Spaanse vlieg als afrodisiacum?
In de oudere apotekershandboeken worden niet alleen planten besproken maar ook dierlijke producten, die als grondstof voor medicijnen kunnen dienen. Naast de Spaanse vliegen vinden we er ook bloedzuigers (hirudines) en kevers terug. Het is duidelijk dat het gebruik van dit soort beestjes altijd tot de verbeelding des mensen heeft gesproken. Zeker als deze insecten mogelijk ook nog een seksueel stimulerende werking zouden hebben.
Spaanse vlieg
Spaanse vlieg is een schildvleugelig insect Lytta vesicatoria, Fabr., behorende tot de orde der Coleoptera (kevers). Het is een langwerpig insect, 15 tot 25 mm lang 5 tot 8 mm breed, met sterk gekleurde dekschilden, glanzend groen met blauwe weerschijn. Reuk is sterk, kenmerkend.
Voorkomen, inzameling en bereiding.
De Spaanse vlieg komt vooral voor in 't Zuiden van Europa, doch ook in Zweden en Rusland. Bij ons vind je ze weinig, maar in Duitsland is zij in sommige jaren hier en daar buitengewoon talrijk. Voornamelijk Oleaceae (essen, ligusters, seringen) en Caprifoliaceae (vlier, kamperfoelie) worden door de beestjes kaal gevreten. Men verzamelde de kevers in de vroege morgen op uitgespreide doeken, doodde ze in gesloten flessen door middel van aetherdamp en droogde ze daarna bij zachte warmte.
Ze werden droog bewaard boven ongebluste kalk, lelijke en aangevreten exemplaren mochten niet gebruikt worden, evenmin wanneer zij naar ammoniak roken. Deze insecten werden gebruikt voor de bereiding van Emplastrum Cantharidum en Tinctura Cantharidum, dus er werden een soort pleister en een alcoholisch extract van de kevers gemaakt. Maar ook een Charta epispastica werd er mee samengesteld en een homeopathische tinctuur die nu nog steeds gemaakt en gebruikt wordt. (Cantharis D12)
Geschiedenis als afrodisiacum
De blaarkever, bekend onder de naam Spaanse vlieg (Lytta versicatoria), werd gebruikt als potentie verhogend middel door Markies de Sade, die in 1772 hiermee verschillende prostituees vergiftigde (Howell en Ford, 1985). Het woord sadisme is hiervan afgeleid. De kever komt voor in groepen op liguster, es en vlier in zuid Frankrijk en Spanje. Van de droge insecten werd een poeder gemaakt, dat soms als tinctuur werd opgelost in alcohol. Pillen werden ermee geïmpregneerd en hadden de naam 'pilles galantes', ook wel 'pilles de Richelieu', omdat Richelieu ze ook wel aan zijn maïtresses uitdeelde. Madame du Barry noemde ze 'pilles de sérail' (harempillen). Ze nam ze zelf in, of gaf ze aan jonge vrouwen om hen seksueel voor te bereiden op hun seksuele plichten ten opzichte van de oude Lodewijk XV. In 1810 vond de Franse chemicus Roviquet de werkzame chemische substantie, nl. cantharidine. Norcantharidine, de gedemethyleerde vorm van cantharidine, wordt nog steeds onderzocht in verband met zijn werking ter bestrijding van leukemie en leverkanker (Wang, 1989).
Het middel wordt al meer dan 2000 jaar gebruikt, o.a. in de traditionele geneeskunde in China. Hippocrates beschreef het al voor het bestrijden van waterzucht. Groeneveld aan het einde van de 17e eeuw beschreef in "De tuo cantharidum in medicina usu internol" dat het onmisbaar was voor de behandeling van blaas- en nierinfecties, waterzucht, pijnlijke aandrang tot urinelozing, en geslachtsziekten. Wanneer het toegediend wordt op de huid dan is het pijnlijk en treedt blaarvorming op. Het werd daarom wel gebruikt als een tegenmedicijn tegen pleuritus (borstontsteking) en ischias (heupjicht). Wanneer het oraal in kleine hoeveelheden wordt toegediend, dan brengt het irritatie teweeg van de nier en de blaas, het geeft een pijnlijk gevoel in het bekken, en de urinelozing vindt herhaaldelijk plaats. Dit gaat samen met een brandend en schroeiend gevoel. Deze effecten werden geacht aandacht te vestigen bij de vrouw op haar geslacht en zou sexuele opwinding teweeg moeten brengen. Bij de man zou het een langdurige en sterke erectie veroorzaken. Het kan echter leiden tot bloedingen van de nier en blaas en moeilijke urinelozing. Dus laat ons het maar op historisch gebruik houden zeker!