Handelsposten van de VOC in Birma (Myanmar)

Handelsposten van de VOC in Birma (Myanmar) De Republiek Unie van Myanmar stond tot aan het jaar 1989 bekend als Birma (ook wel gespeld als Burma). Het land wordt in het noorden omgeven door de landen India, Bangladesh en China en in het westen en oosten vormen de uitlopers van de Himalaya een natuurlijke grens tussen Myanmar en de landen Laos en Thailand. De kuststrook in het zuidwesten van Myanmar is gelegen aan de Golf van Bengalen en de Andamanse Zee. Als laatste wordt ook de zogenaamde Tenasserimstrook (een kleine strook land gelegen op het Maleisisch schiereiland, ook wel bekend als Malakka) tot de Republiek Myanmar gerekend.

Inhoud


Overzicht handelsposten

Gedurende de jaren dat de VOC actief was op Birma, had zij in totaal een viertal handelsposten tot haar beschikking. Drie van deze handelsposten waren gevestigd in steden aan de kust, maar de vierde was juist in het binnenland gelegen in de hoop een deel van de lokale handel in handen te krijgen.

Handelsposten Birma

Legenda
A. Comptoir Mrohaung
B. Comptoir Siriangh
C. Comptoir Ava
D. Comptoir Martaban

Comptoir Mrohaung

In het jaar 1625 opende de VOC haar eerste Nederlandse handelspost in Birma welke was gelegen in Mrohaung, de hoofdstad van het toenmalige koninkrijk Arakan. De stad Mrohaung (vandaag de dag Mrauk U genoemd) was begin zeventiende eeuw belangrijk voor de handel in slaven en rijst, maar de handelspost moest vanwege onrust in het gebied diverse keren worden gesloten. In 1665 sloot het comptoir haar deuren voorgoed waarna de VOC, wegens een conflict met de koning, de handelspost in het holst van de nacht verliet.

Comptoir Siriangh

Gezien de vele handel die de VOC in het westen van Azië dreef besloot ze in 1635 een tweede handelspost te openen in Birma en wel in de stad Siriangh (vandaag de dag Thanlyin genoemd). In deze stad werden de martabans (aardewerken vaten) gemaakt die de VOC nodig had om haar goederen - zoals rijst, olie en buskruit - in te vervoeren en tot eind zeventiende eeuw was het comptoir een succes. Na het instorten van de handel in 1679 werd de handelspost nog hetzelfde jaar gesloten.

Comptoir Ava

In tegenstelling tot de vorige twee handelsposten, die beide aan de kust waren gelegen, werd de derde Nederlandse handelspost geopend in de stad Ava, centraal gelegen in Birma. De reden voor de opening van het comptoir hier was gelegen in het feit dat de stad Ava ten tijden van het Tweede Birmaanse Koninkrijk (1539-1752) werd aangewezen als de hoofdstad van dit gebied. Na opening van het comptoir in 1635 was ze belangrijk voor de handel in indigo, kwikzilver, salpeter en vermiljoen, maar werd in 1679 gesloten toen de winst diverse jaren op rij flink tegen viel.

Comptoir Martaban

Vermoedelijk opende de VOC rond het jaar 1660 haar vierde handelspost in Birma, gelegen in de stad Martaban (vandaag de dag
Mottama genoemd). De handelspost was gelegen aan de noordkant van de rivier de Salween (ook wel bekend als de Thanlwin-rivier) welke een natuurlijke grens vormde tussen Birma en het naastgelegen Thailand. Helaas werd het comptoir snel na haar oprichting alweer gesloten aangezien de nieuwe vorst van het gebied de VOC direct een handelsverbod oplegde na zijn benoeming.

Het mineraal cinnabar is een bron van vermiljoen / Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Het mineraal cinnabar is een bron van vermiljoen / Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)

De 'ontdekking' van Birma

Mede door de handel die de VOC dreef in de Bengalen vond ze ook de weg naar het naastgelegen Birma. Na aankomst in het koninkrijk Arakan was de toenmalige koning maar wat blij met de komst van de Nederlanders en nodigde ze dan ook al snel uit om langs te komen.

