Handelsposten van de VOC op de Molukken en Noord-Celebes

Handelsposten van de VOC op de Molukken en Noord-Celebes De eilanden die gezamenlijk de Molukken vormen zijn gelegen in het oosten van de Indische Archipel en worden omringd door de Ceram- en Bandazee. Politiek gezien horen de Molukken vandaag de dag bij de Republiek Indonesië, maar in de zeventiende en de achttiende eeuw waren de eilanden in handen van de Nederlandse VOC. Gezien de goede kwaliteit van de kruidnagels die in de Molukken werden geteeld deed de VOC er veel aan om het handelsmonopolie van het zeer gewilde specerij in handen te krijgen. Maar de verkrijging hiervan ging niet zonder slag of stoot.

Inhoud


De Molukken toen en nu

Voor we verder kijken naar de Nederlandse handelsposten op de Molukken is het belangrijk om te weten dat er een verschil is tussen de Molukken toen (zeventiende en achttiende eeuw) en nu (éénentwintigste eeuw). Het gebied dat door de VOC namelijk de Molukken werd genoemd komt niet overeen met het gebied dat wij vandaag de dag de Molukken noemen. Op onze huidige kaart waren de Nederlandse handelsposten van de VOC eigenlijk maar deels in de Molukken gelegen, namelijk in de Noord-Molukken, en waren de andere handelsposten gelegen in een gebied dat vandaag de dag de Noord-Celebes (in het Indonesisch Sulawesi Utara genoemd) wordt genoemd.

De Molukken nu

Het gebied dat vandaag de dag de Molukken wordt genoemd bestaat uit circa 1.000 eilanden, waarvan er maar enkele worden bewoond. De eilanden zijn (met de klok mee) gelegen tussen de Celebes (ook wel Sulawesi genoemd), de Filipijnen, Nieuw-Guinea en Timor. De Molukken zijn vandaag de dag onderverdeeld in een tweetal provincies; de Zuid-Molukken (ook wel Molukken of Maluku Selatan genoemd) en de Noord-Molukken (Maluku Utara). Tot de Molukken worden de (bewoonde) eilanden Ceram, Bundu, Ambon en de zogenaamde Lease-eilanden gerekend plus de eilanden die zijn gelegen in het zuiden van de Bandazee; Kei, Aru, Tanimbar, de Banda- en Zuidwestereilanden. En tot de Noord-Molukken worden de eilanden Halmahera, Ternate, Tidore en de Batjan-, de Obi- en de Soela-eilanden gerekend.

De Molukken toen

In de zeventiende en achttiende eeuw werden de Molukken gevormd door een drietal Sultanaten, namelijk het Sultanaat van Ternate, van Batsjan (vandaag de dag Bacan genoemd) en van Tidore. Deze drie sultanaten tezamen besloegen grofweg de gehele westkust van het eiland Gilolo (vandaag de dag Halmaheira genoemd) en de eilanden die daar ten westen van gelegen waren. Met andere woorden de oostkant van de Molukken werd toentertijd gevormd door de huidige Noord-Molukken en de westkant werd gevormd door het huidige Noord-Celebes. De eilanden die tussen deze gebieden waren gelegen werden voor het gemak ook de Molukken genoemd.

Nederlandse handelsposten op de Molukken en Ternate

In de bijna tweehonderd jaar dat de VOC actief was op de Molukken opende ze een negental handelsposten, waarvan vijf gelegen op de hedendaagse Noord-Molukken en vier op de hedendaagse Noord-Celebes. Ondanks dat de VOC al sinds het begin van de zeventiende eeuw in de Molukken actief was opende ze pas tegen het einde van de zeventiende eeuw een bestuurscentrum (hoofdcomptoir) in het gebied.


