Etrusken, de geschiedenis
Vele steden in Toscane hebben hun bestaan te danken aan de Etrusken. Van 1000-89 v.Chr. heeft deze beschaving een beslissende rol gespeeld in de geschiedenis van Italië. Hun handel bloeide, hun rijkdommen en macht was enorm, zij heerste lange perioden over de Romeien. Pas de laatste 300 jaar van hun bestaan probeerden de Romeinen hun macht over de Etrusken te krijgen, uiteindelijk is dit dan ook gelukt.
Algemeen
Vooral in de historie van veel oude steden die liggen in Toscane van Italië wordt verteld dat de eerste bewoners van die nederzettingen hoogstwaarschijnlijk Etrusken waren. Etrusken waren een volk uit een beschaving die zowel bedreven waren als handelslieden, krijgslieden en zeevaarders. Maar wie waren ze nu eigenlijk?
De geschiedenis van de Etrusken
De tijd dat de Etrusken een belangrijke plaats innamen in de Italiaanse geschiedenis is in een aantal perioden onder te verdelen, namelijk:
1. De proto Etruskische periode, 1000 tot 700 v.Chr.
De Villanovacultuur, naar het stadje Villanova, waar de eerste artefacten werden gevonden. In deze tijd leefden de Etrusken in hutten van tenen en leem, gebouwd op heuvels en andere goed verdedigbare plekken. In deze tijd cremeerden zij hun doden, hun as werd bewaard in urnen van onbewerkte klei of terracotta bewaard welke in een kuil werden begraven.
In de laatste eeuw van deze periode, ontdekten de Griekse handelaren af op de rijkdom van de mineralen van de Etrusken. Er werden handelscontacten gelegd met het oosten, welke niet alleen materiële rijkdom ontstond, maar ook de aristocratie ontstond en er ontstond en specialisme in de diverse werkzaamheden. Dorpen gingen meer samen(werken) en hierdoor ontstonden de steden. Deze vestigde zich eerst langs de kust aan zee, maar later op hoger gelegen plaatsen, om zich beter te kunnen verdedigen.
2. Oosterse periode, 700-600 v.Chr.
De 7e eeuw was de grootste bloeiperiode van de Etruskische tijd. Ze hadden een gezamenlijke cultuur en geschiedenis, maar vormden geen natie. Etrurië was een losse confederatie van autonome stadstaten. De Etrusken in deze periode ontwikkelden zich tot zeelieden die heersten over de Tyrrheense Zee, en daardoor automatisch de kust konden beschermen. Een grote steun kregen zij van de Carthagers, waar zij een verbond mee hadden gesloten.
Ze ontwikkelden een ruilhandel van de mineralen tegen luxe goederen uit de andere landen. In deze periode kwam ook de kunst van het zwarte aardewerk, dat Bucchero werd genoemd. Dit verving de voorwerpen van metaal. De Etrusken namen de Griekse mythologie over, welke op hun hele samenleving kwam hiermee in aanraking zoals bijvoorbeeld de versterking van hun steden met Griekse muren.
De invloed van Etrurië breidde zich verder uit, Lucius Tarquinius Pricus (uiteraard een Etrusk) werd zelfs heerser van Rome.
3. Archaïsche periode, 600 – 480 v.Chr.
Zoals de vorige periode de grootste bloeitijd van de Etrusken was, was deze periode er één van de toppunt van macht. Het rijk breidde zich uit naar het noorden, en er ontstond een periode waarin onder andere monumentale gebouwen verrezen en een rioleringssysteem werd aangelegd. Het werd gebruikelijk graftombes te versieren met tekeningen.
De vorsten van de Tarquinius dynastie verdween toen Lucius Tarquinius Superbus werd verdreven. Met de stichting van Romeinse Republiek trad er ook een verandering op in de verhouding tussen de Etruske steden en Rome.
4. Klassieke periode, 480 – 300 v.Chr.
Het lijkt wel of het verval van de Etruskische perioden zich in deze periode al inzet. Ze zijn namelijk omringd door vijanden, en verliezen over een lange periode verschillende steden aan hun vijanden. In de 4e eeuw v.Chr. is er echter nog een opleving van de Etruske economie en kunst. Om stand te kunnen houden tegen de Romeinen gaan de Etruskische steden zich (eindelijk) verenigen.
5. Hellenistische periode, 300 - 89 v.Chr.
Rond de laatste eeuwen voor de komst van Jezus, werden de Romeinen steeds machtiger. In deze periode begon het leger van de Romeinen een opmars dwars door Italië. De Etrusken wisten zich te verweren tegen de Romeinen, in samenwerking met Umbrië en de Galliërs. In eerste instantie lijkt het dat de Romeinen kunnen worden tegengehouden, maar uiteindelijk rond 280 v.Chr. zijn alle steden van de Etrusken dan overwonnen door de Romeinen. Uiteindelijk vochten ze zelfs mee aan de zijde van hun overwinnaar. De Etruskische bevolking is door de Romeinen tot slaaf gemaakt en pas in 89 v.Chr. krijgen zij het Romeins burgerschap, de laatste stap op weg naar totale Romanisering.
Lees verder