De kunstgeschiedenis van 1800-1850
De kunststroom Romantiek vond plaats tussen 1800 en 1850. Maar wat is nu precies de kunststroom Romantiek en welke kunstenaars hadden hier invloed op?
Wat is romantiek?
In de huidige maatschappij wordt het volgende begrip voor romantiek gebruikt: “romantiek zet zich af tegen het optimisme van de Verlichting en haar te grote nadruk op de rede. Het uitgangspunt wordt het individu, dat in onvrede leeft met de wereld”
De kenmerken van de stroming romantiek zijn: individualisme, vluchten uit het heden, lijden aan de wereld (onvrede) en opstandigheid.
Romantiek volgens Gaarder
Voor de verdere beschrijving van deze periode is voornamelijk gebruik gemaakt van het boek van Jostein Gaarder. Gaarder beschrijft zijn boek dat in het algemeen twee soorten romantiek worden onderscheiden: de universele romantiek en de nationale romantiek. De universele romantici interesseren zich vooral in de natuur, de wereldziel en het kunstzinnige genie. De nationale romantici interesseren zich vooral in de geschiedenis en de volkscultuur. Deze twee vormen worden verbonden door het woord ‘organisme’. Voor de romantici zijn de natuur, het volk en de taal en beiden een levend organisme. Door deze vergelijkbare opvattingen is het moeilijk om de twee soorten te onderscheiden. De kenmerken van de stroming worden verder in het algemeen besproken, zonder het onder één van de twee vormen te plaatsen.
De stroming romantiek kan gezien worden als de laatste grote Europese cultuurperiode.
De mening van de romantici is dat de kunstenaar iets kan overbrengen wat filosofen niet kunnen uitdrukken. Enkel de kunst kan de mens dichter bij het onuitsprekelijke brengen. Sommige romantici zijn verder gegaan en hebben de vergelijking tussen de kunstenaar en God gemaakt. Dit met de beweegreden dat de kunstenaar zijn eigen wereld schept, zoals God de wereld heeft geschept.
De romantici
De romantici verlangen naar iets wat veraf en onbereikbaar is. Er is een koestering aanwezig naar het Oosten en de Oosterse mystiek. De romantici hielden van nachten, schemeringen, oude ruïnes en het bovennatuurlijke. Kernwoorden daarbij zijn: donker, griezelig en mystiek. De romantici hoorden het leven te beleven of zich weg te dromen van dit leven. Volgens de romantici moeten de kleinburgerlijke mensen zich maar bezig houden met de allerdaagse beslommeringen.
De romantici verlangen naar de natuur en de natuurmystiek. De romantici hebben de natuur de grote ik genoemd en hebben in betrekking tot de natuur woorden gebruikt als wereldziel of wereldgeest. Veel romantici hebben de filosofie, het natuuronderzoek en de lyriek ervaren als een stuk van een hogere eenheid.
Het nieuwe gezichtspunt van de romantische periode is het kunnen verplaatsen of inleven in andere culturen of naties. Er ontstaat een wil om andere mensen of culturen te begrijpen, door zich in te leven in de ander. Daarnaast komt het eigen identiteitsgevoel in ontwikkeling.
De typische romantici die in het boek “De wereld van Sofie” worden beschreven zijn jonge mannen met een uitgesproken antiburgerlijke instelling. Rond 1800 is de eerste generatie van de romantiek rond de twintig jaar. Hierdoor kan deze romantische opkomst ook als het eerste protest van de Europese jongeren gezien worden.
De romantici zijn mensen met heftige gevoelens, vooral op het gebied van de liefde. Zo schreef Goethe in 1774 over de jongen Werther in zijn brievenroman “Die Leiden des Jungen Werther”. Het boek eindigt bij als de jonge Werther degene van wie hij houdt niet kan krijgen en zichzelf om die reden dood schiet. Na publicatie van het boek is het aantal zelfmoorden gestegen. In Denemarken en Noorwegen is de brievenroman daarom een tijd verboden. Veel romantici zijn jong gestorven, voornamelijk aan tuberculose. Degene die ouder zijn geworden, werden na hun dertigste meestal burgerlijk en conservatief.
Het tijdperk van de romantiek
In de wijsbegeerte, letterkunde, wetenschap en religie ontstaat de romantiek al in 1748. De Franse schrijver Rousseau heeft invloed gehad op de tijdstijl en de politiek. De Duitse Herder zorgt voor een keerpunt naar de romantiek toe. Hij gelooft dat samenhang, groei en doelgerichtheid kenmerkend zijn voor de loop van de geschiedenis. Hij ziet dus een proces in de geschiedenis. Tevens het werk van de Duitsers Goethe en Schiller geven een weg naar de romantiek. Voor de jongeren in Duitsland is deze stroming een opluchting na de koele rede van Kant. In deze romantische periode bevinden de kunstenaars en artiesten van de
beeldende kunst en muziek zich nog in de periode van de Rococo en het classicisme. Vanaf 1799 is er sprake van de Empire-stijl bij de beeldende kunsten en de muziek. De naam romantiek is rond 1800 ontstaan, hiermee willen de schrijvers enkel de sfeer van de middeleeuwse ridderpoëzie en –roman weergeven. Later wordt het begrip breder, het staat dan voor alle uitingen van de Middeleeuwen. Na 1814 heeft het classicisme zijn laatste bloeiperiode. Rond 1830 staat de nieuwe generatie op die de nieuwe stijl romantiek meeneemt. Voorbeelden hiervan: de schilders Delacroix en Daumier.
Na 1832 houdt de letterkunde de romantiek vast, terwijl wijsbegeerte, wetenschap en politiek de stap naar de volgende stroming zet, het naturalisme. In de beeldende kunsten en de muziek kan de romantiek stand houden, maar ontwikkelt zich naast de romantiek tevens het naturalisme. Deze laatste stroming wordt na 1856 de sterkere stroming.