Het kloosterbos en het klooster Nazareth of Schaer
Het Kloosterbos, aan de Kloosterdijk, is een bos dat deel uitmaakt van landgoed ’t Nijveld gelegen in het buurtschap ’t Klooster op de grens van de gemeente Aalten, Winterswijk en Oost Gelre. Het landgoed, waar een vrije wandeling is toegestaan, bestaat anno 2017 uit een ruig bos met zichtbaar hoogteverschil, daar waar het in de middeleeuwen bestond uit woeste grond en veengrond. Aan de stuwwallen is zichtbaar waar in 1429 het klooster Nazareth stond, ook wel klooster Schaer genoemd. Dit verdwenen klooster hoorde bij de beweging van de Moderne Devotie.
Klooster Schaer
Bij graafwerkzaamheden in de twintigste eeuw zijn er aanwijzingen gevonden dat er mogelijk al vóór 1429 een klooster is geweest op de plek waar klooster het Schaer werd gesticht. Er werden een kruisbeeld en een schedel gevonden begin twintigste eeuw bij graafwerkzaamheden. Het klooster Schaer werd in 1429 gesticht in de
heerlijkheid Bredevoort. Aan de rand van de Schaersheide en naast de Schaarsbeek in een veengebied bij Bredevoort richting Vragender, werd het klooster de ‘Domus Beatae Mariae in Nazareth’ gebouwd, in de volksmond klooster ‘Schaer’ genoemd. De grond is in 1429 beschikbaar gesteld door Derck van Lintelo, een edelman wonende op de havezate Walfort (Aalten) en was een Bredevoortse borgman van de heerlijkheid Bredevoort en de enige die buiten de stad Bredevoort mocht wonen.
De bewoners
De bewoners van klooster Schaer waren aanhangers van de Moderne Devotie, een spirituele beweging in de middeleeuwen. Geestelijken en leken toonden hun ontevredenheid met katholieke kerk. De oprichter van de Moderne Devotie was Geert Grote (1340-1384). In Deventer, zijn geboorteplaats, ontstond de eerste gemeenschap en na zijn dood werd in Windesheim (Overijssel) aan de IJssel het eerste klooster gesticht. Anno 2017 herinneren hier het gelijknamige dorp en de gelijknamige hogeschool in Zwolle nog aan. Door politieke strubbelingen moesten de kloosterlingen in Windesheim hun klooster verlaten, na eerst nog vele kloosters te hebben gesticht. De edelman Derck van Lintelo schonk de ontheemden van het klooster in Windesheim zijn grond in een hoek van de Schaersheide, tegen de rand van een moeras. Het klooster ‘Nazareth’ werd gesticht of in de volksmond klooster ‘Schaer’.
Kloosterzegel
De kloosterlingen op het Schaer
De kloosterlingen leefden in gemeenschap van tafel en goederen zonder kloostergeloften te hebben afgelegd. Hun voornaamste bezigheid was de zorg voor jonge mensen en verbetering van de leefomstandigheden van de bevolking. Zo waren de kloosterlingen op het klooster Schaer deskundigen wat betreft de waterhuishouding en bedrijfsvoering. De merkwaardige kloosterschans in het kloosterbos is hier waarschijnlijk nog een restant van. De levensvisie van de Windesheimse congregatie wilde terug naar de belangrijke waarden van vroom, gehoorzaamheid en een leven in eenvoud hebben, gebaseerd op de Bijbel. De invloed van deze visie uitte zich o.a. ook in muurschilderingen die te bezichtigen zijn in de oude Sint Jacobuskerk te Winterswijk, die toentertijd bij de heerlijkheid Bredevoort hoorden.
Eremus in Aquis
Een kaart in het archief van Keulen toont het klooster Schaer rond het jaartal 1600. Naast het klooster staat de aantekening ‘Eremus in Aquis’. Dit zou kunnen betekenen ‘kluis of hermitage te midden van de wateren’, wat inhoudt dat het de behuizing is geweest voor een kluizenaar of heremiet (een monnik) welke in afzondering leefde in een woning buiten de bewoonde wereld (kluis of hermitage genoemd). Omdat kluizenaars zo min mogelijk mensen mochten en wilden zien werd de behuizing op een eilandje geplaatst met het water als afscheiding (de kloosterschans). Eventuele bezoekers moesten dan eerst ver lopen om vervolgens een ophaalbruggetje te passeren voordat er toegang tot de behuizing van de kluizenaar was.
Kloosterschans
Landschap
Hoewel het geen groot klooster was, blijkt uit veld- en archiefonderzoek, dat het klooster door de geschiedenis heen een belangrijke plaats heeft ingenomen. In het gebied zijn nog zichtbaar:
- de omtrek van de kloosterschans;
- de landweer (een aarden grenswal) met sloot;
- de veldnamen.
