Rococo-stijl 1720 - 1775
Rococo is een Europese stijlperiode rond 1720 - 1775 Rococo begon in Frankrijk, via Nederland verspreidde de stijl zich naar Duitsland en Italië.
Wat is rococo?
Deze stijl kwam als vervolg op de barok. In de rococo gaat men nog verder met rijke versieringen, vloeiende vormen en het stimuleren van de zintuigen dan in de barok. De rococo wordt nauw geassocieerd met de rooms-katholieke wereld en vooral de heilige roomse Kerk en Zuid-Duitsland. Het legt de nadruk op de mysterieuze en intuïtieve aspecten van het geloof; er zijn dan ook talrijke kerken, kloosters en paleizen voor keurvorsten in de rococostijl gebouwd.
In zijn beste vorm combineert de rococo de abstractie van bouwkundige principes die op vorm en geometrie zijn gebaseerd, met het vertellende effect van weelderige ornamentiek.
De kunstenaars van de rococo-stijl zetten de versierende vormgeving van de barok voort.
Deze pronkerige interieurstijl was vooral geliefd bij adellijke personen en de rijke burgerij.
Rococo is een echte ‘hofstijl’. Omdat normale burgers niks met de ‘hoffelijke’ dingen te maken hadden, werd de rococo-stijl nooit in de huizen van gewone burgers aangetroffen. Alleen al om het feit dat gewone burgers dit nooit konden betalen.
Een bekende rococo kunstenaar was Balthasar Neumann, wiens pelgrimskerk in Vierzehnheiligen in Beieren de apotheose vormt van de rococo. Hij begon als ingenieur in het leger, waarna zijn werkgever, de prins-bisschop van Neurenberg, hem naar Wenen en Parijs stuurde om architectuur te gaan studeren. De meeste van zijn tijdgenoten in Zuid-Duitsland aan het begin van de 18e eeuw waren op de hoogte van de basis van de bouwkundige techniek en creëerden hun effecten met weelderige versieringen. Neumann bracht meer begrip en kennis van architectonische principes mee.
Kenmerken
Heel typerend voor de rococo is het samengaan van architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst en binnenhuisarchitectuur. Dit wordt voornamelijk zichtbaar in de rococo-interieurs, die voorzien zijn van speelse en slingerende ornamenten.
De nadruk ligt op het lieflijke en luchtige karakter. Bij rococo werden vaak zachte pastelkleuren gebruikt. Ook rocaille-motieven (schelpachtige versieringen) werden vaak gebruikt als versiering.
Bekende rococo-kunstenaars waren o.a.: Jacob Prandtauer (1660-1726) uit Oostenrijk, Germain Boffrand (1667 - 1754) uit Frankrijk, Balthasar Neumann (1687 - 1753) uit Duitsland, Lukas von Hildebrandt (1668 - 1745) uit Oostenrijk en Giuseppe Galli da Bibiena (1696 - 1757) uit Italië.
Doel
Het belangrijkste doel van de rococo-architecten, in een tijdperk waarin de macht van de katholieke Kerk werd ondermijnd door scepsis, was het bieden van een overweldigend effect met beeldende middelen die de katholieke leer versterkten. Het vermogen om indruk te maken stond ook seculiere heersers binnen het katholieke imperium wel aan, van de kleinere vorsten tot de keizer zelf.
Door meer nadruk op de sfeer dan op de constructie, en door zijn bondgenootschap met de adel en de katholieke mystiek, staat de rococo in scherp contrast met de ontwikkelingslijn die vanaf het neoclassicisme via het structureel rationalisme naar het modernisme voert.
© 2010 - 2024 Carolien25, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Kenmerken van kunststijlenAls je op vakantie bent ga je wel eens een stadje bezoeken. Iedere keer weer is het dat ene gebouw dat zorgt voor het ch…
Egypte: symboliek van de NijlDe Nijl wordt wel de "levensader" van Egypte genoemd. Wie al eens heeft rondgetrokken door het Egyptische landschap, zal…