Een tocht van twee heren door Noord-Groningen in 1823

In 1823 maakten Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp, een reis te voet, per trekschuit en per diligence door Nederland. Het verslag van Van Lennep (die later beroemd werd als romanschrijver) werd in 1942 in boekvorm uitgegeven. In dit artikel wordt hun tocht door het noorden van de provincie Groningen beschreven, waarbij ook nagegaan wordt hoe de situatie heden ten dage is. Een tocht door Noord-Groningen in 1823, In het spoor van Van Lennep en Van Hogendorp.

Wat vooraf ging

Na door Noord-Holland en Friesland getrokken te zijn, kwamen Van Lennep en Van Hogendorp op 18 juni 1823 aan in de stad Groningen. Daar bleven zij enige dagen. Dit bezoek zou hen nog lang heugen omdat zij in de stad op onaangename wijze lastig gevallen werden door liberale studenten (Van Hogendorp was namelijk in 1822 gepromoveerd op een anti-liberaal proefschrift.)

Van Groningen ging de tocht op 22 juni via Dorkwerd, Oostum, Garnwerd, Feerwerd en Saaksum naar Oldehove. Vandaar togen zij, via Kommerzijl, door de Ruigezandster polder naar de oever van het Reitdiep. (In de polder bezochten ze nog de grote boerderij van de enkele dagen daarvoor overleden Douwe Martens Teenstra. Douwe Martens was de vader van Marten Douwes Teenstra die ook in de Noordpolder en in UIrum gewoond heeft en onder meer als publicist bekendheid genoot. In Ulrum ook ligt hij begraven, op het oude kerkhof op Snakkeburen).

Zoutkamp

Er was in die tijd geen brug in de buurt waar ze over konden om Zoutkamp te bereiken. Bovendien stond het Reitdiep toen nog in open verbinding met de zee, waardoor eb en vloed tot in de stad Groningen merkbaar waren. In 1877 werd de gezamenlijke uitmonding van Reitdiep en Lauwers afgesloten met een dijk en sluizen. En in 1969 werd ook de Lauwerszee afgesloten waardoor de huidige Lauwersmeer ontstond

Van Lennep schrijft:

‘Aan de oever [van het Reitdiep] plaatsten wij ons in eene boot (…) en lieten ons naar de Zoltkamp roeien, ’t geen niettegenstaande dezelver 10 minuten gaans ligt, een groot uur duurde wegens den sterken tegenstroom en het lage water. Een zeehond volgde onze schuit zeer lang; ook zag ik tallooze watervogels. (…) Bibberend van koude en druipnat kwamen wij aan de herberg aan de Zoltkamp aan. Deze plaats is dicht bebouwd en volkrijk; de inwoners bestaan er meest van den vischvangst. Men telt er 19 à 20 vischschuiten. Aan den zeekant ligt een ongebruikte batterij. De haven is goed, doch moeilijk te genaken en een gedeelte des daags geheel droog. Uit ons raam zagen wij een bruinvisch zwemmen, die wel 12 à 15 voet lengte had. Na vrij goed gegeten te hebben, begaven wij ons te negen uur naar bed en rusteden voortreffelijk uit van de slapeloze nacht [in de stad Groningen] en vermoeienis des daags.’

We lezen dat de heren toen nog een batterij in Zoutkamp konden waarnemen. Dat was een onderdeel van de vesting Zoutkamp die in 1882 officieel werd opgeheven. De huidige fraai gerestaureerde sluiswachterswoning (met een kanon ervoor) heeft de toepasselijke naam ‘De Batterij’ gekregen. De Sluisweg, die het dorp ingaat, is aangelegd op een restant van de wallen (die één geheel met de dijk vormden). De volgende dag, maandag 23 juni 1823, gingen ze verder naar Ulrum. Hoe ze precies gelopen zijn is niet duidelijk. Wij starten bij het Visserijmuseum / VVV aan de Reitdiepskade en vervolgen dan verder aan de hand van de ANWB-bewegwijzering onze tocht. Wij gaan in Zoutkamp over de brug over het Hunsingokanaal. Het werd in 1858 gegraven. Toen ook werden de uitwateringssluis en brug gebouwd. Tegenwoordig zien we rechts van de weg het bekende garnalenverwerkingsbedrijf ‘Heiploeg’.

