Burgerlijk vrouwenkleding in de late Middeleeuwen(1000-1490)
Kleding speelde in de middeleeuwen al een belangrijke rol. Het liet het verschil zien tussen adellijken en burgers. Dit lieten ze zien door middel van technieken, maar ook door middel van kleur. Het dragen van kleding ging steeds meer klasse uitstralen, wat je in de hedendaagse samenleving ook nog wel eens terug ziet. Hoe zag de burgerlijke vrouwenkleding eruit in de late Middeleeuwen?
Korte beschrijving burgerlijke vrouwenkleding 1000-1200
De kleding van de burgerlijke vrouw bestond net als dat van een adellijke vrouw uit een lang onderhemd van linnen, een zijden of een linnen onderkleed en een overkleed. De hals was rond van vorm. De mouwen van de burgerlijke vrouwen waren niet zo wijd als die van de adellijke vrouwen. Als deze wel wat wijder werden, knoopten de vrouwen deze aan de onderkant op, zodat het handwerk gemakkelijker ging. De burgerlijke vrouwen hadden geen mantel. Dat was echt een element uit een adellijke jurk. Het bovenkleed van de burgerlijke vrouwen leek vaak op het onderkleed van de adellijke vrouwen.
Veel gebruikte stoffen van de burgerlijke vrouwen waren voornamelijk wol en linnen. Dit was gemakkelijk klaar te maken en te krijgen. Voor zijde en bont hadden de burgerlijke vrouwen niet genoeg bezittingen en moesten het dus doen met wol en linnen. Het wol werd voornamelijk gebruikt voor de mouwen in de winter, omdat dat meer warmte gaf. De kleuren die door de burgerlijke vrouwen werden gebruikt, waren hetzelfde als dat van de mannen. Sober grijs, bruin of wit. De patronen die veel werden gebruikt waren; ingeweven of geborduurde cirkels of vierkanten. Dit konden burgerlijke vrouwen zich ook veroorloven, omdat dit niet dure technieken waren. Voor de rest waren de patronen gewoon effen. Effen stoffen werden vaker gebruikt door de burgerlijke vrouwen, omdat gemakkelijker te maken was.
Korte beschrijving burgerlijke vrouwenkleding 1200-1350
De jurken van de burgerlijke vrouwen waren heel anders dan die van de adellijke vrouwen. Net als een eeuw eerder leken de jurken meer op de onderjurk van de adellijke vrouw. Deze droegen de burgerlijke vrouw met een gordel om en een voorschort. Te vergelijken met een kookschort van tegenwoordig. Dit schort had een andere kleur dan de jurk zelf. Het schort werd vastgeknoopt aan de achterkant van de jurk en was net wat korter dan de jurk die de vrouwen eronder droegen. De mantels waren er voor de vrouwen nog steeds niet.
Veel gebruikte stoffen van de burgerlijke vrouwen waren voornamelijk wol en linnen. De katoenspinnerijen begonnen voornamelijk in Frankrijk op te komen, dus een veel gebruikte stof door de burgerlijke vrouwen in Frankrijk was katoen. De fellere tinten waren nog steeds allen weggelegd voor adellijke vrouwen.
Het volk gebruikte wel steeds fleurigere kleuren, maar die waren veel doffer van kleur, dan die van de adellijke vrouwen. Bruin, wit en grijs werden het meeste gebruikt, maar een doffe kleur rood en blauw begon op te komen, omdat bij de burgerlijke vrouwen, de kleurtechnieken ook bekend werden.
Korte beschrijving burgerlijke vrouwenkleding 1350-1400
De jurken van de burgerlijke vrouwen waren qua pasvorm hetzelfde als een eeuw van te voren. De jurken werden wel al vrouwelijker en lieten de lichaamsvormen beter uitkomen, maar de jurken van adellijke vrouwen waren veel beter van kwaliteit en pasvorm. De vrouwen droegen nog steeds drie lagen over elkaar heen aan namelijk; een onderhemd, een onderkleed en een overkleed. De jurken werden meer nauwsluitend en werden aan de achterkant strak getrokken met touwen. De burgerlijke vrouwen gebruikten nog geen knopen in deze tijd als sluiting.
