Engelwortel in de Oud-Noorse samenleving

Angelica archangelica is een schermbloemige plant, die eeuwen lang in Noorwegen, IJsland en Groenland als een soort groente of lekkernij gegeten werd, alvorens hij als geneeskruid in de l4de eeuw in Midden-Europa via de kloostertuinen geïntroduceerd werd.

Angelica tuinen

In de oud-noorse wetgeving van 1000 jaar geleden vinden wij bepalingen, die er op wijzen, dat deze plant in speciale tuinen algemeen gekweekt werd en dat hij tevens een handelsproduct was.
In de sage van koning Olav Tryggvason wordt al verteld: ‘Een dag in het voorjaar ging de koning naar de markt en hij kwam daar een man tegen, die angelica stengels verkocht.....’
In de wetgeving voor West-Noorwegen van het jaar 940 staat het als volgt: "Indien iemand een angelica-tuin heeft aangelegd, mag hij de planten meenemen, indien hij vertrekt." Het is duidelijk, dat mensen, die bij iemand werkten,vaak een angelica tuin voor privé gebruik aanlegden, en de planten uit deze tuin mochten meenemen, indien zij verhuisden.
De waarde die de oude Noren aan deze tuinen hechtten, ziet men uit andere wettelijke bepalingen: "Indien iemand in de angelica tuin van iemand anders gaat en iets steelt, is hij rechteloos"
Waarom kwam juist deze plant op deze wijze onder een soort wettelijke bescherming te staan bij de oude vikingen?
Mogelijk ligt hier aan de oude kennis van de beschermende werking van angelica stengels tegen scheurbuik ten grondslag. Wij weten nu, dat angelica stengels een goede vitamine C bron zijn. Reeds in 1632 schreef een Noorse dominee, Peder Clausson Friis, in zijn boek "Beschrijving van Noorwegen", dat scheurbuik, dat hij als een verteringsziekte opvatte, genezen kon worden door het eten van angelica. En later schreef de bisschop Eric Pontoppidan (1773), dat naast de bessen van Rubus chamaemorus tevens Cochlearia (Lepelblad) Angelica en Trifolia tot de apotheek der natuur behoren, die de schepper voor de Noren heeft gemaakt om hun scheurbuik te genezen.

Van Noorwegen naar Groenland

De oude Noren, die 1000 jaar geleden op Groenland gingen wonen, brachten de gewoonte, engelwortelstengels te verzamelen en te eten, met zich mee. Zij zeilden naar het eiland Disco aan de westkust van Groenland, 1000 km van de noorderlijkste woongebieden en verzamelden daar angelicastengels.
Volgens Hans Egede, Groenlands apostel genoemd, gebruikten de eskimos in 1750 de naam kuannek voor angelica, een woord dat waarschijnlijk samenhangt med de oudnoorse naam van angelica, kvann. In de tijd van Hans Egede zeilden de eskimos naar het eiland Disco om angelicastengels te verzamelen, zoals de Noren hadden gedaan 700 jaar eerderl

Angelica in IJsland

Over de gewoonte om angelicastengels te verzamelen, lezen wij ook in de IJslandse sagen, die over het leven op IJsland van 800-1000 jaar geleden gaan. In de "Sage van de voedsterbroers" staat: "Een dag voeren zij naar de bergen om angelica te soeken".
Dat angelica als een lekkernij beschouwd werd, is te zien uit een verhaal uit IJsland van 1850: Een schaapherder was op een novemberavond op weg van de bergen naar huis, toen hij een troll-vrouw tegen kwam. Zij vroeg of hij niet bij haar wilde komen wonen, zij voelde zich eenzaam. Ik woon hier in een grot in de berg, zei zij, en ik heb veel eten: vlees, angelica en andere lekkernijen.
Op IJsland werd in 1772 een oud perkament gevonden, eigendom van de kerk in Saudlauksdal. In dit perkament staat, dat de kerk elk jaar zo vele angelica bloemstengels zou krijgen als één man in zes dagen of zes mannen in een dag konden snijden.
Het verzamelen van angelica bloemstengels voor de ontwikkeling van de bloem is een oude gewoonte in Noorwegen, die zich tot de vorige generatie in enkele streken van het land, voornamelijk in het Westen en het Noorden, heeft stand gehouden. Tegen Sint Jansdag, 23 juni, vertrokken jonge mensen naar de bergen om zulke stengels te verzamelen en eten als lekkernij.
In Voss, in de buurt van de stad Bergen, was het tot 100 jaar geleden de gewoonte, dat een bruid een grote angelica in de hand zou hebben wanneer zij op paard naar de kerk reed.
Het is ook bij Voss, dat men op enkele boerderijen nog de tradities uit de vikingentijd heeft bewaard om angelica-tuinen te houden. Interessant is het, dat de gekweekte vorm van angelica van alle andere bekende vormen verschilt door een practisch massieve bladsteel, terwijl de bladsteel van een angelica normaal hol is. Dit is een interessante selectie, want van deze gekweekte angelica werden de bladstelen gegeten, terwijl van de wild-groeiende de bloemstengels gebruikt werden, voor de ontwikkeling van de bloem.

