Van Zuid-Nederlandse identiteit tot Belgisch nationalisme
Dit artikel haalt enkele aspecten aan van het Belgische nationalisme. Vooraleer de evolutie van een Zuid-Nederlandse identiteit naar een Belgische eenheid uit de doeken wordt gedaan, wordt aandacht besteed aan de 'nationalistische context' die het West-Europese politieke klimaat beheerste in het begin van de 20ste eeuw.
Nationalisme begin 20ste eeuw
In West-Europa was in het begin van de 20ste eeuw een klimaat aanwezig dat nationalistische ideologieën aanmoedigde. De invoering van democratische besturen zorgde ervoor dat de publieke opinie belangrijker werd waardoor de burger zich meer betrokken ging voelen bij het regerende beleid. Daarnaast verhoogden economische en politieke vernieuwingen de nood aan een nationaal - culturele identiteit. Ook de internationale conflictsituatie waarin verschillende landen naar machtsuitbreiding streefden, stimuleerde de afkeer van andere landen en het nationale bewustzijn. Om hun ideologieën uit te breiden, hadden politieke leiders steeds meer nood aan propagandamiddelen. In deze context werden de gecreëerde nationale symbolen steeds belangrijker. Nationale symbolen zoals een eigen volkslied, vlag, de cultivering van het eigen verleden en nationale monumenten via het onderwijs, het invoeren van een nationale standaardtaal en feest- en gedenkdagen, ... moesten bijdragen tot de nationale integratie en culturele homogenisering van de natie. Industriële, politieke en economische innovaties volgden elkaar in sneltempo op en zorgden ervoor dat elke natie een nationaal-culturele identiteit ontwikkelde. De steun van de nationale pers en de invoering van het algemeen kiesrecht moesten garant staan voor de onderdrukking van potentieel revolutionaire bewegingen en een algemene sfeer van tevredenheid en homogenisering onder de bevolking.
Het introduceren van nationale waarden en symbolen stond in het kader van een algemene integratie van de hele bevolking in een natie. Dit stond op zijn beurt in het teken van het staatsnationalisme dat in de loop van de 19de eeuw het emancipatorische volksnationalisme naar de achtergrond had verdrongen. Deze ontwikkeling bracht met zich mee dat vele mensen hun groeps- en identiteitsbesef hebben moeten verruimen. Tot diep in de 19de eeuw identificeerde men zich hoogstens met een bepaalde streek. Na het opduiken van het staatsnationalisme werd de leefwereld breder : men behoorde tot een grote natie.
Nationaliteiten onderscheiden zich door verschillende factoren. Geografische obstakels als bergketens en waterlopen, culturele en religieuze verschillen zorgen voor het ontstaan van verschillende naties met elk verschillende gewoonten en een eigen verleden. Zoals hierboven reeds aangehaald is nationalisme een onmiskenbaar gevolg van de modernisering van de westerse samenleving die sinds het einde van het Ancien Régime in een stroomversnelling is gekomen. De veranderingen die in die periode hebben plaatsgevonden op sociaal-economisch, politiek en cultureel vlak hebben ervoor gezorgd dat er ruimte ontstond voor nieuwe ideologische ideeën zoals nationalisme. Daarnaast is de belangrijke invloed die de etnische wortels hebben gehad op dit concept onmiskenbaar. Elk nationalisme zoekt in het verleden immers naar fundamentele etnische kenmerken zoals religie, ras, taal, territorium of specifieke eigenheden en rituelen. Deze specifieke eigenschappen gelden dan als de parameters voor een nationale identiteit.
Belgisch nationalisme
Een analyse van een bepaald nationalisme houdt natuurlijk ook in dat bepaalde specifieke karakteristieken van het land gekend zijn. Om deze te achterhalen, is het van essentieel belang om hier even stil te staan bij de geschiedenis van België om zo tot de parameters te komen die gebruikt kunnen worden om het Belgisch nationalisme te verifiëren. Vervolgens wordt onderzocht in welke mate deze verschillen van een zogenaamde Vlaamse identiteit.
