog wordt gezien als cultuurhistorische erfenis is in het straatbeeld al lang vervangen door flitsreclames met geavanceerde technieken om
potentiële kopers te lokken.
Lees verder