Soorten Engelwortel.

Overigens behoort de gekweekte angelica tot de subspecies litoralis, de wildgroeiende tot de subspecies norvegica..
Van Angeliga archangelica zijn twee subspecies of ondersoorten bekend: De subspecies norvegica, die in de Zuid-scandinavische bergen voorkomt, en die gekarakteriseerd is door vruchten met zeer scherpe, duidelijke, holle ribben (fjellkvann noors voor berg angelica), en de subspecies litoralis (strandkvann, noors voor strand angelica), die minder scherpe, lage ribben heeft. De laatstgenoemde komt langs de kusten van Zuid-Scandinavië en de kusten van de Oostzee voor.

Pas vanaf 14de eeuw in West-Europa terug gekend.

Terwijl in Noorwegen en op IJsland en Groenland Angelica archangelica een belangrijke rol speelde, vindt men in Deense geschriften uit de middeleeuwen geen woord over deze plant. In het Liber herbarum van Hendrik Harpestreng uit de 13e eeuw ontbreekt hij, zoals bij alle andere botanische schrijvers in Europa in dezelfde periode: Africanus (1018-1087), Albertus Magnus (1193-1280) en Matthaeus Platearius (midden 12e eeuw).
Waarschijnlijk is de Engelwortel pas via de handelsbetrekkingen tussen Noorwegen en Noord-Duitsland vanaf de 12de eeuw ook bekend geraakt in West-Europa.. Er bestond een grote uitvoer van stokvis uit Noord-Noorwegen in die tijd en dat hield verband met de groei van de katholieke kerk en met een duidelijke toename van de bevolking in Noord-Duitsland. Het is niet ondenkbaar, dat ook andere producten dan stokvis, zoals angelica, die juist in Noord-Noorwegen een belangrijke plant was, uitgevoerd werd en zo bekendheid kreeg.
© 2008 - 2024 Herborist, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Kruiden: Engelwortel (Angelica Archangelica)Engelwortel mag in het tuinkruidenhoekje van de moderne tuin niet ontbreken. Dicht bij de keuken zodat de kookkunst van…
Engelwortel, geschiedenis van een kruidAls de peste door het landt henen loopt en Godes handt op der aerde is verheven : doe elck een een saetgen geven dach vo…
De geneeskracht van engelwortelDe geneeskracht van engelwortelEngelwortel werd in de Middeleeuwen, rond 1450, gebruikt om een medicijn tegen de gevreesde pest te maken. De plant kwam…
Geneeskrachtige kruiden bij buikpijnGeneeskrachtige kruiden bij buikpijnBuikpijn is een verzamelnaam voor vele klachten in de omgeving van de maag. Buikpijn kan komen door tal van oorzaken en…

Een tocht van twee heren door Noord-Groningen in 1823In 1823 maakten Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp, een reis te voet, per trekschuit en per diligence door Nederland…
Van Coudenberghe, tuinman-apotheker ten tijde van DodoensPeeter van Coudenberghe, een naam die veel minder bekend is dan zijn tijdgenoten Lobelius en Dodonaeus, maar wel de apot…
Bronnen en referenties
  • KruidMail Angelica. Documentenmap over Engelwortel. Maurice Godefridi. Uitgave Herbarius.
Herborist (762 artikelen)
Gepubliceerd: 17-12-2008
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 1
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.