Lading in Mrohaung

Nadat het de VOC was gelukt om de Coromandelkust (de zuidoostkust van India) op de Portugezen te veroveren werd het aanzienlijk makkelijker om handel te drijven op de Golf van Bengalen. En in de periode die volgde werden de Nederlandse handelaren graag geziene gasten in de Bengalen (vandaag de dag bestaande uit de landen West-Bengalen en Bangladesh). Aangezien de VOC van plan was een groot deel van de Aziatische handel naar zich toe te trekken zocht ze naar mogelijkheden om handelsposten te openen en via de Bengaalse handelaren werd de VOC op de hoogte gebracht van het bestaan van de belangrijke handelsstad Mrohaung, gelegen in het naastgelegen Birma. De stad Mrohaung was aan het begin van de zeventiende eeuw de hoofdstad van het zeer invloedrijke Birmaanse koninkrijk Arakan, gelegen in het westen van Birma, en al ruim een eeuw in handen van de Portugezen.

Koninklijk ontvangst

In tegenstelling tot de Portugezen was de koning van Arakan, Min Razagyi (circa 1557-1612), maar wat blij met de interesse van de Nederlanders in zijn gebied en in 1607 nodigde hij de VOC uit om officieel kennis te komen maken. Na ontvangst van de Nederlandse afgezanten - Pieter Willemsz. en Jan Gerritsz. Ruyll, van beide zijn geboorte- en overlijdensdatum onbekend - bood hij hen een vrije handel in zijn koninkrijk aan, mits de Nederlanders bereid zouden zijn om de koning te helpen bij het verjagen van de Portugezen. Met de belofte het aanbod in overweging te nemen zetten Willemsz. en Ruyll hun reis weer voort waarna ze in 1608 terugkeerden naar de thuishaven van Masulipatnam aan de Coromandelkust om verslag uit te brengen. Ondanks het genereuze aanbod van de koning van Arakan had de gouverneur van de Coromandelkust zijn bedenkingen en besloot in 1610 om - bij wijze van proef - een samenwerking aan te gaan met een al bestaande factorij in Mrohaung.

Twijfelachtig begin

Terwijl de VOC dacht een stap in de goede richting te hebben gezet was de koning van Arakan op zijn beurt flink teleurgesteld over de voorzichtige samenwerking van de Nederlanders en weigerde dan ook om een handelsovereenkomst te sluiten. In een poging zijn zin te krijgen verzocht de koning de VOC om een fort te bouwen in de belangrijke handelsstad Dianga, maar de VOC weigerde. Aangezien de bouw van een fort veel geld kostte en de handel met de factorij in Mrohaung maar moeizaam op gang kwam was de VOC niet van plan om al te veel kosten te maken en hun winst nog verder te drukken. Omdat ze de contacten met de koning toch goed wilde houden deed ze het tegenvoorstel om gezamenlijk diverse Portugese handelsposten aan te vallen en de koning van Arakan ging akkoord. Helaas droegen de veroverde handelsposten ook maar in geringe mate bij aan de winst en in 1620 besloot de VOC haar samenwerking met de factorij in Mrohaung te beëindigen.

Tweede poging

Gezien het moeizame contact dat de VOC had met de koning van Arakan besloot ze zich te richten op het veroveren van de nabij gelegen Banda-eilanden, maar de vraag naar slaven bracht haar al snel weer terug naar de handelsgebieden van Birma.

Slavenhandel

In de jaren die volgden richtte de VOC zich op het veroveren van de Molukse Banda-eilanden waarbij ze vrijwel de gehele lokale bevolking uitmoordden. Door de massale slachtpartij kampte de VOC al snel met een enorm tekort aan arbeiders en het werd de VOC-dienaren op de Banda-eilanden toegestaan om slaven te gebruiken voor het bewerken van de rijstvelden. De enorme vraag naar slaven op de Banda-eilanden bracht de VOC in het jaar 1623 weer terug naar het koninkrijk Arakan waar de stad Dianga én Mrohaung inmiddels het middelpunt van de slavenhandel vormden. Om de slaven zo voordelig mogelijk te kunnen inkopen besloot de VOC de oude factorij in Mrohaung te verbouwen tot een volwaardig stenen comptoir, die in 1625 haar deuren opende en onder leiding kwam te staan van een zogenaamd opperhoofd. De slaven die hier werden ingekocht kwamen voornamelijk uit de Bengalen waar ze tijdens 'speciale expedities' gevangen werden genomen.