Comptoir Ternate, Noord-Molukken

De handel in de winstgevende kruidnagels bracht de VOC begin zeventiende eeuw naar de Molukken en in 1607 opende ze op het eiland Ternate de eerste Nederlandse handelspost. Om de Nederlandse handel in het gebied te kunnen beschermen werd het comptoir bewaakt door Fort Oranje en zowel de handelspost als het fort waren tot het jaar 1801 in bedrijf. Fort Oranje was tussen de jaren 1609 tot en met 1619 tevens één van de residenties van de Nederlandse Gouverneur-Generaal, maar na de stichting van Batavia in 1619 werd het hoofdcomptoir daar zijn vaste standplaats.

Comptoir Batsjan, Noord-Molukken

In 1609 wist de VOC het Portugese fort op het eiland Batsjan (vandaag de dag Pulau Bacan genoemd) te veroveren en gaf ze het de naam Fort Barneveld. Naast het verdedigen van het gebied was Fort Barneveld ook betrokken bij de handel in kruidnagels.

Comptoir Tidore, Noord-Molukken

In een onbekend jaartal wist de VOC het eiland Tidore, ten zuiden van Ternate, te veroveren en vestigde er een drietal forten, genaamd Tahoela, Romi en Marieco. Fort Tahoela was de grootste en de sterkste van de drie met haar vijf bolwerken en was gelegen in het oosten, maar over de ligging of het uiterlijk van de andere twee forten zijn geen gegevens bekend.

Comptoir Makean, Noord-Molukken

In 1610 was de verovering van het kleine eiland Motir (vandaag de dag Pulau Moti genoemd) aan de beurt en de kleine vesting die door de VOC werd geopend, kreeg de naam Fort Nassau. Hoe het de handelspost in de daaropvolgende vijftien jaar verging is niet duidelijk maar in 1625 besloot de VOC de bouwvallige vestiging te verlaten en haar handelspost te verplaatsen naar het eiland Makean (Pulau Makian). Op Makean vestigde de VOC een drietal forten - Fort Mauritius, Fort de Pronvintiën en Fort Tabilolo - die ieder verantwoordelijk waren voor het bewaken van een ander deel van het eiland.

Comptoir Sanana, Noord-Molukken

Op de noordkust van het eiland Pulau Sulabes (één van de Soela-eilanden) was de plaats Sanana gelegen en in een onbekend jaartal opende de VOC hier een handelspost. Het fort dat werd gesticht kreeg in eerste instantie de naam Fort Claverblad maar werd later omgedoopt tot Fort de Verwachtingh. De VOC had geen handelsbelang op het eiland en het fort had dan ook alleen een militaire functie. Het is overigens niet duidelijk of het fort voortdurend door de VOC werd bemand.

Hoofdcomptoir Manado, Noord-Celebes

Halverwege de zeventiende eeuw verlegde de VOC haar aandacht van de Noord-Molukken naar de Noord-Celebes (toenmalige westelijke Molukken) en opende in 1655 een kleine, houten handelspost in de stad Manado. Gezien de hevige concurrentie in het gebied werd de handelspost in 1673 omgebouwd tot stenen fort dat de naam Fort Amsterdam kreeg en in 1699 volgde de benoeming tot hoofdcomptoir (bestuurscentrum). Vanuit Fort Amsterdam werd niet alleen leiding gegeven aan de omliggende handelsposten maar tevens ook gehandeld in schildpadhoorn.

Comptoir Gorontalo, Noord-Celebes

In de zeer groene regio Gorontalo opende de VOC in 1680 haar tweede handelspost van de Noord-Celebes en het comptoir was vooral belangrijk bij de inkoop van hardhout.

Comptoir Limboto, Noord-Celebes

Over het comptoir in Limboto zijn vrijwel geen gegevens bekend. Maar aangezien de specerijen in dit gebied van aanzienlijk mindere kwaliteit waren dan de specerijen die in de Noord-Molukken werden geteeld, had de post vermoedelijk alleen een militaire functie.

Post Kwandang, Noord-Celebes

De handelspost in de plaats Kwandang werd verdedigd door twee forten die Fort Ota Mas Udangan en Fort Oranje werden genoemd. Uit het feit dat er in de achttiende eeuw rond de vijfentwintig man VOC-personeel op de post aanwezig was, mag men tevens opmaken dat ook deze post tot het einde van het VOC-tijdperk in bedrijf was.

