Handelsposten van de VOC in Arabië

Handelsposten van de VOC in Arabië Arabië was een benaming die in de zestiende en zeventiende eeuw werd gebruikt om het huidig Arabische Schiereiland aan te duiden. Vandaag de dag zijn de landen Jemen, Koeweit, Oman, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten op het schiereiland gelegen en in het noorden beheren de buurlanden Jordanië en Irak ook nog een deel van de landtong. Naast de voornoemde landen wordt ook het kleine eiland Bahrein, gelegen voor de oostkust van Arabië, tot het huidige Arabische Schiereiland gerekend. De ligging van Arabië is zeer gunstig aangezien ze in het noordoosten grenst aan de Perzische Golf, in het oosten aan de Straat van Homoruz én de Golf van Oman, in het zuidoosten aan de Arabische Zee en in het zuiden aan de Golf van Aden. In het zuidwesten vormt de Straat van Bal el Mandeb een natuurlijk afscheiding en in het westen de Rode Zee.

Inhoud


Overzicht van de handelsposten

In de jaren dat de VOC actief was in Arabië had zij een tweetal handelsposten die beide gelegen waren in het gebied dat vandaag de dag Jemen wordt genoemd. De eerste handelspost werd geopend in Aden, gelegen op de zuidkust van Arabië en de tweede handelspost was in Mocha, gelegen op de westkust van Arabië.

Comptoir Aden

In 1614 opende de VOC een handelspost in de kustplaats Aden aangezien ze daar haar specerijen kon verkopen tegen contant geld en de stad zeer gunstig gelegen was op de vaarroute tussen Europa en India. De verkoop tegen contant geld was in die jaren van groot belang omdat er alleen met contant geld nieuwe handelsgoederen in het nabij gelegen Suratte (vandaag de dag Surat genoemd) aangekocht konden worden. Al snel na opening van de handelspost bleek ook het Arabisch gom en de wierook die in Aden te verkrijgen was van uitstekende kwaliteit en de VOC wist een klein aandeel in de plaatselijke handel te veroveren. Toen in 1620 de lokale bevolking in opstand kwam tegen de Sultan van Turkije (toenmalig heerser van Arabië) werd de VOC gedwongen om de handelspost uit veiligheidsoverwegingen te sluiten.

Comptoir Mocha

Na sluiting van het comptoir in Aden ging de VOC in allerijl op zoek naar een nieuwe stad om een handelspost te openen en de toenmalige handel in koffie bracht de Nederlanders naar Mocha (vandaag de dag Mokka genoemd), gelegen op de westkust van Jemen en grenzend aan de Rode Zee. Nog hetzelfde jaar (1620) opende de VOC een nieuwe handelspost, maar de plaatselijke vorst was helaas minder blij met de komst van de Nederlanders. Vanwege een ruzie moest de VOC haar handelspost in 1623 alweer sluiten, maar heropende haar in 1697 weer toen de vraag naar koffie in Europa sterk toenam. Helaas lukte het de VOC ook dit keer niet om een aandeel in de koffiehandel te veroveren en in 1757 werd de handelspost gesloten wegens tegenvallende winst.

De Nederlandse lakenkoopman Pieter van den Broecke / Bron: Frans Hals, Wikimedia Commons (Publiek domein)De Nederlandse lakenkoopman Pieter van den Broecke / Bron: Frans Hals, Wikimedia Commons (Publiek domein)

De 'ontdekking' van Arabië

Nederlander was, na Portugal en Engeland, het derde Europese land dat voet aan wal zette in Arabië en een handelspost opende in de plaats Aden. Dat de handel in Arabië niet altijd van een leien dakje ging werd de VOC in de jaren die volgden al snel duidelijk.