Veel gebruikte stoffen door burgerlijke vrouwen waren voornamelijk wol, linnen en katoen. Tafzij werd nu ook gebruikt door de burgerlijke vrouwen. Dit was een stof gemaakt door insecten. Dit was een soort van zijde gemaakt door een zijderups, maar dit was minder zeldzaam, dus ook gemakkelijker te verkrijgen door de burgerlijke vrouwen. Veel gebruikte kleuren waren nog steeds grijs, bruin en wit. Het doffe blauw en rood werd al meer gebruikt, maar je zag het nog steeds niet zoveel als bij de adellijke vrouwen. Veel gebruikte patronen door burgerlijke vrouwen waren horizontale en diagonale strepen.
Korte beschrijving burgerlijke vrouwenkleding 1400-1440
De onderjurk van de adellijke vrouwen werden in deze tijden strakker gemaakt door middel van aangetrokken touwen aan de achterkant van de jurk. Bij de burgerlijke vrouwen viel het wel op dat de jurk strakker werd gehouden door middel van touwen, omdat ze er geen overkleed overheen droegen. Deze touwen zaten aan het overkleed van de burgerlijke vrouw. Daaronder droegen ze een onderhemd met lange mouwen. Deze mouwen waren nauwsluitend en gemakkelijk om handwerk mee te doen. Als er geen touwen op de achterkant van de jurk zaten, werd de jurk meer nauwsluitend gemaakt met een gordel, die net onder de buste werd gedragen.
Veel gebruikte stoffen in deze tijd door de burgerlijke vrouwen waren voornamelijk wol, linnen, katoen en tafzij. Brokaat werd langzamerhand gebruikt door gegoede burgers. Brokaat is een weefsel van satijn met goud en zilverdraad erin. Deze satijn werd gemaakt door de burgerlijke vrouwen met tafzij. Op deze manier konden de vrouwen exclusievere stoffen gebruiken, zonder dat ze het zich niet konden veroorloven. Het was dus een goedkope manier van brokaat maken.
Korte beschrijving burgerlijke vrouwenkleding 1440-1490
De jurken van de burgerlijke vrouwen hadden veel weg van de jurken van de adellijke vrouwen in deze tijd. Deze bestond nu namelijk ook uit een onderjurk of een korset en een overkleed of een robe. Door de lage hals van het overkleed was een deel van het korset zichtbaar. Dit was bij de burgerlijke vrouwen ook. Alleen bij de adellijke vrouwen was de korset geborduurd. Dit werd niet gedaan met de jurken van de burgerlijke vrouwen. Het was wel vaak anders van kleur dan het overkleed. De mouwen van de jurk waren net als bij de jurken van de adellijke vrouwen strak en liepen door tot op de hand. Het overkleed had nog steeds een hoge gordel. Deze werd vaak aan de achterkant van de jurk vast gegespt. Burgerlijke vrouwen hadden een opgeschorte rok eraan. De vrouwen uit Duitsland waren een van de weinige vrouwen nog die wijdere jurken droegen.
Veel gebruikte stoffen door de burgerlijke vrouwen in deze tijd waren voornamelijk katoen, linnen, wol, tafzij en brokaat. De gegoede burgerlijke vrouwen droegen in deze tijd ook jurken gemaakt van bont. De gegoede burgers droegen dezelfde kleuren jurken als die van adel. De “minder gegoede” burgers droegen nog steeds grijs, bruin, wit en doffe kleuren rood en blauw. De patronen die werden gebruikt door de gegoede burgers waren wijnranken en granaatappels. Hetzelfde als de jurken van de adellijke vrouwen. De “minder gegoede” burgers droegen nog steeds egale kleuren, omdat dat gemakkelijker te maken was.
Kort samengevat verandert de adellijke vrouwenkleding veel. De kleuren, de pasvorm, de mouwen. Alles word met de tijd mee sierlijker en eleganter. De kleuren worden net als bij de mannen steeds feller en vrolijker en de naaitechnieken verbeteren sterk. De kleding van de burgerlijke vrouwen veranderd minder dan dat van de adellijke vrouw. De kleuren blijven net als bij de burgerlijke mannen vrijwel hetzelfde. In tegenstelling tot de burgerlijke mannenkleding veranderd de pasvorm van de burgerlijke vrouwenkleding wel. Het word smaller, waardoor de vrouwelijke vormen beter uitkomen.
Lees verder