De ontdekking van de Molukken

De 'ontdekking' van de Molukken dateert uit het jaar 1599 toen de Nederlandse vice-admiraal, Wijbrand van Warwijkck (1566 of 1570-1615), de opdracht kreeg om de specerijenhandel in de Molukken te gaan onderzoeken. Terwijl Van Warwijck achtereenvolgens de eilanden Celebes, Ambon en Ternate bezocht reisde zijn onderbevelhebber, Jacob van Heemskerck (1567-1607), naar de Banda-eilanden om daar voet aan de grond te krijgen. Aangezien de Ambonezen de Nederlandse handelaren het handelsmonopolie van hun eiland hadden aangeboden, in ruil voor hulp bij het verjagen van de Portugezen, werd in Ambon een Nederlandse handelspost gesticht die bedoeld was om handel te drijven en de omliggende gebieden te veroveren. De verovering van Ambon was rond het jaar 1605 compleet en de handelaren in de Indische Archipel werd duidelijk dat ze er een geduchte concurrent bij hadden.

Verovering Ternate

In 1607 vroeg de toenmalige sultan van het Molukse Sultanaat Ternate de VOC om hulp bij het verjagen van de Spanjaarden uit zijn gebied en in ruil voor de verkrijging van het handelsmonopolie van Ternate, stemde de VOC in. De Nederlandse koopman, Cornelis Matelieff de Jonge (1570-1632), werd op pad gestuurd en nog hetzelfde jaar bouwde hij het kleine Fort Melayo, gelegen in de plaats Malayo. Helaas waren de Spanjaarden niet van plan om hun handelsbelang op Ternate zonder slag of stoot in te leveren en in 1609 versterkte de VOC haar fort en gaf het de nieuwe naam Fort Oranje. De Spaanse handelaren bleken niet voor één gat te vangen te zijn en al snel bouwde de VOC een tweede fort op Ternate, welke de naam Fort Willemstad (ook wel Fort Tacomi genoemd) kreeg. Toen de beide Nederlandse forten volledig op oorlogssterkte waren opende de VOC de aanval en wist eind 1609 de Spaanse vesting Tolucco in te nemen, welke vervolgens werd omgedoopt in Fort Hollandia.

Op weg naar Batsjan

Na de verovering van hun Spaanse vesting besloten de Spanjaarden om Ternate te verlaten en ze zochten hun heil op de omliggende eilanden. Nu de VOC het gehele eiland Ternate in handen had werd Fort Oranje al snel één van de residenties van de Nederlandse Gouverneur-Generaal, maar na de stichting van Batavia in het jaar 1619, kwam hier een einde aan. Na de verovering van het eiland Ternate besloot de VOC om haar macht uit te breiden en de volgenden die aan de heerszucht van de VOC ten prooi vielen waren de Portugese handelaren op het eiland Batsjan (vandaag de dag Pulau Bacan genoemd). Eind 1609 wist de Nederlandse koopman, Simon Janszen Hoen (geboorte- en overlijdensdatum onbekend), het Portugese fort op het eiland in handen te krijgen en doopte het om tot Fort Barneveld. Naast de nieuwe naam kreeg het fort ook nog vier nieuwe bastions die de Portugezen moesten beletten een poging te doen het fort te heroveren.

