Fraeylemaborg Slochteren het park
Het landgoed Fraeylemaborg bestrijkt een gebied van ruim 23 hectare. Het park in de huidige vorm wordt omschreven als een Engelse landschapstuin waarin enkele fraaie aspecten van de Franse stijltuin zijn verweven.
Engelse tuin
Na 1850 kwam onder invloed van de romantiek de zogenaamde Engelse tuin in de mode. De Engelse tuin is een landschapstuin met slingerpaadjes, heuvels, meertjes, boomgroepen en grasvelden. Het geheel moet de indruk wekken van een natuurlijk gevormde tuin die is ontstaan zonder al te veel menselijk ingrijpen. Er worden verrassende doorkijkjes gecreëerd en kunstmatig vijvertjes aangelegd. Een eventueel paviljoen oogt sober en er staan maar weinig beelden in de tuin. De Engelse tuin past binnen de romantiek, een stroming waarin emotie, ervaring, intuïtie, en verbeelding de overhand voeren. In de tuin vindt men echter ook exotische bomen en planten (coniferen etc..), die er zonder menselijk ingrijpen nooit zullen groeien.
Bekende Engelse tuinen in ons land
Voorbeelden van bekende hedendaagse Engelse tuinen in ons land zijn het Vondelpark in Amsterdam, de Keukenhof in Lisse, het Noorderplantsoen in Groningen en het bos bij de Fraeylemaborg in Slochteren.
Aanzet tot het landschapspark bij de Fraeylemaborg in Slochteren (Slochterbos)
De aanzet tot de aanleg van het huidige park kwam van Hendrik de Sandra Veldtman (1756-1816). In 1781 werd hij eigenaar van het landgoed, dat in die tijd in een slechte staat verkeerde. Borg en park moesten grondig worden aangepakt. Het park was verwilderd. Van de strakke en symmetrische Frans barokke tuin, eens geïnspireerd op het park van Versailles, was niet veel meer over. Het werd een project van vele jaren. Uit 1802 dateert een ontwerp voor het middendeel van het park vermoedelijk van de architect Johan David Zocher senior (1763-1817). Begin 1800 werden slingerpaden een bochtige waterpartijen gecreëerd zoals de zogenaamde Snoekenvijver en de vijver met een eilandje (hondenkerkhof). De centrale zicht-as en twee schuine zicht-assen door het langgerekte bos bleven intact. Ze boden een prachtig uitzicht vanuit het gebouw door het park. Deze elementen van de Franse symmetrische tuin bleven daarom gehandhaafd. Het ontwerp van de architect George Anton Blum (1765-1827) voor het achterste deel van het park toont de slangenvijver met slingerpaden, niervormige velden en boomgroepen.
Centrale zicht-as
De centrale zicht-as vanaf de borg ( uitbouw grote zaal) biedt via de middenlaan van eiken en beuken, zicht op het Florabeeld achter in het bos. Aan de voorzijde van de borg kan men langs de oprijlaan door het overbos aan de overkant van de hoofdweg de nieuwe provinciale weg en haven zien.
Verdere verfraaiing van de tuin door Lucas Pietersz Roodbaard
Na het overlijden van Hendrik de Sandra Veldtman nam zijn dochter Louise samen met haar echtgenoot Wiardus Hora Siccama, de tuinarchitect Lucas Pietersz. Roodbaard (1782-1851) in de arm om de tuin verder vorm te geven. Het park werd aan de zuidwestzijde uitgebreid met een strook grond. Paden verbonden de niervormige perken. De grond uit de gegraven slangenvijver werd gebruikt om een berg te maken met uitzicht naar alle kanten. Open velden werden ingezaaid met koren, waardoor de edellieden de romantiek van het boerenleven konden meemaken.
Kleine Engelse tuin
Vlak bij de borg (zuidwestkant) is al voor 1821 een Engelse tuin in het klein aangelegd met goudvisvijver en prieel.
Beschermd monument
Sinds 1986 wordt het park bij de Fraeylemaborg als beschermd monument beschouwd.