De omtrek van de kloosterschans
Op het terrein is de kloosterschans nog zichtbaar. De merkwaardige schans van hoogtes en dalen is misschien een onderdeel geweest van de kennis van de waterhuishouding en mogelijk voor een kluizenaarsplaats. Het kloosterterrein heeft opvallend veel overeenkomsten met dat van de kloosterorde de Cisterciëzers van Burlo, net over de grens bij Winterswijk. Een kloosterorde die in 1098 is opgericht in de abdij van Citeaux (Frankrijk). Het stelsel van hoogtes en dalen (stuwwallen) in het kloosterbos is in de ijstijd ontstaan doordat gletsjers de grond omhoog duwden. Waar de stuwwallen voor dienden kan een driedelige betekenis hebben, namelijk voor:
- eremus in Aquis (de kluizenaar).
- een versterking in de middeleeuwen. Het zou kunnen gaan om de resten van een middeleeuwse versterking die bekend stond onder de naam ‘Karsenborg’. Volgens een geschiedkundige lag ’Karsenborg’ echter niet op deze locatie.
- de resten van een schans tijdens de Tachtigjarige Oorlog.
De Tachtigjarige Oorlog
De Tachtigjarige Oorlog, of de Nederlandse opstand, was een strijd in Nederland die in 1568 begon en eindigde in 1648 met een tussenliggende vrede (het Twaalfjarig bestand) van 1609 tot 1621. In deze oorlog kwamen de Nederlanden, onder leiding van Willem van Oranje, in opstand tegen het Spaanse Rijk onder koning Filips II. Groenlo, ten noorden van het kloosterbos werd in 1606 ingenomen door de Spanjaarden en deze capituleerden in 1627 (het beleg van Groenlo of het belegh van Grol) onder leiding van Frederik Hendrik van Oranje, admiraal-generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In die tijd zijn er vele aarden versterkingen aangebracht in de
omgeving. De gebieden kwamen langdurig in de frontlinie te liggen. Dat de kloosterschans gebruikt is tijdens de Tachtigjarige Oorlog, is enigszins bevestigd door archeologisch onderzoek en een vondst van een kleine dolk en enkele musketkogels. De gracht was dan geen gracht maar een loopgraaf voor de musketiers en op het hoogste gedeelte van de wal zal hoogstwaarschijnlijk een kanon gestaan hebben.
Landweer
Landweer
Een landweer of landgraaf zijn hooggelegen lange paden op aarden wallen in waterrijke gebieden. Naast de aarden wal is een greppel of sloot met vaak een doornenhaag zoals meidoorn of sleedoorn en soms beide. Landweren werden aangelegd in de 14de en 15de eeuw als verdedigingswerken.
Veldnamen
Enkele namen van omliggende weggetjes of gebouwen die herinneren aan de ontstaansgeschiedenis zijn:
- kloosterdijk;
- heidedijk;
- pastoorsdijk;
- schaarsdijk;
- scholengemeenschap Schaersvoorde.
De kanunnik
In november 2005 is er een beeld onthuld van een bewoner van het klooster Schaer. Het is een bronzen beeld van de Eibergse kunstenaar Jan te Kulve en het staat op een steenworp afstand van het voormalige Nazareth, langs een toeristische route. Op de sokkel staat het kloosterzegel uit 1460 afgebeeld (Maria met kind die het Ave Maria bidden) en de tekst:
- Klooster Nazareth of Schaer, kapittel van Windesheim;
- 1429, mede door Derk van Lintelo. Bloei rond 1570.
- Kerk met 11 altaren. Kloostergebouw met fraaie refter (eetzaal in een klooster) en glas in lood ramen.
De kanunnik
Legende en goudschat
De laatste kloosteroverste vluchtte in 1597 voor het leger van Maurits van Nassau in de Tachtigjarige Oorlog. Nu gaat het verhaal dat de vluchtende kloosterlingen een schat begraven hebben en dat die schat gevonden zal worden wanneer een ‘hemels teken’ te zien is; een teken dat bestaat uit een vreemd licht en het kraaien van een zwarte haan. Het vreemde licht is gezien in 1943 in de vorm van een nachtregenboog. Een verschijnsel dat kan ontstaan wanneer de maan zo helder is dat het regendruppels worden weerkaatst en er een nachtregenboog ontstaat. Of de zwarte haan heeft gekraaid is niet bekend. Het geluid van bommenwerpers was te overheersend die nacht tijdens de Tweede Wereldoorlog