Feiten en cijfers
Gedurende de jaren 1624 tot en met 1665 kocht de VOC in de steden Dianga en Mrohaung ruim 11.500 slaven aan. Mannen, vrouwen en kinderen werden als slaaf gebruikt waarbij het enige onderscheid de prijs van de slaaf was. Zo werden voor mannelijke slaven (ouder dan 12 jaar) bedragen betaald tussen de 16,- en 18,- gulden en voor jongens (jonger dan 12 jaar) 12,- en 16,- gulden. Vrouwen waren een stuk minder waard en voor een vrouw (ouder dan 12 jaar) werden bedragen betaald die waren gelegen tussen de 9,- en 16,- gulden en voor meisjes (jonger dan 12 jaar) varieerden de prijzen tussen de 9,- en 14,- gulden.

Uitbreiding van de handel

Toen in 1628 de productie van rijst in het Indonesische Sultanaat Mataram vrijwel volledig stil kwam te liggen door de vele oorlogen die er woedden, steeg de vraag en de prijs van rijst in Indonesië in hoog tempo. In een poging het handelsmonopolie op rijst in handen te krijgen draaiden de rijstvelden op de Banda-eilanden overuren, maar bleken helaas niet in staat om aan de enorme vraag naar rijst te voldoen. Ondertussen was er in het koninkrijk Arakan een enorm rijstoverschot ontstaan door de vele slaven die er te werk waren gesteld en de VOC kocht via haar handelspost in Mrohaung enorme partijen rijst in. Mede door de handel in rijst nam het belang van comptoir Mrohaung snel toe en nog hetzelfde jaar werd besloten om de handelspost onder leiding van een opperhoofd te plaatsen. Helaas lukte het het toenmalig opperhoofd van Mrohaung niet om in contact te komen met de koning en het sluiten van een handelsovereenkomst bleef uit. Toen in 1631 de winst van de handelspost ook nog onder druk kwam te staan door opstanden en ruzies tussen lokale vorsten, besloot de VOC het comptoir tijdelijk te sluiten.

Een indigo-plant / Bron: Kurt Stüber [1], Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Een indigo-plant / Bron: Kurt Stüber [1], Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)

Moeizaam contact

Ondanks diverse pogingen lukten het de VOC en de koning van Arakan maar niet om een handelsovereenkomst te sluiten en in de jaren die volgden werd het contact tussen beide partijen steeds moeizamer.

Nieuwe handelsposten

Nadat er in 1633 een troonswisseling plaatsvond in Arakan nodige de nieuwe koning, Thiri Thudhamma (geboorte- en overlijdensdatum onbekend), de VOC direct uit om haar handelspost in Mrohaung te heropenen. Aangezien de VOC op dat moment strijd voerde met de Portugezen op het schiereiland Malakka, besloot ze van het aanbod gebruik te maken. Door de handelspost in Mrohaung te heropenen werd het aanzienlijk makkelijker om de benodigde goederen naar de troepen in Malakka te vervoeren en in 1635 opende het comptoir opnieuw haar deuren. Helaas lukte het ook het tweede opperhoofd van Mrohaung, Adam van der Mandere (geboorte- en overlijdensdatum onbekend), niet om een handelsovereenkomst met de koning van Arakan te sluiten en nog hetzelfde jaar opende de VOC een tweede handelspost in de stad Pegu; hoofdstad van het toenmalige Koninkrijk Myanmar. Al snel na opening van de handelspost bleek de ligging volledig verkeerd gekozen en enkele maanden later werd het comptoir van Pegu verplaatst naar de nabij gelegen stad Siriangh. Nadat de verhuizing achter de rug was werd er voor het einde van het jaar nog een vierde handelspost geopend, gelegen in de stad Ava, in het midden van Birma.

