Myrrhe in de bijbel

Was het werkelijk myrrhe wat Jezus kreeg? En wat voor plant is myrrhe?
Myrrhe of Commiphora species
Botanisch gezien behoort myrrhe tot het plantengeslacht Commiphora dat uit ongeveer 130 verschillende soorten bestaat en deel uitmaakt van de Burseraceae. Deze struiken komen voor in een gebied dat zich uitstrekt over de warme delen van Afrika, Madagascar, Arabie en West-India, waar het voornamelijk in zeer droge, woestijachtige streken groeit. Sommige soorten scheiden hars af waaruit mirre wordt bereid. Volwassen exemplaren groeien uit tot flinke struiken of kleine bomen. De takken zijn bedoornd en bezet met kleine leerachtige bladeren die zeer weinig vocht verdampen. De stam is dik en bij sommige soorten is de bast opvallend glad en groen gekleurd, hetgeen erop wijst dat tijdens de droge bladloze periode het assimilatieproces in de stam plaatsvindt. Om hars te verkrijgen wordt de dikke stam aangesneden. Het sap dat daarna wordt opgevangen, heeft een heldere olie-achtige structuur en is wit of geelachtig van kleur. Kort daarop stolt het, waarna een harsachtige substantie overblijft. In het Midden Oosten staat deze hars nog steeds in hoog aanzien vanwege zijn aromatiserende vermogen. Hij wordt bij de bereiding van parfum en geneesmiddelen gebruikt. In het oude Egypte werd de hars in de tempels als wierook verbrand en ook gebruikte men hem om de doden te balsemen.Maar was de myrrhe wel het hars uit Commiphora myrrha? Want deze struiken groeiden zeer waarschijnlijk niet in het Heilige land en waren blijkbaar ook niet bekend in die tijd. Daarom werd in sommige bijbelvertalingen het woord 'myrrhe' ook vervangen door hars.
Cistus of Cistusroos
Mogelijk werden dan vooral harsen bedoeld van verschillende Cistus-soorten, die wel voorkwamen in Palestina. Cistus soorten behoren tot de familie van de Zonneroosjesachtigen (Cistaceae). Zij groeien bij voorkeur op droge gronden in zuidelijke streken van Europa, tot ver in Iran en op de Canarische eilanden. Wie kent ze niet, of heeft niet ooit gehoord van de Maquis, de bekende dichte, ondoordringbare struikvegetatie van de droge kuststreken in het Middellandse Zeegebied? Het zijn vooral de verschillende soorten Cistrozen, zoals ondermeer C. ladaniferus en C. albidus die met vele andere gewassen tezamen groeien en in het voorjaar massaal bloeien en juist dan de Maquis zo bijzonder aantrekkelijk maken.Bladeren en jonge scheuten bevatten veel etherische oliën; wanneer men tussen de planten loopt, komt een aangename geur vrij en wordt tevens een kleverige, harsachtige stof afgescheiden. Met behulp van een met zachte doeken omwonden stok, wordt dit hars op het heetst van de dag verzameld. Hiervoor werd ook wel gebruik gemaakt van geiten die van deze planten vraten. De harsachtige stof die zich hierbij in hun sikken afzette, werd 's avonds door de herder vergaard. Nadat het tot ballen was gekneed, werd het hars verhandeld onder de naam Laudanum, ook wel 'Arabisch Ladan' genoemd en vroeger ook wel geschreven als Labdanum en Ladanum. En zo zijn we weer bij een veel gebruikte term uit de bijbel beland. De naam Laudanum is afgeleid van het Latijnse werkwoord 'laudare', wat 'prijzen' betekent. Voorheen werd deze naam gebruikt voor verschillende prijzens-waardige geneesmiddelen en later werden er ook nog wel opiumpreparaten mee aangeduid. Laudanum is zacht, donkerbruin tot zwart van kleur en bitter van smaak. Het 'werd gedurende lange tijd veelvuldig gebruikt bij de samenstelling van verschillende geneesmiddelen. Tegenwoordig wordt het nog in de parfumindustrie en als etherische olie gebruikt.