Op onderzoek in Aden

In 1614 zette de Nederlandse lakenkoopman Pieter van den Broecke (1585-1640) min of meer per ongeluk voor het eerst voet aan wal in Arabië, toen hij met zijn jacht de Nassau voor anker ging in de haven van Aden. Van den Broecke en zijn bemanning waren onderdeel van een handelsvloot welke vanuit diverse handelsposten in Azië terugkeerde naar de thuishaven van Bantan (Indonesië) toen zijn leidinggevende, koopman en reder Gerard Reynst (circa 1568-1615), Van den Broecke de opdracht gaf om de handelsmogelijkheden in het gebied te onderzoeken. Naar aanleiding van deze opdracht verliet de Nassau en haar bemanning op 2 augustus de vloot en voer richting de Rode Zee waarna ze op 17 augustus voor anker ging in de haven van Aden. Puur bij toeval bleek Van den Broecke in één van de belangrijkste handelscentra van Arabië te zijn beland, maar hoe zijn bezoek aan Aden precies verliep en of hij er belangrijke handelscontacten kon leggen was niet geheel duidelijk. Blijkbaar zag Van den Broecke in ieder geval mogelijkheden en hij opende nog hetzelfde jaar een handelspost in Aden.

Aankomst te Mocha

Aangezien Van den Broecke de opdracht had gekregen de handelsgebieden rond de Rode Zee te onderzoeken besloot hij Aden al snel weer te verlaten en voer om de zuidelijke punt van Arabië (Jemen) heen. Na aankomst op de Rode Zee besloot Van den Broecke om voor anker te gaan in de havenplaats Mocha (vandaag de dag Mokka genoemd), volgens horen en zeggen hét toenmalige handelscentrum voor koffie. Aangezien Aden en Mocha op dat moment beiden onder beheer van de Sultan van Turkije vielen was het gebruikelijk om als buitenlandse handelaar een aanbevelingsbrief van het Turkse Hof in Constantinopel bij je te dragen, maar helaas had Van den Broecke deze niet. Ondanks de ontbrekende aanbevelingsbrief besloot de gouverneur van Mocha Van den Broecke en zijn dienaren vriendelijk te ontvangen, maar toen ook nog bleek dat de Nederlanders maar weinig lading aan boord hadden om handel te drijven, vertrouwde de gouverneur het zaakje niet. Hij weigerde de Nederlanders om handel te drijven in zijn stad waarna Van den Broecke besloot het anker te lichten.

Landing in Shihir

Van den Broecke liet zich niet ontmoedigen door het tegenvallende resultaat in Mocha en besloot de westkust van Arabië verder naar het oosten te volgen. Op ongeveer 600 kilometer van Mocha gingen Van den Broecke en zijn bemanning voor anker in de haven van het kleine en onafhankelijke koninkrijk Shihir (gelegen in het huidige Saoedi-Arabië) en werden hier op uiterst vriendelijke wijze door de toenmalige vorst ontvangen. Tijdens het gesprek tussen de vorst en Van den Broecke stak de koning niet onder stoelen of banken hoe blij hij was met de komst van de VOC en hij hoopte dan ook dat de Nederlanders zijn kleine koninkrijk voorspoed zouden brengen. De koning gaf de VOC niet alleen het recht om belastingvrij handel te drijven maar stelde zelfs een woning (één van zijn betere) tot hun beschikking zodat deze kon dienen als handelspost. Na het gesprek besloot Van den Broecke om twee dienaren achter te laten welke de opdracht kregen de handelsmogelijkheden in het gebied te onderzoeken én de taal te leren en koos met zijn overige bemanningsleden weer het ruime sop.

Het Aziatisch handelsgebied / Bron: Nicolaes Visscher II, Wikimedia Commons (Publiek domein)Het Aziatisch handelsgebied / Bron: Nicolaes Visscher II, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Strijd om de koffiehandel

De Nederlanders in Arabië waren niet voor één gat te vangen en deden meerdere pogingen om een aandeel in de lucratieve koffiehandel in handen te krijgen. De diverse pogingen van de VOC leverden hen uiteindelijk een bezoek aan de Pasja (onderkoning) van Turkije op.

Missie volbracht

Na enige tijd varen bereikte de Nassau het kleine plaatsje Catsinni, gelegen aan de monding van de Rode Zee. Na aankomst in de haven werden de Nederlanders wederom uiterst vriendelijk ontvangen door de vorst en kregen, net als Shihir, het aanbod om belastingvrij handel te drijven en een handelspost te openen. Helaas was het Van den Broecke tijdens het gesprek duidelijk geworden dat de vorst van Catsinni een felle tegenstander was van de Turkse Sultan en hij nam het aanbod om handel te drijven aan, maar sloeg het aanbod voor het openen van een handelspost af. Na het resterende deel van zijn lading succesvol verkocht te hebben aan de plaatselijke handelaren werd het tijd om terug te keren naar Bantan, gelegen op het Indonesische eiland Java, om de directie daar verslag uit te brengen van zijn reis. De thuiskomst van Van den Broecke was echter maar van korte duur want in 1615 werd hij er wederom op uitgestuurd om een poging te doen een aandeel in de koffiehandel te Mocha te veroveren.