Verkrijging handelsmonopolie

Nu zowel de Spanjaarden als de Portugezen uit de belangrijkste Molukse handelsplaatsen waren verdreven was de VOC in staat om het aantal Nederlandse handelsposten in hoog tempo uit te breiden. Na Ternate en Batsjan (Pulau Bacan) was het eiland Tidore aan de beurt en ook hier vestigde de VOC een drietal forten. Alleen van Fort Tahoela was bekend dat ze aan de oostkant van het eiland was gelegen en twee bastions had om vijanden buiten de deur te houden, maar gegevens over de Forten Romi en Marieco, zijn niet bekend. Na de verovering van Tidore reisde de VOC verder zuidwaarts en op het kleine eiland Motir (Pulau Moti) werd in 1610 de kleine, stenen vesting, Fort Nassau gebouwd. In de vijftien jaar die volgden verlegde de VOC haar aandacht naar het veroveren van de nabij gelegen Banda-eilanden en in maart 1625 besloot ze het bouwvallige fort Nassau te verlaten. De VOC-beambten en militairen werden overgeplaatst naar het nabij gelegen eiland Makean (Pulau Makian) en verdeeld over de drie forten die daar werden gevestigd; Fort Mauritius in het noorden, Fort de Pronvintiën in het westen en Fort Tabilolo in het zuiden. Als laatste werd de Nederlandse handelspost in de plaats Sanana, gelegen op het eiland Sulabes (Pulau Sulabes) door de VOC geopend. Het fort dat de handelspost diende te beschermen kreeg in eerste instantie de naam Fort Claverblad, maar werd later omgedoopt tot Fort de Verwachtingh. Het is overigens niet duidelijk of de VOC permanent aanwezig was in Fort de Verwachtingh.

Tekortkomingen van de VOC

De verovering van de Molukken betekende voor de VOC een periode van welvaart, maar voor de inwoners van de eilanden stond het VOC-tijdperk vooral in het teken van honger lijden. De Molukkers waren voor hun levensmiddelen afhankelijk van de vele buitenlandse handelaren die hun eilanden bezochten, maar aangezien de VOC deze had verjaagd, viel de handel in levensmiddelen stil. De VOC was niet bij machte om voldoende levensmiddelen naar de eilanden te verschepen en wilden de inwoners niet verhongeren dan moesten ze hun specerijen wel aan de hoogste bieder verkopen. En dat was in veel gevallen niet de VOC. In een poging de massale kruidnagel-smokkel de kop in te drukken trad de VOC met harde hand op wat maakte dat de bevolking meerdere keren in opstand kwam. Door de opstanden op bloederige wijze de kop in te drukken wist de VOC de rust op de Molukken redelijk te bewaren, maar de smokkel ging onverminderd door.

Hongi-tochten

Rond het jaar 1650 besloot de VOC drastische maatregelen te nemen om de kruidnagel-smokkel tegen te gaan en organiseerde zogenaamde 'hongi-tochten'. Tijdens deze tochten vernietigde de VOC de kruidnagel-plantages die niet in Nederlands beheer waren en aangezien een kruidnagelboom er ruim tien jaar over deed voor hij goede kruidnagels produceerde, waren deze tochten zeer effectief. In 1653 besloot de VOC het kappen van de plantages op grote schaal toe te passen en op Motir (Pulau Moti) gingen alle kruidnagelbomen tegen de vlakte. Om een opstand onder bevolking te voorkomen betaalde de VOC de plaatselijke opperhoofden van Motir een jaarlijkse schadevergoeding van ƒ 150,- per opperhoofd. Twee jaar later ondergingen de plantages op Makean (Pulau Makian) éénzelfde lot en hier werd de bevolking schadeloos gesteld door het betalen van een jaarlijkse vergoeding van ƒ 2.000,-. In 1657 haalde de VOC de truc nog één keer uit, dit keer op het eiland Tidore en hier voor betaalde ze een jaarlijkse vergoeding van
ƒ 2.400,-

Verovering westelijke Molukken (Noord-Celebes)

Naarmate de VOC vrijwel de gehele oostkant van de Molukken (de hedendaagse Noord-Molukken) in handen had verlegde ze haar aandacht naar de westelijke eilanden (vandaag de dag de Noord-Celebes genoemd), maar stuitte wederom op de Spaanse handelaren die het in dit deel van de Molukken voor het zeggen hadden. In 1655 lukte het de VOC om een kleine, houten, handelspost te vestigen in de stad Manado en gaf het bouwwerk de opvallende naam 'de Nederlandse Standvastigheid'. Gezien de spanningen tussen de Nederlanders en Spanjaarden besloot de VOC 'de Nederlandse Standvastigheid' in 1673 om te bouwen tot het grote (en machtige) Fort Amsterdam. In 1678 lukte het de toenmalige Nederlands landvoogd, Robert Padtbrugge (geboorte- en overlijdensdatum onbekend), om een overeenkomst te sluiten met de vorst van het gebied en nog hetzelfde jaar kreeg de VOC de macht over de westelijke Molukken (Noord-Celebes) volledig in handen.

