Performance art
In de jaren zeventig komt naast de conceptuele kunst ook met name de performance art op. Deze vorm van kunst heeft als medium de voorstelling die gehouden wordt. Een dergelijke voorstelling kan allerlei vormen aannemen, maar meestal betreft performance kunst toch kunst waarin de kunstenaar zelf met zijn lichaam een rol aanneemt.
Performance art
Naast concept art is performance van grote betekenis in de jaren zeventig. Zowel Warhol als Beuys maakten zelfs van hun leven één grote performance. Hun leven werd een immaterieel, conceptueel kunstwerk dat zich slechts liet kennen in de geestelijke effecten ervan. Hoewel voor zowel Warhol en Beuys de performance bijwerking was, was het voor veel anderen hét medium. Een belangrijk onderdeel van performance kunst uit deze jaren zeventig is dat het lichaam van de kunstenaar tot beeldend materiaal wordt uitgeroepen; men kan de performance art uit de jaren zeventig daarom ook wel body art noemen. Een andere naam voor de performance art uit deze periode is "happening"; hoewel sommigen hierin een onderscheid willen aanbrengen, is er in de praktijk geen onderscheid tussen een performance en een happening te maken.
Het performance echtpaar Ulay
Een van de bekendere performance artiesten uit de jaren zeventig betreft een echtpaar. Het echtpaar Ulay (Uwe Laysiepen, 1943 en Marina Abramovic, 1946) maakten bizarre kunst met hun eigen lichaam. Zo hielden ze bijvoorbeeld voorstellingen waarbij het publiek alles mocht doen en waarbij ze ook een pistool en punaises ter beschikking hadden.
De grenzen van het lichaam bij performance kunst
Ben d’Armagnac, geboren in 1940 en gestorven in 1978, woonde in een commune die hij zelf had opgericht. Hij maakte veel labyrint-achtige installaties en later andere installaties die meer symbolisch waren. Daarna ging hij ook hij ook meer performance kunst maken. Zo was een van zijn voorstellingen bijvoorbeeld het rollen door een kooi met slachtafval. Later zou hij steeds meer schade of pijn toebrengen aan zijn eigen lichaam tijdens zijn performance art. Bij zijn latere performance art was hij dan ook met name benieuwd naar zijn eigen grenzen; hoe ver zou zijn eigen lichaam het redden?
Ook Vito Acconci, geboren in 1940, onderzocht hoever hij kon gaan in zijn performance kunst. Zo liet hij bijvoorbeeld zijn borsthaar wegbranden met een lucifer; allemaal om te kijken hoever zijn eigen lichaam het redde. Een kunstenaar als Chris Burden, geboren in 1946, ging zelfs nog verder; hij liet zich zelfs door zijn arm heen schieten met een pistool.
De Wiener Aktionisten
De Wiener Aktionisten waren een groep performance artiesten die een reputatie opbouwden rondom schokkende performances. Zij verrichten in de ogen van sommigen de grootste gruweldaden en in de ogen van anderen de hoogste kunst. Otto Mühl (een Aktionist geboren in 1925) begon als schilder, maar ging later ook kunst maken. Vernietiging, en met name zelfvernietiging, werd het belangrijkste element uit zijn kunst. In zijn performances werden regelmatig deelnemers vernederd op diverse manieren, bijvoorbeeld door het insmeren met diverse substanties. Vanaf hier zou zijn werk ook een seksuele lading gaan krijgen, vaak tot op het absurde of perverse af. Andere Aktionisten waren Rudolf Schwarzkogler (geboren in 1940 en gestorven in 1969), Hermann Nitsch (geboren in 1938). Arnulf Rainer, geboren in 1929, was geen echte Wiener Aktionist, maar zat hier wel heel dicht tegenaan. Hoewel hij officieel niet tot de Aktionisten behoorde, wordt hij wel vaak in een adem genoemd met de Wiener Aktionisten. Arnulf Rainer deed in tegenstelling tot de meeste performance artiesten zijn performances niet vaak in het publiek, maar juist vaak alleen in zijn eigen atelier.
Engelse performance art
Gilbert en George (Gilbert Proersch, 1943 en George Passmore, 1942) waren minder extreem dan de Wiener Aktionisten. Men zou het dan ook als typisch Engels kunnen betitelen hoe zij hun performance art verrichten; het was meer ingetogen en geciviliseerder dan dat van de Aktionisten. De performances van Gilbert en George waren dan ook niet opgezet rond het zoeken van pijngrenzen of andere gruwelijke daden, maar juist rond het concept. Zo stonden ze bijvoorbeeld een keer als levende standbeelden een aantal uur lang stil op de trap van het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Amerikaanse performance art
Dennis Oppenheim, geboren in 1938, is een belangrijke Amerikaanse performance artiest. Volgens Oppenheim is het met de kunst als object gedaan en gaat het vooral nog om de mentaliteit waaruit het kunstwerk voortkomt. Na verloop van tijd wordt Oppenheims “Body-Works” kunst zo extreem dat hij zijn eigen lichaam hier niet meer voor kon gebruiken, maar gebruik maakte van poppen.