Alchemisten, chemie en filosofie
Alchemisten kennen de meeste mensen misschien alleen als dubieuze figuren uit de Middeleeuwen, die probeerden van goedkoop materiaal edel goud te maken. Toch waren de alchemisten over het algemeen wijze mensen die zowel materieel als spiritueel serieus onderzoek verrichten. Het waren scheikundigen, dokters en wetenschappers avant la lettre.Alchemisten werkten voornamelijk met de theorieën van Aristoteles en de 4 elementenleer. Alleen begonnen zij nieuwe elementen aan water, aarde, vuur en lucht toe te voegen. Zwavel bijvoorbeeld, als drager van de eigenschappen brandbaarheid en kleur, of kwik als drager van de metallische eigenschappen zwaarte en glans. Uit Aristoteles' bewegingstheorie werd afgeleid dat de verschillende metalen in elkaar konden overgaan, de zo genoemde transmutatie der metalen. De meeste metalen waren onvolmaakt, terwijl ze het in zich zouden hebben om volmaakt te worden, zoals goud. Het volmaakte bereiken was het echte doel.
De echte alchemisten waren hoogstaande mensen, filosofen met een bepaalde levensvisie en geen ordinaire goudzoekers. Van uit hun opvattingen konden zij alleen maar hun doel bereiken als hun levenswandel God gevallig was. Daarom was er bij hun werk - labor - een plaats om te bidden, te denken en te mediteren - een oratorium. De combinatie van deze woorden heeft ons het laboratorium gegeven en we gebruiken nog altijd de uitdrukking ora et labora, bid en werk. Vele vruchteloze pogingen werden ondernomen, in de hoop uiteindelijk het volmaakte te bereiken: goud maken uit een ander, minder kostbaar metaal.
Elixir, steen der wijzen
Alchemisten verbonden het materiële met het spirituele. De elixer bijvoorbeeld was niet alleen een drank maar een chemische en spirituele bereidingswijze, een middel bedoeld om edele metalen uit onedele te maken. Het woord 'elixir' stamt van al iksir en betekent 'steen der wijzen'. Maar later werd het een genees- of verjongingsmiddel in de vorm van een drank. Alchemisten waren altijd op zoek naar dit universele wondermiddel, dat hen zou helpen goud te maken of hun de eeuwige jeugd zou brengen en alle kwalen zou genezen.Alchemisten wetenschappers
De onderzoeken van de alchemisten trokken de aandacht van de machthebbers. Zij zagen wel wat in het subsidiëren van dergelijk onderzoek dat ook voor hen en voor de maatschappij interessant zou kunnen zijn. Zo werd alchemie gestimuleerd, maar de keerzijde was dat minder betrouwbare individuen de goedgelovigheid van hun geldschieters exploiteerden. Deze charlatans en bedriegers hebben alchemie een slechte naam bezorgd. Jammer, want er waren wel degelijk ernstige wetenschappers die serieus aan het werk waren. Zij experimenteerden volop, vonden nieuwe stoffen, verfijnden de werkmethoden en noteerden hun bevindingen. Misschien zijn ze er niet in geslaagd hun theorieën te bewijzen, maar hun bijdragen zijn belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de scheikunde. In de wetenschap geldt immers: geen resultaat is ook resultaat.Alchemisten onderhielden contacten met elkaar en in de vijftiende en zestiende eeuw reisden ze heel wat af. Ze gedroegen zich als ingewijden in een geheime leer en gebruikten een zeker vakjargon om hun bevindingen te beschermen tegen kwaadwilligen en nieuwsgierige leken. Deze gewoonte om in symbolen of beeldtaal te communiceren maakte alchemie nog ondoorzichtiger dan het al was. Het gaf het tegelijkertijd een magische en een discutabele reputatie. Maar die beeldtaal kan ook op een andere manier gezien worden. Men kon het ook als een ezelsbruggetje gebruiken om die wonderlijke chemische reacties op een gemakkelijke wijze te kunnen onthouden.