Rozemarijn, een uitgebreide geschiedenis
Dat reeds de Oude grieken deze plant goed kenden, zal ons zo langzamerhand niet meer verwonderen. Van Hippocratus en Galenus over de Middeleeuwse Platearius tot Lefebrer, apotheker van Lodewijk XIV allen kenden en waardeerden ze rozemarijn.
Door de geneesheren in de Oudheid werd het veel geadviseerd. Hippocrates paste het toe bij koorts. Dioscorides schreef het zelfs voor tegen vallende ziekte. Galenus adviseerde het decoct bij geelzucht en Sammonicus maakte er een digestief medicament van: At male digestis, si crapula sacvit, cscis Ex pipere et calida florem de rore marino Ebibe.
Bij de Arabieren werd de rozemarijn, iklil el-djebel, gebruikt als diureticum, emmenagogum en carminativum. El-Chafeky raadde het aan bij leverobstructies, bij hartkloppingen, hoest, astma, ophoping van vochten en om de longen te zuiveren.
Rozemarijn in de Middeleeuwen
In de Middeleeuwen en Renaissance was het een van de meest gewaardeerde preparaten bekend onder de naam d'anthos, anchios, oleum anthos, lachryma libani, diantos. ‘ Volgens Antidotarium Nicolaï zou dit preparaat goed zijn bij hartzeer, het zou de neerslachtigheid verjagen, de droeven doen herleven en na ziekten voor herstel zorgen.
Platearius schreef het voor bij hartpijn, hersenzwakte en buikkrampen veroorzaakt door gasvorming en voor de vrouw om in verwachting te geraken. dat klinkt dan zo „pasmoison et dolor del cuer, feblece de cervel, dolor del ventre et des boïaux qui vient de ventosité, por fan fere avoir nature de feme et por aidier a concevoir"
Volgens de auteur van de Hortus sanitatis is het een krachtig hartversterkend middel, vooral als men er het hart van een hert aan toevoegt. Men bekomt dan een kostbaar middel tegen spasmen, hartfalen en hartlijden.
Arnauld de Villeneuve zag goede resultaten bij gangreen en fistels, en dit met infusies van rozemarijn in wijn. Guillaume Varignana zei dat zijn gedistilleerd water hem wonderbare resultaten betoonde bij verlammingen. Thibault Lespleigney zag het nut bij aambeien, krampen en hernias.
Rozemarijn in de 17de eeuw
Het is vooral in de 17 eeuw dat de rozemarijn door artsen en therapeuten werd gebruikt. Zappata raadde het aan voor het hart, het zou de warmte verhogen, de spijsvertering regelen, eetlust bevorderen, het geheugen versterken, de intelligentie verhogen, winderigheid verjagen, de zwakken na ziekte herstellen, en zou goed zijn om die lijden aan vetzucht te doen vermageren. " On peut le dire serieusement dans toute la nature, il n'est pas de remede d'une tell puissance", Zappata (1696). 'Men kan het in vollle ernst zeggen, dat in heel de natuur geen remedie bestaat met zulke kracht'.
Een zekere Chévalier Digby zou opgemerkt hebben dat de zeelieden op 30 mijl van kust wisten dat ze het vasteland naderde door geur van rozemarijn. Hij citeerde, "L'odeur du Rosmarin qui vient de la coste d'Espagne va bien plus loin".
L'eau de Reine d'Hongrie
Een alcoholatuur van de rozemarijn befaamd onder de naam "Water van de Koningin van Hongarije", "Eau de la Reine de Hongrie", maakte furore aan het hof van Louis XIV, waar de kapucijnermonikken van het Louvre gelast werden met de bereiding ervan. In het brevier van deze koningin, daterende van 1652, werd een notitie gevonden "Ik, Donna Isabelle, Koningin van Hongarije, zwaar ziek en verlamd op de leeftijd van 72 jaar en na 1 jaar lang gebruik gemaakt te hebben van dit recept, dat ik bekwam van een kluizenaar, heeft mij zoveel goed gedaan dat ik genas en mijn krachten terugvond, zo dat zelfs de Koning van Polen mij ten huwelijk vroeg, hetgeen ik weigerde om de liefde van Jezus Christus en de Engel van wie ik het recept mocht ontvangen.".
Lefebrer, apotheker van Louis XIV zag de wonderbare genezing van de Koningin van Hongarije door dit water. Hij vertelde dat ze op verbazingwekkende wijze herstelde en niet ouder leek te zijn dan 30 jaar.
Rozemarijn begin 19de eeuw
Begin XIX eeuw was een nieuwe glorietijd voor de rozemarijn. Men sprak van een apotheker uit de Rue Richelieu, die dit preparaat voorstelde als een helder water, goed voor de twee geslachten, een bewonderenswaardig schoonheidsmiddel , die de gladheid en de elasticiteit van de huid herstelde. In werkelijkheid was het niet meer dan een oplossing van aluin in Seinewater gekleurd en gearomatiseerd met rozemarijn. Zo trof men het ook aan in aromatische wijnen, kalmerende balsems en de fameuze Opodeldoch.
Omwille van de essences, samengesteld uit pinenen, camphenen en cineol en een bijzondere kamfer, zou dit epileptische energie opwekken, dit werd bevestigd in de werken van Cadéac en Meunier (1889), die een onderzoek deden naar de epileptische bestanddelen in de olie van rozemarijn.
Vele verhalen en wonderbaarlijke genezingen dus met deze eenvoudige struik uit het Middelandse Zeegebied. Vandaag is het vooral als geurende potplant dat hij een groot publiek kan aanspreken. Misschien is dat ook wel een manier om van zijn geneeskracht te genieten.