Om de achtergrond van het nationalisme in het huidige België en dat van een eeuw geleden te kunnen begrijpen, is het nodig om terug te gaan in het verleden naar de groei van een eigen Zuid-Nederlandse identiteit. In de periode van de 15de tot en met de 18de eeuw heeft zich zowel in het Noorden als in het Zuiden van de toenmalige Nederlanden een eigen etnische gemeenschap ontwikkeld waarin vijf – door Anthony Smith naar voor geschoven - dimensies aan bod kwamen : de collectieve naam, de mythe van gemeenschappelijke afstamming, een onderscheiden gemeenschappelijke cultuur, een verbondenheid met het eigen grondgebied en een gevoel van solidariteit. Door deze eigenschappen vormde zich in de Zuidelijke Nederlanden een solidair nationalisme waarin reeds de kiemen waren ontwikkeld om via een revolutie de Belgische onafhankelijkheid te realiseren. De nationaliteit was een historisch Belgische. Voorlopig speelde de taal er geen enkele rol in.
In de 19de eeuw was België niet bepaald gekend als een fiere natie, wel als een bescheiden volk. Hoewel het sinds 1830 een onafhankelijk gebied herbergde, ging het in de praktijk nog vaak gebukt onder de macht van Europese grootheden. Toch moest men op één of andere manier de afgedwongen onafhankelijkheid bevestigen en kon men trots zijn op bepaalde verwezenlijkingen: de revolutie, bepaalde verworven instituties, de grondwet, de nationale glorie en de economische ontwikkelingen. Deze trots vertaalde zich in bepaalde artistieke en literaire werken. Die aanvankelijke eensgezindheid moest snel plaats ruimen voor diversiteit onder de bevolking, die vooral werd aangewakkerd door de officieuze tweetaligheid die er heerste. Om de kloof tussen bepaalde klassen te dichten, moesten bepaalde instanties handelend optreden. Scholen konden via het aanleren van vaderlandse geschiedenis en geografie het nationale gevoel aanwakkeren. Ook via moraliserende literatuur zoals van Hendrik Conscience en het aanleren van bepaalde liederen zoals de Brabançonne trachtte men te timmeren aan de nationale eensgezindheid. Het valt echter wel moeilijk na te gaan in hoeverre deze taferelen invloed hadden op jonge kinderen. Ook de Kerk trachtte aanvankelijk de Belgische nationaliteit te consolideren. Het leger tenslotte was misschien nog het meest efficiënte instrument om de bevolking in te burgeren in het nationale eenheidsgevoel, al gold dit enkel voor mannen. Tot 1909 – slechts 20 à 35 procent van de jonge mensen behoorde tot het leger – konden jongeren van rijke en middelmatige families zich vrijkopen, en bijgevolg bestond het leger vooral uit armere jongeren. Voor het nastreven van een patriottische ingesteldheid beriep men zich op ‘eer, roem en plicht’. Jean Stengers, een Belgische historicus uit de 20ste eeuw, geeft een resem van uiterlijke kenmerken waaraan het Belgisch nationalisme herkend kon worden. Een evident instrument hiertoe was geld. In 1832 werd de florijn vervangen voor de Belgische frank, waar zowel de Belgische koning (tot 1867 Leopold I) als nationale voortrekker als de ‘Belgische’ leeuw met de leuze ‘L’union fait la force’ op prijkten. Hoofdstad Brussel, waar alle belangrijke instituties gevestigd waren, was een mooie illustratie van hoe Vlamingen en Walen samen konden leven.
Toch speelde de taaldiversiteit België parten in het vormen van een eenduidige nationale identiteit. Op die manier ontstond in de tweede helft van de 19de eeuw een Vlaamse subnatie, hoewel er aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog zeker nog geen sprake was van anti-Belgicisme. De aanvang van de oorlog zorgde ervoor dat dit fenomeen bij een kleine groep Vlaamsgezinden ontstond. De meeste flaminganten bleven desondanks de Belgische natie echter trouw. Er was dus zeker sprake van een Belgisch nationalisme aan de vooravond van de oorlog. Een injectie van nationale trots werd ongeveer een decennium ervoor gegeven, toen België economisch sterke vooruitgang boekte en ook op cultureel gebied ongekende hoogtepunten meemaakte met architecturale, artistieke en literaire meesterwerken. Dit zorgde ervoor dat de bevolking fier kon zijn op haar natie.