Tweede poging

Eind 1615 was Van den Broecke weer gereed om uit te varen en besloot eerst koers te zetten naar Shihir, alvorens hij naar Mocha zou doorreizen. Bij aankomst in Shihir kreeg Van den Broecke al snel te horen dat de handel goed verliep maar dat de afzetmarkt te klein was, maar hij besloot de post nog een kans te kunnen. Er werd een nieuwe dienaar aangewezen die met een deel van de lading van boord ging en de twee dienaren die de taal hadden geleerd werden door Van den Broecke weer aan boord genomen. Op 15 januari 1616 ging Van den Broecke voor de tweede keer in zijn leven voor anker in de haven van Mocha en trok - als enig Europees schip - enorm veel bekijks tussen de overwegend Arabische, Perzische en Indische schepen. Door de opschudding die Van den Broecke en zijn bemanning veroorzaakten was de landvoogd van Mocha al snel op de hoogte van hun komst en hij nodigde hen dan ook direct uit om bij hem op bezoek te komen. In tegenstelling tot de vorige keer lukte het Van den Broecke dit keer wel om een overeenkomst voor het voeren van handel te sluiten, maar voor het openen van een handelspost diende hij toestemming te verkrijgen van de Pasja (onderkoning) van Turkije.

Op bezoek bij de Pasja

Terwijl Van den Broecke wachtte op toestemming om de Pasja te bezoeken wist hij een groot deel van zijn lading tegen goede prijzen te verkopen en ook de landvoogd was tevreden toen hij de afgesproken belasting van de Nederlanders ontving. Op 21 maart volgde de langverwachte uitnodiging en Van den Broecke en zijn dienaren werden per olifant naar de stad Sana gebracht, gelegen in het binnenland van Arabië. Na een vriendelijk ontvangst en een goed gesprek liet de Pasja weten helaas niets voor de Nederlanders te kunnen betekenen aangezien alleen de Sultan van Turkije het verzoek voor het vestigen van een handelspost kon goed- of afkeuren. Na het bezoek aan de Pasja handelde Van den Broecke zijn lopende zaken in Mocha af en zette vervolgens weer koers naar Shihir. Ondanks het vriendelijke aanbod van de koning had Van den Broecke tijdens zijn bezoek aan Mocha besloten de post in Shihir te sluiten aangezien de afzetmarkt te klein was. Na de zaken daar te hebben afgehandeld reisde hij via Suratte, de Malabarkust en Ceylon weer naar zijn thuishaven in Bantam.

Gezicht op Mocha, uit de verzameling van het Nationaal Archief te Den Haag / Bron: Nationaal Archief, Wikimedia Commons (Publiek domein)Gezicht op Mocha, uit de verzameling van het Nationaal Archief te Den Haag / Bron: Nationaal Archief, Wikimedia Commons (Publiek domein)

Opleving en neergang

De lucratieve koffiehandel bracht de VOC in de jaren die volgden iedere keer weer terug naar de stad Mocha en in 1618 kreeg ze eindelijk toestemming om er een handelspost te openen. Na voltooiing van de bouw van de handelspost in 1620 waren de verwachtingen van de VOC over de opbrengsten van het kantoor hooggespannen.

Handelspost te Mocha

Het bezoek van Van den Broecke en zijn dienaren had duidelijk indruk gemaakt op de Pasja van Mocha en na het vertrek van het Nederlandse handelskonvooi besloot hij dan ook om een goed woordje voor hen te doen bij de Sultan van Turkije. Net als de Pasja was ook de Sultan van Turkije wel te porren voor een Nederlandse handelspost in het gebied en in 1618 verkreeg de VOC dan ook alsnog toestemming om een handelspost te openen. Nog hetzelfde jaar voer het schip Samson vol met goederen, bouwmaterialen en personeel naar Mocha en in 1620 was de nieuwe handelspost klaar. Na opening van het comptoir bleef een deel van het VOC-personeel achter op de handelspost om de dagelijkse gang van zaken in goede banen te leiden en het resterende deel ging weer aan boord van de Samson om koers te zetten naar Suratte.

