Artsenij-gewassen, Oskamp - Houttuyn - Krauss
Kruidenboeken zijn meer dan plantenboeken. Ze zijn soms literatuur, soms tekenkunst, geneeskunst en zeker ook boekdrukkunst. En soms duurt het jaren, net zoals de kathedralen, vooraleer ze klaar zijn. Artsenij-Gewassen is zo'n boek in zes delen, waar jaren over gedaan is en waar zelfs 3 schrijvers aan geschreven hebben.
Het boek Afbeeldingen der Artsenij-gewassen met derzelver Neder-Duitsche en Latijnsche Beschrijvingen was een voor Nederland bewerkte vertaling van Abbildungen der Arzney-Gewachsen, destijds uitgekomen in Neurenberg.
Het zou verschijnen in zes delen met 100 fraaie afbeeldingen in elk deel. Ieder kwartaal zou een gedeelte met 25 platen worden geleverd aan de intekenaars op de gehele uitgave, zodat per jaar een compleet deel zou verschijnen. Dit project werd op aandringen van de boekhandelaar en uitgever Sepp en Zoon te Amsterdam aangevangen door Oskamp, doctor in de 'Geneeskunde en Wijsgeerte'. Oskamp verklaart in het voorwoord de opdracht te hebben aangenomen 'ten einde in het Gebrek aan zulk een noodzakelijk en gerieflijk Hand-Boek te verhelpen' en dat te doen 'ten dienste van en alleen uit liefde voor mijn Landgenooten'. Op de 'Naamlijst der Intekening op het Artzenijkundig Plantenwerk, zoals derzelve geschied is in den jaare 1794' komen met naam en toenaam boekhandelaren, apothekers, doktoren, 'chirurgijns, Heel- en Vroedmeesters' en studenten in medicijnen en farmacologie voor.
M. Houttuyn
Het tweede deel werd verzorgd door de 76-jarige dr M. Houttuyn, die in het voorwoord berichtte dat Oskamp 'door de ongelooflijke groote bezigheden, waarmede zijn Wel-Edele thans was opgekropt, hem belettende om de beschrijving op zijn tijd te bezorgen' zich had teruggetrokken. Dr. Houttuyn had daarom getracht 'veelal de trant van dien Heer te volgen'. 'Weinig hadden gedaght', schreef hij, 'in mijne Hooge jaaren nog de beschrijving aan te vatten van dit nuttig werk over de Artsenij-Gewassen'. Tot meer dan twee delen heeft de bejaarde Houttuyn het niet gebracht.
J.C. Krauss
Het vierde deel wordt ingeleid door J. C. Krauss, doctor in de medicijnen: 'Dit plantwerk heeft thans door den dood van wijlen den Heer Dr Houttuyn het bijzonder noodlot, in de handen van den derden schrijver te vallen.' Krauss getuigt van zijn schroom in de voetsporen van een beroemd man als dr Houttuyn te treden en de draad op te nemen 'alwaar de onverbiddelijke Parcen den zijnen hebben doorgeknipt'. Ook wijst hij op zijn eerlijkheid, want: 'Ligt had ik mij achter het masker des beroemden Mans kunnen verbergen, indien ik van mij had kunnen verkrijgen mijne (onverhoopte) misslagen den Overledene nog in het Graf aan te wrijven.' Vastbesloten om zijn feilen zelf te dragen en 'regt voor de vuist uit te komen', heeft Krauss zonder mankeren en ongetwijfeld tot grote opluchting van de opdrachtgevers Sepp en Zoon de resterende afleveringen van het plantwerk aan de intekenaars doen toekomen.
Ondertussen zijn deze boekjes in facsimile al een tijdje weer verkrijgbaar en kunnen we weer genieten van de 'lieflijke' beschrijvingen van de vele medicinale planten, maar vooral ook van de prachtige afbeeldingen, die zowat de helft van de boekjes vullen. De geneeskrachtige werking en het gebruik is heel kort maar wel zeer krachtig beschreven. Voor mij is dit dan weer de gelegenheid om wat minder bekende maar wel bijzondere planten onder de aandacht te brengen.
Meesterwortel
Wat schrijft de hooggeleerde heer Oskamp over de Alpische Meesterwortel of Imperatoria osthruthium, die ook nu nog Meesterwortel genoemd word. 'De poeder der wortel kan, uitwendig op eene wonde gestrooid worden, dezelve zuiveren; en inwendig bij hardnekkige gaande en koomende koortsen Febres intermittentes, naar sommigen tot twee scrupels gegeven, en met meer voordeel als den koortsbast Cortex Peruvianus, aangewend worden.
Welriekend ruwkruid
Onze Galium odoratum – OnzeLieveVrouweBedstro, die men toen nog Welriekend ruwkruid noemde, was voor meer goed dan ik ooit gedacht zou hebben. Oskamp schrijft of vertaalt:'
Welriekende asperula, met agtvoudige, lancetswyze Blaadjes, en gesteelde Bloembundeltjes, in het Jaar 1767 wierd dit Kruid , in melk gekookt of als Thee getrokken, en tweemaal daags aan de gebeetene ingegeeven, in Duitschland zeer sterk tegens de Watervrees (Hydrophobia) aangepreezén ; doch "deszelfs vérmaardste hoedanigheid is openende, weshalven het met meer voordeel in de Geelzugt(Icterus), verstopte Stonden (Menses) en in andere Verstoppingen der Ingewanden kan gebruikt worden. Op wijn gezet, deelt het aan denzelven een' lieflijken smaak en verkwikkender geur mede, waarom dit zeer veel in Duitschland gedaan wordt'. Als aftreksel in witte wijn, de Maitrank, gebruiken we het nog steeds.
Bertramkruid
De Wortels van dit Bertram-Kruid, die ons gedroogd zijnde uit Spanje of Italië toegebragct en in de Winkels der Drogisten nagehouden worden , zijn zeer heet en scherp, dienende dus tot Kwijlmiddelen, wanneer men ze kaauwt, tegen Kiespijn, belemmering van Spraak, en tegens Zinkingen, wanneer men ze op Wijn of andere Vogten afgetrokken gebruikt; doch daar omtrent is veel voorzigtigheid noodig. Men heeft ze, wegens de scherpte, wel Vuurwortels geheten.