Ruzie met de koning

De opening van de nieuwe handelsposten gaf de koning van Arakan het idee dat de VOC eindelijk ging optreden tegen de Portugezen en hij bleef bij opperhoofd Van der Mandere aandringen op een militaire samenwerking. Aangezien Van der Mandere op zijn beurt de opdracht had gekregen zo veel mogelijk winst te maken tegen een zo laag mogelijke kosten, wees hij de koning keer op keer bot af. Het contact tussen de beide heren verslechterde in hoog tempo en toen de koning van Arakan te horen kreeg dat de Groot-Mogol van de Bengalen door de Nederlandse Gouverneur-Generaal in Batavia was ontvangen, werd hij woedend. In een boze brief liet hij de Gouverneur-Generaal weten dat de Bengaalse Mogols zijn vijanden waren en dat hij niet accepteerde dat de Nederlanders van twee walletjes aten. In de hoop de gemoederen in Arakan tot bedaren te brengen verving de Gouverneur-Generaal Van der Mandere en stelde Arent Jansen van der Helm (geboorte- en overlijdensdatum onbekend) aan als het nieuwe opperhoofd van Mrohaung.

Wraak

Opperhoofd Van der Helm ontdekte al snel dat de koning van Arakan een groot liefhebber was van wijn en door de koning periodiek een aantal vaten cadeau te doen, wist hij het contact al snel weer te herstellen. Helaas bleek een goed contact met de koning geen enkele garantie te bieden, want toen de koning in 1643 ziek werd, verloor hij in hoog tempo de macht over zijn koninkrijk. Toen er in de haven van Arakan een Nederlands schip werd overvallen door een tegenstander van de koning, en al het personeel gevangen werd genomen, deed de VOC meerdere pogingen om haar bemanning weer vrij te krijgen, maar helaas tevergeefs. Opperhoofd Van der Helm eiste van de koning van Arakan dat hij ingreep maar toen deze niet bij machten bleek om iets te doen, sloot de VOC haar handelspost in Mrohaung meteen. Uit wraak besloot de VOC ook nog een aantal handelsschepen uit Arakan te overvallen en gingen hierbij niet al te zachtzinnig om met de bemanning.

Neergang

Nadat koning Thiri Thudhamma overleed waaide er onder zijn opvolger een geheel andere wind in het koninkrijk Arakan en de VOC besloot haar handelspost weer te heropenen. Helaas raakte de VOC in een hevige tweestrijd verwikkeld toen de Bengalen en het koninkrijk Arakan het met elkaar aan de stok kregen en het lukte de Nederlanders dan ook niet om hun neutraliteit in deze kwestie te bewaren.

Laatste poging

Het ziekbed van koning Thiri Thudhamma duurde uiteindelijk acht jaar en in al die tijd lukte het hem en zijn troepen maar niet om een einde te maken aan de vele conflicten die er in zijn koninkrijk waren uitgebroken. Toen in 1652 koning Sanda Thudhamma (geboortedatum onbekend - 1684) het stokje overnam werd al snel duidelijk dat er een geheel nieuwe wind waaide in Arakan en de rust keerde terug. Toen het de VOC duidelijk werd dat koning Sanda ook een geheel andere kijk had op de handel werd de Nederlandse VOC-dienaar Johan Goessens (geboorte- en overlijdensdatum onbekend) naar Mrohaung gestuurd met de opdracht een handelsovereenkomst te sluiten. Ondanks de flinke lijst met eisen van de Nederlanders lukte het Goessens om een overeenkomst te sluiten waarbij de VOC niet alleen het recht had om belastingvrij te mogen handelen in Arakan maar tevens goederen mocht inkopen zonder tussenkomst van de koopmannen van de koning. Naar aanleiding van de overeenkomst werd de handelspost in Mrohaung in 1653 voor de derde keer heropend.