Op 4 augustus 1914 gaf de Belgische koning een redevoering met als doel het opzij zetten van alle interne politieke conflicten tijdens de oorlog. De overgrote meerderheid van de bevolking gaf gehoor aan deze toespraak. Bijgevolg werd de ‘Godsvrede’ afgekondigd. Het bekendmaken van deze maatregel hield in dat alle politieke partijen zich aan dezelfde kant schaarden, hetgeen resulteerde in een ongeziene Belgische eensgezindheid en een opstoot van nationalisme. Het nationale gevoel was groot tijdens de aanvangsfase van de oorlog. Alle rechtgeaarde Belgen hadden hetzelfde doel voor ogen en dit zorgde voor een positieve sfeer in de aanvangsfase van het militaire conflict. Het dappere verweer van de Belgische troepen tegen de veel uitgebreidere Duitse legermacht gaf de nationale trots een extra heroïsch karakter. Tijdens de beginfase van de oorlog was de loyaliteit aan het vaderland merkbaar aan het grote aantal vrijwilligers dat zich meldde. Duizenden jongeren trokken naar het front om het land te verdedigen. Bij velen waren morele en religieuze motieven de voornaamste in hun keuze. Bij vele Vlaamsgezinde intellectuelen die zich bij het leger voegden, waren ook patriottische, Vlaamsgezinde, lokale en religieuze drijfveren aanwezig. Met de politieke wapenstilstand was de interne verdeeldheid echter niet verdwenen. Alle partijen koppelden het nationale ideaal aan hun eigen doelstellingen. Het ongenoegen ten opzichte van andere ideeënleren was dus niet verdwenen, maar slechts tijdelijk op het achterplan verdwenen.
© 2008 - 2024 Jonasd, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Nummerplaat aanvragenVanaf 15 november 2010 is Belgiё overgestapt naar de nieuwe Europese nummerplaat. Daarmee volgt Belgiё het v…
Naties, Staten en NatiestatenHet is gemakkelijk om te zeggen dat geschiedenis niet meer is dan een hoeveelheid acties die plaatsvinden tussen naties…
De waarde van Belgische muntenOude Belgische munten kunnen nog veel geld opleveren. België koos na de onafhankelijkheid de Frank als nationale munt. D…
Beginnen met stamboomonderzoekStamboomonderzoek (of: genealogie) is een hobby die de laatste jaren snel groeit in populariteit. Sinds de komst van int…
Bronnen en referenties
- Couwenberg, S.W. Nationaliteit en nationalisme. Bron van integratie en desintegratie. Den Haag : Konninginnegracht, 1994
Dierickx, Ludo. Nationalisme onder het mes : kritiek van het politieke nationalisme in België en in het algemeen. Antwerpen : Fantom
Detrez, Raymond; Blommaert, Jan. Nationalisme : kritische opstellen. Berchem : EPO, 1994
Smith, Anthony D., National Identity. London : Penguin Books, 1991
Stengers, Jean. Le grand siècle de la nationalité belge : de 1830 à 1918. Bruxelles : Racine, 2002
Deprez, Kas. Nationalisme in België : identiteiten in beweging 1780-2000. Antwerpen : Houtekiet, 1999
De Vos, Luc. De Eerste Wereldoorlog. Leuven : Davidsfonds, 1996
Vanacker, Daniël. De Frontbeweging. De Vlaamse strijd aan de IJzer. Koksijde : De Klaproos
Vrints, Antoon. Bezette stad. Vlaams-nationalistische collaboratie in Antwerpen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Brussel : Algemeen Rijksarchief, 2002