Ulrum

‘Te half vijf waren wij reeds op marsch over een kleiachtige grond (…), over Ulrum, een groot en bloeiend dorp…’

Het beroemdste gebouw in Ulrum is de historische hervormde kerk (rechts van de doorgaande weg, hooggelegen op een van de twee wierden waarop het dorp gebouwd is). Hier vond in 1834 o.l.v. ds. H. de Cock de Afscheiding plaats. Zo werd Ulrum de bakermat van de gereformeerde kerken, wereldwijd. Met die Afscheiding verliet een groep aanhangers van de orthodoxie de volkskerk (de hervormde kerk). Het is bekend dat Dirk van Hogendorp (later) sterk met de Afscheiding sympathiseerde.

Ook hier geldt: het is niet duidelijk hoe de mannen in 1823 precies verder naar Leens gingen. Wij gaan natuurlijk via de Leensterweg, waar tegenwoordig ook een mooi fietspad naast ligt. In ieder geval twee zaken onderweg verdienen onze aandacht: de boerderij ‘Westerhouw’ en aan de andere kant van de wierde de schandpaal.

Westerhouw heeft een mooie Jugendstil-villa als voorhuis. Toen Van Lennep en Van Hogendorp hier (ergens) liepen – de wegen waren toen trouwens nog niet verhard – stond de boerderij er nog niet. Wel waren er toen op de nu verlaten westelijke wierde van De Houw (de hoogte is nog duidelijk te zien) twee boerderijen gelegen die naderhand in één hand kwamen. De eigenaar liet het huidige Westerhouw bouwen in 1908.

Als we over de oostelijke wierde van De Houw zijn gegaan, zien we langs de weg, aan de linkerkant, de oude grenspaal staan. Vóór de gemeentelijke herindeling van 1-1-92 was daar de grens tussen de toenmalige gemeenten Ulrum en Leens. In 1883 werd de paal die tot 1795 in Leens dienst had gedaan als strafpaal, voorzien van een passend gedichtje. De dichter was de (toen in Leens en omgeving vermaarde) meester Beukema.

'k ben hier geplaatst
aanschouw mij niet
als strafpaal,
maar als een limiet


Leens

Ook Leens is op een wierde gelegen. En boven op die hoogte staat ook hier een historische kerk: de Petruskerk. Het tufstenen schip is rond 1100 gebouwd, koor en dwarspand omstreeks 1200. De toren zag er in 1823 anders uit. Het was toen een zadeldaktoren. In 1863 werd die vervangen door de huidige. De kerk is gerestaureerd in de jaren 1948-’52. Het grote Hinszorgel geniet landelijke vermaardheid. Het werd gebouwd in 1733-’34 en was een geschenk van de douairière Tjarda van Starkenborgh die op Verhildersum woonde. Ook in 1823 was dat orgel blijkbaar al een attractie, gezien hetgeen Van Lennep schrijft over het dorp:

‘(…) naar Leens, dat nog fraaier en volkrijker is [dan Ulrum] hebbende een kruiskerk met een heerlijk orgel. Vandaar deden wij een uitstapje naar de Zuurdijk om de weduwe Roelof Eyes, die aldaar een schoone boerderij heeft, te bezoeken.’

Van Lennep doet in zijn dagboek uitgebreid verslag van dit bezoek. Het is nog altijd aan te bevelen Zuurdijk te bezoeken. Helaas is de indrukwekkende boerderij van de zeer welgestelde familie Eyes (later Torringa), die gelegen was ‘op Ewer’ (tussen Zuurdijk en Houwerzijl) in 1929 afgebrand. Op de plek vindt u nu Hayemaheerd, gebouwd in de stijl van de Amsterdamse school. Wel is er in het dorp zelf nog altijd de eeuwenoude kerk die gerestaureerd is. En het kerkhof met de vele grote, interessante zerken – stille getuigen van de rijkdom van veel boeren hier in m.n. de 19e eeuw. En niet te vergeten: de molen uit 1858..

‘Tussen Wehe en Leens zijn de befaamde hooge wierden, waar men zegt dat zich de Romeinen onder Vitellius tegen den springvloed borgen.’