Tweestrijd

Toen koning Sanda besloot de gevluchte Bengaalse troonopvolger, Shah Shuja (1616-1661), in 1658 onderdak te bieden in zijn stad en te beschermen tegen zijn moordlustige (jongere) broer, Aurangzeb (1618-1707), raakte de VOC in een tweestrijd verwikkeld. Nadat het Aurangzeb in 1661 lukte om zijn oudere broer te vermoorden tijdens een aanval op Mrohaung, gebruikte hij een Nederlands schip om de koning van Arakan tot overgave te dwingen. Ondanks dat koning Sanda wist dat de VOC ook handel dreef in de Bengalen had hij verwacht dat ze zich niet in deze oorlog zouden mengen en was dan ook woedend over het feit dat ze dit wel deden. Hij deed zijn beklag bij de Gouverneur-Generaal in Batavia, maar deze stond met zijn rug tegen de muur. Hij wilde koste wat kost neutraal blijven in het conflict maar toen de Groot-Mogol van de Bengalen dreigde alle Nederlandse handelsposten te sluiten, moest hij wel een keuze maken.

Als dieven in de nacht

Aangezien de handelsposten in de Bengalen het meest winstgevend waren koos de Gouverneur-Generaal om zich terug te trekken uit Mrohaung, maar besefte ook dat de koning van Arakan dit niet zonder slag of stoot zou laten gebeuren. Hij besloot de koning in de waan te laten dat de VOC bereid was hem te helpen bij een grootscheepse aanval op de Bengalen en zocht ondertussen naar een uitweg. Toen de Nederlandse handelsvloot in september 1665 werd getroffen door een storm, werd de kans om zich terug te trekken de VOC in de schoot geworpen. Onder het mom dat de schepen voor reparatie terug moesten naar Batavia kon de VOC het merendeel van haar handelsvloot zonder problemen in veiligheid brengen. De paar schepen die waren achtergebleven om geen argwaan te wekken haalde in november 1665 het comptoir in Mrohaung in het holst van de nacht leeg, waarna ze als dieven in de nacht koers zetten richting Batavia. Vier maanden na het vertrek van de VOC werd de koning van Arakan volledig onder de voet gelopen door de legers van de Bengaalse Groot-Mogol.

Rond het jaar 1670 begon de handel in Birma gestaag terug te lopen en bij het bereiken van het jaar 1679 draaide zowel de handelspost in Siriangh als die in Ava verlies. De VOC besloot de beide posten nog hetzelfde jaar te sluiten waarna er een einde kwam aan het Nederlandse avontuur in Birma.
© 2017 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
BURMA VJ, de rauwe realiteit van BirmarecensieBURMA VJ, de rauwe realiteit van BirmaFilmend met een handycam, vanuit een tas, verscholen tussen bosjes of al rennende om het eigen leven te redden. Verzende…
Myanmar, voorheen BirmaMyanmar, een land wat een zo strenge dictatuur heeft dat er eigenlijk nooit enig nieuws naar buiten komt, haalt in septe…
Bezienswaardigheden Myanmar (Birma)Bezienswaardigheden Myanmar (Birma)Myanmar, het voormalige Birma, is een echte cultuurbestemming. Door het hele land zijn duizenden pagodes te vinden, alle…
Myanmar (Burma) & de Internationale GemeenschapBirma / Burma / Myanmar is gelegen in Azië en ligt gedeeltelijk op het Indische subcontinent. Het bestuur van Burma word…

De oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)De oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd in 1602 opgericht en werd in eerste instantie de 'Generale Vereenichde g…
De VOC-verversingspost op Kaap de Goede HoopDe VOC-verversingspost op Kaap de Goede HoopKaap de Goede Hoop is gelegen op het uiterste puntje van Zuid-Afrika, onder de rook van Kaapstad. In het westen wordt de…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Himasaram, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • https://www.vocsite.nl/geschiedenis/handelsposten/myanmar.html
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Myanmar
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Koninkrijk_Arakan
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Ava_(Myanmar)
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Mottama
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Thanlyin
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/VOC_in_Birma
  • https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_Arakanese_monarchs
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Min_Razagyi
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Thiri_Thudhamma
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Sanda_Thudhamma
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Shah_Shuja_(Mughal_prince)
  • https://en.wikipedia.org/wiki/Aurangzeb
  • Afbeelding bron 1: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)
  • Afbeelding bron 2: Kurt Stüber [1], Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 16
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.