Misstap

Ter hoogte van het eiland Babelmande (vandaag de dag Perin genoemd) viel de Samson - geheel volgens instructies van hoger hand - een vijftal Arabische schepen aan, waarmee de VOC zich de woede van de landvoogd van Mocha op de hals haalde. Om wraak te nemen liet de landvoogd alle VOC-dienaren in Mocha gevangen nemen en - gezien de grove wijze waarop de Nederlanders met de Arabieren waren omgegaan - behandelde ze allemaal op zeer wrede wijze. Ondanks het feit dat de VOC meerdere malen haar excuses aanbood voor de aanval lukte het haar niet om de gemoederen in Mocha tot bedaren te brengen en toen de winsten van het comptoir ook nog tegen bleken te vallen werd de handelspost in 1623 (tijdelijk) gesloten. Ondanks de sluiting van de handelspost bleef de VOC wel handel drijven in Mocha en in 1626 bezochten een zevental Nederlandse schepen de stad om handel te drijven.

Bloei en crisis

Rond het jaar 1630 nam de onrust in Arabië toe toen de Arabieren in opstand kwamen tegen hun Turkse overheerser en de handel in de regio Mocha liep flink terug. Na verdrijving van de Turken in 1635 keerde de rust weer terug en de VOC besloot om weer met enige regelmaat de haven van Mocha te bezoeken om koffie in te kopen. Toen de vraag naar koffie in Europa eind zeventiende eeuw in hoog tempo toenam, besloot de VOC om de handel in Mocha weer volledig op te pakken. Aangezien de koffieverkopers in het gebied op de hoogte waren van het feit dat de Nederlanders Mocha alleen buiten de moessons kon bereiken, rekenden zij buitensporig hoge prijzen. Door de handelspost te heropenen konden de koopmannen van de VOC de koffie het hele jaar door inkopen en dus profiteren van veel lagere prijzen. In 1697 wist de VOC een nieuw handelsverdrag te sluiten met de koning van Jemen en de handelspost werd nog hetzelfde jaar heropend. Gezien het aanvankelijke succes van de handel in Mocha werd besloten het comptoir in 1707 een eigen gouverneur te geven, maar ondanks de vele inspanningen lukte het de Nederlanders maar niet om een winstgevend aandeel in de koffiehandel te veroveren. Na een goede start draaide de handelspost al snel weer verlies en in 1757 werd besloten om de handelspost definitief te sluiten en de handel in Arabië te staken.
© 2017 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Saoedi-Arabië - Feiten en CijfersSaoedi-Arabië beslaat het grootste deel van het Arabisch schiereiland. De Saoedische monarchie is aan het begin van de 2…
Overzicht van alle landen in het Midden-OostenHet Midden-Oosten is geen continent; het is een regio van Afrika-Eurazië met vage grenzen. De term is ontstaan in het Ve…
De Arabische wereld: wat is de Arabische wereld?Veel mensen denken bij de Arabische wereld aan de Islamitische landen. Maar het islamitische land Turkije is bijvoorbeel…
Saoedi-Arabië: Land van olie, woestijn en gesluierde vrouwenSaoedi-Arabië is een Arabisch land dat de tongen losmaakt of het nu gaat om oorlogen, geloof, burka's, olie of de woesti…

Megafauna uit het Pleistoceen: de reuzenluiaardMegafauna uit het Pleistoceen: de reuzenluiaardTijdens het Pleistoceen, dat liep van 2,5 miljoen jaar tot 12 duizend jaar geleden, volgde de ene ijstijd de andere op.…
Megafauna uit het Pleistoceen: De mastodontMegafauna uit het Pleistoceen: De mastodontHoewel er veel interessante schepsels in het verre verleden bestaan hebben, trekken vooral de dinosauriërs de aandacht n…
Bronnen en referenties
  • https://www.vocsite.nl/geschiedenis/handelsposten/mocha.html
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Arabisch_Schiereiland
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerard_Reynst
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_van_den_Broecke
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Perim
  • Afbeelding bron 1: Frans Hals, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 2: Nicolaes Visscher II, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • Afbeelding bron 3: Nationaal Archief, Wikimedia Commons (Publiek domein)
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 8
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.