Uitbreidingen

Nu de VOC vrijwel de gehele Molukken in haar bezit had besloot ze zich te richten op het uitbreiden van het aantal handelsposten en in 1680 opende ze een comptoir in de stad Gorontalo. Het comptoir was gelegen in een bosachtige omgeving en belangrijk voor de inkoop van hout, maar verdere gegevens over het comptoir zijn niet bekend. Aangezien de specerijen in de westelijke Molukken van aanzienlijk mindere kwaliteit waren dan de specerijen die werden geteeld op de oostelijke Molukken, vestigde de VOC in het westen vooral handelsposten die een militair belang diende. Zo werden er in de plaats Limboto een handelspost en fort gevestigd, waarvan de naam niet bekend is, en hielden de Forten Ota Mas Udangan en Oranje de Nederlandse handelspost in de plaats Kwandang veilig. In 1683 kocht de VOC het kleine eiland Obi (Pulau Obi) van de toenmalige sultan van Batsjan voor een bedrag van ƒ 800,-, maar voor zover bekend vestigde ze er geen handelspost of fort. Nu de VOC in totaal negen handelsposten had in de Molukken besloot ze het comptoir in Manado in het jaar 1699 te benoemen tot hoofdcomptoir (bestuurscentrum)

Neergang

Gedurende de rest van de zeventiende eeuw was de VOC vooral druk met het verdedigen van haar handelsbelangen in de Molukken, maar bij het bereiken van het jaar 1795 kwam hier verandering in. Nadat de Fransen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waren binnengevallen werd besloten de overzeese gebieden van de Nederlanden over te dragen aan de Engelsen om deze uit handen van de Fransen te houden. In 1799 besloot Frankrijk om de VOC te nationaliseren en in de twee jaar die volgden werd de VOC ontbonden. In het jaar 1801 werd de Nederlandse handelspost in Ternate gesloten waarmee er definitief een einde kwam aan het Nederlandse avontuur in de Molukken.
© 2017 - 2024 Marjolijnr, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Specerij: KruidnagelKruidnagels zijn een veel gebruikt specerij in allerlei verschillende keukens. Doordat de boom waarvan de kruidnagel afk…
Specerijen: NootmuskaatSpecerijen: NootmuskaatOorspronkelijk wordt nootmuskaat alleen gevonden op een aantal eilanden in de Molukken, tegenwoordig is Indonesië nog st…
Kruidnagel, het kippetongspecerijHet blijft mij verbazen hoe een onooglijk bloemknopje van een vreemde plant, in het verleden de wereld op zijn kop kon z…
De frisse geneeskracht van kruidnagelKruidnagel is een lekker fris kruid. Het zijn ongeopende roze of groene bloemetjes van de kruidnagelboom. De kleur hangt…

Handelsposten VOC op Palembang & Jambi (Zuid-Sumatra)Handelsposten VOC op Palembang & Jambi (Zuid-Sumatra)De steden Palembang en Jambi zijn beide gelegen in de provincie Zuid-Sumatra op het gelijknamige Indonesische eiland Sum…
Handelsposten van de VOC op MakassarHandelsposten van de VOC op MakassarHet hedendaagse Makassar is de hoofdstad van de Indonesische provincie Zuid-Celebes en is gelegen op het gelijknamige ei…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Himasaram, Wikimedia Commons (Publiek domein)
  • https://www.vocsite.nl/geschiedenis/handelsposten/molukken.html
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Molukken
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Ternate_(eiland)
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Sanana
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Wybrand_van_Warwijck
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacob_van_Heemskerck
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis_Matelieff_de_Jonge
Marjolijnr (218 artikelen)
Laatste update: 09-02-2020
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 8
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.