Hier zijn de Tuinster wierden bedoeld, die tot de hoogste in de regio behoren. Of de Romeinen, die in 15 na Chr. door dit gebied trokken, er inderdaad bescherming tegen het wassende water zochten is omstreden. Wij vervolgen de tocht via het landgoed Verhildersum. We komen dan over een van de Tuinster wierden. Vergeet u niet het landgoed te bezoeken (waar rechts ‘Insektenwereld’ is – ook een bezoek waard trouwens- , linksaf naar het parkeerterrein). Borg, tuin en museumboerderij zijn populaire bestemmingen bij toeristen en recreanten – als u er geweest bent, begrijpt u waarom. We gaan vervolgens naar Wehe.

Wehe-den Hoorn

Om daar te komen steken we tegenwoordig de N 361 over. Net vóór de prachtig verbouwde boerderij “Borgweer” gaat een fietspad linksaf. Als u die volgt - bent u met de auto: een wandeling is ook wel te doen - komt u bij het terrein waar eens de borg Borgweer stond. In het kader van de ruilverkaveling die in deze regio in de jaren 1975-’85 werd uitgevoerd, werden de grachten weer uitgegraven; het oude borgterrein is zo zichtbaar gemaakt. De eerstvolgende plaats die in het dagboek genoemd wordt is Saaxumhuizen. Hoe Van Lennep en Van Hogendorp er terecht kwamen is niet bekend. Wij gaan via het langgerekte tweelingdorp Wehe-den Hoorn eerst naar Eenrum.

Eenrum; Saaxumhuizen

Eenrum is namelijk zeer de moeite waard. Het heeft de status ‘beschermd dorpsgezicht’ en er zijn in verhouding veel toeristische attracties. Informatie daarover – en veel meer - vindt u onder meer via https://toerisme.groningen.nl

‘Over Saaksumhuizen kwamen wij te Pieterburen, (…)

Van Eenrum gaan wij eerst, in noordoostelijke richting, door het weidse Groninger landschap, naar het piepkleine Saaxumhuizen. Daar, bij de kerk, linksaf naar Pieterburen.

Pieterburen

Daar gaan we (vanaf de molen gezien) in westelijke richting, via de Hoofdstraat het dorp in. Van Lennep noteerde:

(…), een aanzienlijk dorp, waar het fraai buitenverblijf van den heer Alberda is; op dat goed overleed Sonoy.’

Iedereen kent Pieterburen tegenwoordig van het wadlopen en de zeehondencrèche. Maar er is meer. Het buitenverblijf van jhr. Van Alberda - dat was de borg Ten Dyke of Dijksterhuis, waar eens de befaamde watergeus Diederik van Sonoy verbleef en er ook overleed in 1597 - is weliswaar afgebroken in 1902, maar er zijn nu bijvoorbeeld nogak wat horecavoorzieningen. En natuurlijk de eeuwenoude historische hervormde kerk met daarbij de botanische museumtuin ‘Domies Toen’.
Voor informatie over Pieterburen en omgeving kunt u terecht in het verbouwde bezoekerscentrum van het Groninger Landschap waar ook toeristische informatie van TIP Waddenland. te verkrijgen is (Hoofdstraat 83).

‘Na wat gerust en gedut te hebben te hebben wandelden wij over den Andel langs een binnendijk tot Warffum (…)’

De jongemannen, beiden van aanzienlijke familie (Van Lennep van adel, Dirk van Hogendorp zoon van de befaamde staatsman), hadden entree op buitenverblijven en andere huizen van stand. Ze maakten tijdens hun tocht door Nederland veel gebruik van die omstandigheid om op bezoek te gaan bij standgenoten (ook om te netwerken, zouden we tegenwoordig zeggen). Het is daarom niet onmogelijk dat het genoemde ‘rusten en dutten’ gebeurde op het borgterrein vanj jhr. Alberda van Dijksterhuis.

De genoemde binnendijk zou een deel van de oude zeedijk kunnen zijn die in 1777 bij de kerstvloed gedeeltelijk wegspoelde, waarna er, noordelijker, een nieuwe zeedijk aangelegd werd: de huidige Middendijk. Tegenwoordig is bij Westernieland nog een restant van die oude zeedijk te zien (een natuurterrein van het Groninger landschap). De weg door Den Andel heet de Oude Dijk en via die weg komen we ook tegenwoordig in Warffum.

Warffum; Usquert

Warffum wordt in het reisverslag omschreven als ‘groot en welvarend’. Veel van wat er in oude tijden door reizigers werd aangetroffen kunnen we ook tegenwoordig nog bekijken in Openluchtmuseum Het Hoogeland in het centrum (borden wijzen de weg). Als we afgaan op hetgeen hij noteerde, was voor Van Lennep blijkbaar een jongedame met boter het meest interessant.

‘(…) waar wij een poos stil hielden en met de meid keuvelden die niet onaardig was en drok met Van Hogendorp twistede over haar boter en de Leydsche , tot zij ons eindelijk de hare proeven liet die beter was dan de laffe Groningsche boter algemeen is. Vanhier liep onze weg over het uitgestrekte Usquert naar Uithuizen. Beide zijden van den weg waren bezoomd met boerenplaatsen, alle zoo groot en welgelegen als die wij gezien hadden, men moet dezelve bezocht hebben om er zich een denkbeeld van te maken. – op elk huis waren bliksemafleiders.’

Nog altijd imponeren de vele monumentale boerderijen in Groningen. Er zijn een aantal routes en boeken over die boerderijen te verkrijgen. Zo kan men niet alleen al dat moois bekijken, maar er ook diverse wetenswaardigheden over lezen. Bovendien: een aantal is te bezoeken. Bijvoorbeeld boerderij Zuidpool aan de Streeksterweg in Usquert. In 1823 stond deze boerderij er overigens nog niet; hij dateert uit 1852.

Van Lennep maakt ook gewag van de Noordpolder en de ‘Noorderzijl’ en vertelt dat de sluis 22.000 gulden kostte. En hij vervolgt:

‘Het groote dorp Uithuizen waar wij na eene wandeling van negen uren aankwamen, ligt aan het einde der trekvaart naar Groningen en is zeer lang en uitgestrekt. Er is eene Hervormde, eene Roomsche en eene Doopsgezinde kerk. Te half acht aten wij in de herberg ”De Roos”, dronken thee en gingen te negen ure bedwaarts.’

Waar toen herberg De Roos stond, is in 1865 het huidige hotel Het Gemeentehuis gebouwd. Zoals de naam aangeeft, was dit pand vroeger meteen het onderkomen van de gemeente. Die combinatie was heel gangbaar in die tijd (zie wat dat betreft ook de naam van het hotel/café/restaurant in Bedum en Eenrum).

En verder

De volgende dag, dinsdag 24 juni, vervolgden de twee mannen hun reis via ‘De Meeden’, ‘het Zand’, Leermens, ‘Jukwert’ en ‘Garnwert’ (bedoeld zal zijn: Garreweer) naar ‘Appingadam’. Vervolgens gingen ze naar Delfzijl, dronken er een fles wijn (‘in ‘l logement Emden bij Weisse’) en gingen negen uur naar bed. 25 juni trokken ze verder, richting Winschoten. Vervolgens door Drenthe, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant, Utrecht en Zeeland. Op 30 augustus bevonden ze zich in Zierikzee. Daar breekt het dagboek abrupt af.

Lees verder

© 2008 - 2024 Petervandenburg, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De nederlandse provinciesDe nederlandse provinciesNederland is een land met 16,86 miljoen inwoners. Nederland ligt in het westelijke deel van Europa en grenst aan de Noor…
De aanwezigheid van bergen in de provincie FrieslandDe hoogste natuurlijke plek van Friesland is de vijfenveertig meter hoge Vuurboetsduin op Vlieland en daarmee is het ook…
Waarom hulpdiensten soms naar de verkeerde plaats gaanWaarom hulpdiensten soms naar de verkeerde plaats gaanIn januari 2012 werd een C1000 supermarkt overvallen in Schoonebeek. De daders gingen er met 15000 euro vandaan, de mede…
Goedkoop of zelfs gratis kamperen bij de boswachterGoedkoop of zelfs gratis kamperen bij de boswachter. Het kan Lekker wandelen, kanoen, fietsen of in de natuur zijn en da…
Engelwortel in de Oud-Noorse samenlevingAngelica archangelica is een schermbloemige plant, die eeuwen lang in Noorwegen, IJsland en Groenland als een soort groe…
Bronnen en referenties
  • Over de tocht uit 1823: Nederland in den goeden ouden tijd. Het dagboek ...van Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp (in 1942 verzorgd door M. Elisabeth Kluit)
  • Over de schrijver: www.petervandenbug.nl
Petervandenburg (184 artikelen)
Laatste update: 11-10-2019
Rubriek: Kunst en Cultuur
Subrubriek: Geschiedenis
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.